Zij had me lief, maar ze begreep me niet.

We waren vreemden voor elkaar.

Zij had me lief, maar ze begreep me niet.
Photo by Giancarlo Revolledo / Unsplash

Ik heb een kort verhaal geschreven van 1.600 woorden over je onbegrepen en eenzaam voelen in een relatie.

Het was oorspronkelijk een scène voor mijn aankomende nieuwe roman. Maar het is een apart verhaaltje geworden 💛. Als petje.af abonnee lees je het volledige verhaal. Abonneer je hier.

Liefs,

Tomson

Het ei van Columbus

‘Stop daar eens mee.’

Ze haalde de peuk uit zijn mond en gooide die in de goot.

Ik keek haar aan met een blik van: ‘Waar is dit voor nodig?’ Maar ik was te dronken om hier tegenin te gaan.

‘Ik stop’, zei ik maar. ‘Ik stop.’

De eerste leugen in onze relatie.

Ik was nooit van plan om te stoppen.

Alleen iets dat echt gevoeld wordt laat iemand veranderen.

Was het mijn sympathie voor haar of mijn geilheid die ons die ene avond in mijn bed lieten belanden?

Bij haar moest het een gevoel zijn dat ze verwarde met liefde. In mijn hoogslaper ging ze met haar hand door mijn borstharen heen en zei die eerste nacht al: ‘Hoe gaan we nu verder?’ Met van die wanhopige ogen.

‘We zien wel’, was wat ik antwoordde.

‘Hoe bedoel je?’

Niemand wil dat je te eerlijk bent.

‘Ik houd van je’, was mijn tweede leugen. Uitgesproken onder de Eiffeltoren. Maanden later. Wat kon ik anders?

Parijs is slechts een idee.

Haar foto’s op haar Instagram-wall stonden vol met selfies met decolleté. Ik kwam er pas achter toen we al een tijdje wat hadden. Ik ben niet zo’n social media-man. Maar dinsdagavond, alleen op de bank, verveeld, logde ik in en ik zag een volgverzoek van haar.

Haar profiel maakte me in de war. Wat hadden wij nou echt?

Was het echt zo simpel? Verwarde ze echt aandacht met liefde? Dit leek op aandachttrekkerij. Waarom zo expliciet? Ze liep nooit zo bloot rond nu ze met mij had.

Wat was dit?

We hadden lol. Begrijp me niet verkeerd. Ze liet me lachen als ze naakt in bed haar ene borst vastpakte en met een gek stemmetje zei: ‘Ik heb zin in een bratwurst.’ En dan pakte ze de andere borst vast en zei met een lage stem: ‘Zo’n hele dikke.’

Maar nu ik er zo over nadenk.

  • Mijn lul is niet dik.
  • Ook niet lang.

Dus wat bedoelde ze nou echt met ‘bratwurst’?

Ze zei dat ze van seks hield, maar ik betwijfel het. Te veel onzekerheden over haar lijf. Dat was niet genieten. Dat was verplicht de benen wijd doen voor mij en mij alles laten bepalen.

Seks was gewoon voor haar een manier om mijn liefde te krijgen. Iemand die haar na afloop vasthield als het nachtlampje uit was. Die zei: ‘Komt wel goed.’

Dat was dus ook wat ik regelmatig tegen haar zei: ‘Komt wel goed.’

Leugen nummer drie.

Het komt nooit goed.

Misschien moet ik wel eerlijker naar mezelf zijn. Begrijp je? Ik ben hier ook niet de heilige.

Alsof ik wel iets voel dat ik liefde kan noemen.

Je moet soms gewoon eerlijk zijn naar jezelf.

Ik denk dat ik in deze periode van mijn leven behoefte heb aan een neukobject en dat ik dit graag liefde noem.

Wellicht zit zij gewoon in een periode van haar leven waarin ze aandacht nodig heeft en die liefde noemde.

Dat zou kunnen toch?

Samen en toch alleen.

Twee leugenaars onder een dak.

Waarom praat je zo tegen mij?

Hoe lang hield ik dit nog vol?

Niet.

Ik kon dit niet meer negeren in mijn hoofd.

‘Wat weet je nou echt van me?’ vroeg ik haar het weekend daarop. We zaten in onze pyjama’s aan de ronde tafel in de gezamenlijke woonkamer van mijn studentenhuis.

‘Hoe bedoel je?’ vroeg ze verward.

‘Hoe heb ik mijn ei het liefst?’ vroeg ik en ik pakte het gekookte ei als een lingobal op.

‘Hard?’ vroeg ze onzeker.

‘Is dit een hardgekookt ei?’

‘Euh. Ja. Twaalf minuten. Dat is toch hard?’

Ik sloeg het ei op tafel. Schilletjes vlogen overal heen. Net zoals de witte stukjes. Ze schrok meer van de smurrie die op haar gezicht kwam dan van de klap.

‘Zacht. Ik houd van zacht.’ Ik pakte het gebroken ei op en legde het op mijn bord. ‘Ei in de pan. Gas aan. Als het water kookt, gas uit, deksel erop en dan vier minuten in de pan laten zitten. Zo houd ik van mijn ei en dat weet je. Dat weet je! Ik heb het je slechts drie keer verteld.’

‘Sorry’, zei ze. ‘Ik was het gewoon vergeten, denk ik.’

‘Vergeten? Vergeten? Je vraagt nooit wat aan me. Je luistert nooit naar me. Je doet maar wat. Zolang ik maar binnen een halfuur op je appjes reageer. Dat is het enige wat je echt belangrijk vindt. Dat ik wel reageer, in plaats van je negeer.’

De tranen kwamen. Eerst knipperde ze ze weg, maar elk woord dat mijn mond verliet, bracht steeds meer tranen voort. Hier viel niet tegenop te knipperen.

‘Waarom praat je zo tegen me?’ vroeg ze snikkend.

‘Hoe praat ik?’

‘Zo streng.’

‘Wat weet je nou echt van mijn ambities? Mijn wensen? Mijn favoriete muziekalbum? Weet je überhaupt wel wat mijn lievelingskleur is. Nou?’

‘Sorry’, zei ze en ze begon nu echt te huilen. ‘Sorry.’ Met speeksel langs haar lippen.

Het toeval wilde dat ik naar boven keek en zo de benen van mijn huisgenoot de trap af zag dalen. Seth in badjas. Hij keek licht verontrust naar ons, maar het publiek kon me even niks schelen. Ik sprak op fluistertoon verder. Deze zin moest mij verlaten:

‘Je weet niet eens waarom je sorry zegt.’

Seth verdween naar de keuken. Een paar tellen later begon de waterkoker geluid te maken.

‘Luister’, zei ik, maar ik wist niet meer wat ik moest zeggen. De komst van Seth had me uit mijn woede gehaald. Ik was me bewust van zijn oren.

Dit was gewoon triest. Ruzie maken om een ei. Waar was ik mee bezig? ‘Laten we gewoon eten’, zei ik toen.

Ze nam geen hap meer. Ik wel. Ik vrat wat nog van het ei over was op en daarna dat van haar. Daarna nog een boterham met kaas. Een met hagelslag. Anderhalf glas melk.

‘Ik ruim wel op’, zei ik tenslotte. ‘Ga maar douchen.’

Ze stond op, begon weer te huilen en rende ditmaal naar boven.

Je kan huilende mensen niet alleen laten.

Ik rende achter haar aan. In mijn kamer viel ze in mijn armen. ‘Verlaat me niet. Oké? Verlaat me niet. Vertel me wat je van me verwacht en ik ben dat voor je. Je bent perfect. Ik wil perfect voor jou zijn.’

Dit kon ik niet aan. Te veel kwetsbaarheid. Zo wilde ik haar niet zien. Zo verdrietig.

Ik schopte de deur achter me dicht, deed vervolgens haar pyjamabroek uit en daarna haar onderbroek. Een geilheid had me overvallen. Haar kwetsbaarheid. De intensiteit van onze ruzie. Ik wilde het weer goed maken. Het was goed zo voor vandaag. Deze ruzie was goed zo.

Dus ik nam haar staand, terwijl zij zich vasthield aan mijn hoogslaper. Haar trillende billen waren zo fijn tegen mijn heupen aan. Haar huid was zo fijn.

Maar nadat ik was klaargekomen bleef het gevoel aanwezig: we waren vreemden voor elkaar.

Toen ze onder de douche sprong, ging ik naar beneden om de ontbijtresten op te ruimen.

Met bordjes, glazen en een pak hagelslag op elkaar gestapeld liep ik de keuken in en legde ze op het aanrechtblad.

Seth keek me aan. Mijn beste vriend sinds de brugklas. Ik kreeg een gek gevoel in mijn buik. Ik voelde me betrapt of zo.

Hij stond daar met zijn armen over elkaar te wachten tot zijn eitjes lang genoeg hadden gekookt. Zelfs in ontspannen houding kwam hij zelfverzekerd over.

‘Alles goed, jongen?’ vroeg hij. Ik knikte. ‘Wel aardig blijven voor je meisje, hè.’

Wat moest ik zeggen? Ik was niet aardig. Verre van. Ik was vooral verward. Tegelijkertijd zat ik niet te wachten op zijn advies. Als iemand een ravage achterliet in de wereld van de liefde, dan was hij dat.

Hij tikte me op de wang met zijn platte hand. ‘Jij bent echt de slimste gast die ik in mijn leven ken. Slimmer dan wie dan ook. Maar je bent te dom om dat zelf in te zien.’

Seth kon soms de loftrompet schallen. Vooral als hij dronken was. Het waren complimenten op steroïden. Alleen een sukkel nam die woorden voor waar aan. Maar er was geen alcohol in het spel en ik hoorde aan zijn stem dat hij het nu meende.

‘Veracht ze niet’, zei hij. ‘Ze weten niet beter.’

‘Waar heb je het verdomme over?’ vroeg ik, terwijl ik de vaat in de vaatwasser stopte.

‘Zelfkennis bro. Weinig mensen zullen aan jouw standaard van de wereld kunnen voldoen. Dit is gewoon hoe ze zijn. Dit is wat ze kunnen. Je past je aan of je verzet je. Maar kijk alsjeblieft met mededogen naar ze.’

Terug in mijn kamer ging mijn interne woedemeter van dieprood naar neutraalwit, terug naar rood. Eerst was die gericht op Seth. Daarna op mezelf.

Geen idee wat Seth precies bedoelde, maar hij had een punt. Mensen konden moeilijk aan mijn standaard voldoen.

Ik had gelogen tegen mijzelf. Ik zocht geen neukobject. Dat was meer iets voor Seth. Ik zocht gewoon iemand die me begreep. Op mijn niveau. Hoe arrogant dit ook klonk.

Zij had me lief, maar ze begreep me niet.

Ze kwam in haar ondergoed en bh met natte haren de kamer ingelopen en keek me doordringend aan.

‘Ik ben bang om verlaten te worden, maar ik wil ook niet zo toegesproken worden zoals jij net bij me deed. Mijn hartje kan dat gewoon niet aan’, zei ze.

De tranen biggelden weer over haar wangen.

‘Sorry’, zei ik. Om haar te laten stoppen met huilen. Om te voorkomen dat ze gekke dingen over me zou denken. ‘Sorry!’

Het was leugen nummer vier.