1.21 Wuhan. Wat een leuke stad. In China.

Lust. Het verlangen. Naar een lichaam. Naar een zacht kreunende stem. Naar een orgasme. Van een paar seconden. In haar. Ik mistte haar stem.

1.21 Wuhan. Wat een leuke stad. In China.

Een vervolg van 1.20 Ik deel mijn pijn niet

Het appartement van Kurt was zo groot en zo minimalistisch, dat ik al koprollend van de woonkamer naar de keuken ging om mezelf een glaasje sap in te schenken.

De ruimte was zo groot dat ik Yara uitnodigde voor een ‘goed gesprek’, ondanks dat we beloofd hadden elkaar met rust te laten, en ik drie Tibetaanse dekens (of weet ik veel wat het was) uitspreidde op de grond. Kaarsjes erbij. Een fles rode wijn.

Hier ging vandaag geneukt worden. En hoe. Niet eenmaal. Niet tweemaal. Niet driemaal. Maar vier of vijfmaal.

Ik had al dagen mijn lul zo zwaar genegeerd, dat mijn ballen aanvoelden als een flinke zak aardappels uit de supermarkt, zo zwaar.

Yara kwam niet. Ze nam haar telefoon niet op. Kwam niet meer online op WhatsApp.

Wellicht was het weer een van haar moody periodes.

Teleurgesteld lag ik tussen de brandende kaarsen op de grond met mijn telefoon boven mijn gezicht, Tiktok-videos te bekijken.

Daarna kreeg ik een appje. Van Kurt. Hij was na zijn meditatiesessies in Tibet of Nepal of India (ergens in die hoek in ieder geval), naar Wuhan, China gevlogen met een vriend. En daar was nu iets heftigs aan de hand. Een virus. Quarantaine. Hij mocht zijn hotel niet uit.

Het klonk ernstig, maar niet ernstig genoeg.

Hij vroeg of ik nog even op zijn appartement wilde blijven passen en aan zijn ouders wilde appen dat ze zich echt geen zorgen hoefden te maken.

Ik belde met zijn pa, die vrij nuchter overkwam betreft de gehele situatie. Toen vroeg hij wat ik zoal in mijn leven deed en ik vertelde over mijn kantoorbaan.

Daarna hadden we een half uur lang over de absurditeit van het kantoorleven. De managers. De harkjes. Het jargon. De adviserende staffafdelingen die zelf nooit wat deden. Laaghangend fruit.

Na het telefoongesprek koprolde ik van mijn plekje naar het toilet, besloot op de pot te gaan staan en zo mijn urine naar beneden te laten stromen.

Dat werkte niet echt, waarna ik te lang bezig was om de spetters op de muur en rond de pot met wc-papier op te vegen.

Aangezien Kurt geen tv had en geen stereo-installatie en ik nog steeds weigerde met mijn hand mijn onderbroek in te gaan om te ontladen, had ik tijd over.

Te actief om te gaan slapen. Te moe om te lezen. Ik stuurde gifjes van Groundhog day naar mijn vrienden. Ik zette de telefoon tegen een aantal gestapelde boeken aan, drukte op record en probeerde een handstand te doen tegen de muur.

Ik viel om zoals de wijzers van de klok omvielen naar de 6 als het mechanisme kapot was.

Ik dacht, terwijl ik met mijn rug en benen op mijn zij tegen de muur aanleunde, over de geur van Yara’s kut en dat ik dat meer miste dan haar aanwezigheid.

Was het dan toch lust? Dat verklaarde een hoop.

Lust.

Het verlangen.

Naar een lichaam.

Naar een zacht kreunende stem.

Naar een orgasme.

Van een paar seconden.

In haar.

Ik mistte haar stem.

Haar huid.

Haar imitatie van Bert & Ernie.

Was het dan toch liefde?

Maffe natuur.

Maffe wereld.

Ik besloot een gedichtje te maken voor Yara.

Godverdomme wat ik mis is de geur en smaak van je kut. Niet normaal. Wat is dit prut.

Dit was zo slecht dat ik ‘m ophing in de wc, zodat ik elke dag al staand pissend naar mijn dichtkunsten kon kijken.

Daarna schreef ik:

Uit.
Nu zit ik weer dagelijks aan mijn fluit.

Deze hing ik aan de andere muur in de wc. Zodat ik hiernaar kon staren als ik op de wc-bril zat.

Daarna maakte ik een wc-papiersnelweg van het toilet richting de woonkamer, naar het kleed. Ik kleurde op het toiletpapier met een zwarte stift de streepjes van de weg, maar ik stopte halverwege wegens gebrek aan concentratie.

Daarna ging ik in het eenpersoonsbed liggen en zocht een kwartier lang naar een Netflix-film. Toen ik besloot The lost city of Z op te zetten, viel ik na twee minuten in slaap.

Om vijf en half uur later gewekt te worden door de wekker op mijn telefoon.

Op kantoor negeerde Frits me al dagen sinds ik hem had uitgescholden met ‘fuck you’. Hij weigerde mijn sorry te accepteren en vond dat ik deze stilte moest aangrijpen om te reflecteren op onze zakelijke relatie.

Ondertussen digitaliseerde ik het harkje van John naar een prachtig paint-kunstwerk. Alle afdelingen en teams stonden er prachtig op. Ik maakte het in mooie kleuren op en stuurde het resultaat naar John, met Frits in de CC uiteraard.

‘PRACHTIGGGGG!’ mailde hij terug.

Wat me enorm goed deed.

Zelfs Frits knikte tevreden naar me, maar hij weigerde nog steeds iets tegen me te zeggen.

Paint zou je zeggen. Ja. Nog steeds Paint. Want it’er Bas had het te druk om me per direct Photoshop te geven. Maar hij had het wel in gang gezet. Wat dat ook mocht betekenen.

Alsof het uit China verscheept moest worden.

Yara liet nog steeds niets van zich horen.

Mijn testikels voelden nu meer aan als bowlingballen.

Ondanks dat, begon ik te huppelen door de ruimte, op een vrolijk wijsje uit de film ‘The king and I’ uit de jaren ’50.

Ik had het idee dat alles goed ging komen. Alles. Yara. Mijn baan. Mijn thuisloosbestaan. Mijn hele fucking leven.

Werkelijk waar geen idee waar dit vandaan kwam. Maar het even alleen zijn zonder iemand om me heen in het huis van Kurt deed me oprecht goed.

Ik raakte opgeladen van het alleen zijn. Het maakte mijn leven dragelijker. Vrolijker.

Wat kon er nu werkelijk nog fout gaan in deze wereld?

Nou.

Om te beginnen: Dorien.

Ze werkte op de communicatieafdeling en was daar adviseur van iets. Ze kwam met tranen in haar ogen de afdeling op gestampt en keek mij ziedend aan.

‘Waar is Frits?’

‘Geen idee.’

Ook Roel draaide zich om op zijn stoel: ‘geen idee.’

‘Ik wil jou nu spreken Charlie!’, zei ze met de kiezen op elkaar. ‘En jou ook Roel.’

Net op dat moment kwam Frits met een stapel A4’tjes de afdeling op gewandeld.

‘En jou al helemaal!’

Lees verder 1.22 Een passant zijn in iemands leven


🚬Je leest een verhaal uit de reeks Charlie op kantoor. Begin bij verhaal 1.1 De enige manier...
‌📗 Ik heb een boek over Charlie geschreven: > Vrouwen die Charlie haten. Die kan je prima lezen zonder voorkennis van de andere blogverhalen.‌
‌📷 Foto via @myfridayfilms

Bezoek mijn store voor > boeken en merchandise