Je praat in ‘wouden’ in plaats van willen.
Je zegt ‘me’ als je ‘mijn’ bedoelt.
Je begint elke zin met IK.
Je projecteert je eigen onzekerheid op anderen: zij is dik geworden, hij is dom,
zij zijn seniel.
Het is zo aantrekkelijk... Je imperfectie.
Met dichtgeknepen ogen de letters bestuderen