#22. Wat kon ik anders?
Ik zou graag willen vertellen dat het vreemd voelde om ongewenst in een kamer rond te sluipen.
Ik heb een kwartier lang gebeld, geklopt en geschreeuwd (door de brievenbus). Maar meneer de holbewoner weigerde te reageren.
Ik was via een steegje bij de achterkant van de woning aangekomen en kon van een afstand via haar raam op de eerste verdieping zien dat ze niet thuis was.
Dit kon ik niet maken.
Ik merkte dat de poort naar de tuin open stond. Ik had de kaarten nodig. Ik had geen keus.
Dus klom ik via een groene container op het dak van de schuur. En kon zo Cleo’s raam meer openen en klom zo naar binnen.
Ik zou graag willen vertellen dat het vreemd voelde om ongewenst in een kamer rond te sluipen.
Dat deed het niet.
Ik zag dat de kast nog steeds in puin lag. Hoe kon ze me erin gooien?
De Endzeitparty-kaarten kon ik nergens vinden. Ze gingen me afmaken.
Voordat ik in paniek raakte en als een kip zonder kop door het huis wilde rennen, zag ik op haar bureau een agenda liggen. Ik keek en zag dat ze een afspraak had bij een café aan de Vleutenseweg.
Toen hoorde ik de stem van de holbewoner.
‘Hey Cleo. Ik dacht dat je weg was. Er stond een homo voor de deur. Die zei dat je met hem geneukt had.’
Toen ging de deur open.
Ren of vlucht. Twee keuzes. Het raam leek te ver weg. Het bed moest een veilige plek zijn.
Dus dook ik eronder, net voordat de holbewoner naar binnen stapte.
Ik zag zijn voeten door de kamer bewegen. ‘Ik dacht iets te horen. Maar nu ben ik weer alleen, tegen mezelf aan het praten.’
Ik zag hoe de deur zich weer sloot en maakte dat ik via het raam wegkwam.