#9.16. Ik probeerde mezelf te zijn, echt

#9.16.	Ik probeerde mezelf te zijn, echt

Ze hadden iets dat ik normaal niet om me heen zag.

Die prachtige platte buiken, die perfecte kleine borsten en uitgesproken gezichten. En als de (foto)camera ze ving, werden ze iets dat groter dan het leven was.

Ik beken. Ik kon uren op internet zoeken naar foto's van specifieke modellen. Catwalks, geprinte ads, achter de schermen video's, Twitterfeeds. Als een ware voyeur namen ze op zo’n avond langzaam mijn ziel over. Alsof ik bij ze was. Alsof ze me betoverden in hun schijnwereld vol glitter en glamour.

Ik hield van het internet. Het liet elke fantasie tot leven komen. Het internet neigde naar een climax van bijna perfectie. Bijna...

Het internet liet me minder alleen voelen. Het internet veroordeelde mijn fetisjistische gedachtes niet. Het internet liet me in huizen kijken en het leven bestuderen van mensen die ik nooit in mijn leven zou tegen komen.

  • Ik hield van mollige meiden
  • Ik hield van imperfecte meiden
  • Ik hield van paar borsten waar de linker groter dan de rechter was

Maar niets kon tippen aan de schoonheid van een model.

Vooral de blik in hun ogen. Niet sensueel, wel verleidelijk. Niet sexy, wel opwindend en vooral erg onbereikbaar.

Geen week ging voorbij zonder dat ik dacht aan die ene nacht met Rosalie[1].

De zus van Kurt…

Een succesvol model. Ze woonde in Milaan. En ik had haar gehad. Een nacht. De nacht dat haar vriend Pedro overleed bij een auto-ongeluk, zonder dat wij het wisten.

Sindsdien ontliep ze me. Dat begreep ik. Als ze mij zag, zag ze haar eigen falen. Ik zat in haar toen hij zijn laatste adem uitblies. Slechts een paar kilometer van ons verwijderd.

Ik was niet vaak verliefd geweest in mijn leven. Ook niet op haar. Maar ik kon me alles bij voorstellen dat ik heel erg verliefd op Rosalie had kunnen worden.

Als de omstandigheden daar waren geweest. Als we een gedeelde sociale context hadden waar we elkaar regelmatig bij tegen kwamen.

Die was er niet.

Ik zat in Utrecht. Of Zeist. Zij in Milaan. Of Parijs.

Ik verloor mezelf op de momenten dat de eenzame fietser met een ratelende kettingkast en een niet startende auto de stilte van de nacht verstoorden.

Op de bank, gehuld in een witshirt en onderbroek, met de laptop op mijn schoot; alle lampen uit. Slechts het licht van mijn scherm. Een opgedronken fles rode wijn naast me. Een smeulende sigaret in de asbak.

Op dat soort momenten werd ik overvallen door een gevoel van treurigheid.

Tijdens deze momenten van zwakte tikte ik de namen van mijn exen in op Google.

Dan keek ik naar hun foto’s op Facebook of Instagram. Ik keek naar hun nieuwe liefdes en vergeleek mezelf met hen.

En als ik me heel duister voelde, ging ik op hun aliassen zoeken. Van die profielnamen die ik had onthouden. Dan spoorde ik al hun berichten via het Viva-forum op. Dan keek ik mee naar hun oprecht getikte adviezen voor anderen.

Als ik me echt treurig en ellendig voelde, tikte ik Rosalie’s naam in.

En dan ging die hand in mijn broek.

Terwijl ik naar haar fotoreportages keek.

Fantaserend dat we het weer zouden doen.

Dan fluisterde ik haar naam en hoopte ik voor even oprecht dat we elkaar weer in het echt zouden zien.

Om na mijn eigen climax, mijn laptop af te sluiten en in mijn bed te kruipen en te gaan slapen.

Ik kon dit nooit uitspreken in deze beschaafde wereld. Maar god mag weten dat ik op die duistere momenten in de nacht met haar in mijn hoofd mezelf naar een hoogtepunt trok. En dat zou, misschien in een andere wereld met andere normen en waarden, als een groot compliment gezien konden worden.


Mis niets. Ontvang het volgende verhaal direct in je mailbox


< Vorig bericht Volgend bericht >


Volg Psycho killer op Facebook, Twitter, Instagram

  1. Zie episode 5: De bucketlist ↩︎