1.16 Wel van me houden. Niet bij me blijven

In jouw slechte tijden, vind je troost bij me. Dan is je eenzaamheidsmeter weer opgeladen en vertrek je weer de wijde wereld in. En laat je mij achter. Maar wie laadt mij op?

1.16 Wel van me houden. Niet bij me blijven

Een vervolg van 1.15 Het verschil maken is net zo nietszeggend als wereldvrede wensen

‘Dus, hier staan we weer’, zei Yara. Zij hield de voordeur van haar studentenwoning strak vast. Alsof ze verwachtte dat ik op elk moment naar binnen kon stormen.

Ik krabde me achter de oren, terwijl ik in mijn andere hand een sporttas vasthad. ‘Ik kan er ook niets aan doen dat ik even dakloos ben’, zei ik.

‘Want bij je ma slapen is geen optie’, zuchtte ze.

‘Je weet hoe het zit’, zei ik. ‘Als ik mijn eerste salaris heb, ben ik weer weg.’

‘Dat weet ik. Tot je me weer nodig hebt.’

‘Yara’, zei ik. ‘Ik ben moe. Kunnen we even niet discussiëren over mijn karakter?’

Yara liet de deur los en deed een stap naar buiten en keek naar links en naar rechts. Daarna langs me heen.

‘Wat doe je?’, vroeg ik.

‘Even zien of ik niet gefilmd word in een candid camera aflevering.’

‘Want?’

‘De aflevering heet “ze weet dat haar hart opnieuw gebroken gaat worden, maar toch is ze zo naïef om hem weer in huis te halen” met in de hoofdrol Yara. Dat ben ik.’ Ze wees naar zichzelf.

Ik keek ook om me heen, maar de straat was leeg. Niemand in de stad.

‘Ik heb je een brief geschreven. Die wil ik graag voorlezen aan je.’

‘Hier?’, vroeg ik.

‘Kom binnen, maar laat die sporttas maar buiten.’

‘Want?’

‘Charlie. Wat denk je nou echt?’

‘Zo steelt iemand ‘m’, zei ik.

‘Jouw onderbroeken?’

Ik zette de sporttas naast de deur neer en stapte naar binnen. Yara liep als eerste de trap op en ik volgde haar en keek naar die heerlijke billen van haar en werd er weer door verrast. Elke keer weer als ik ze zag schrok ik van de geilheid van de vorm. Als een perfecte perzik.

Alsof ze wist dat ik keek draaide ze zich bovenaan de trap om en schudde nee met haar wijsvinger. ‘Kom.’ Ze wees naar haar kamer.

Mooi opgeruimd en netjes. Netter dan de afgelopen dagen. ‘Je hebt opgeruimd.’

‘Ja, vooral mijn hoofd’, zei ze, ‘terwijl ik de boel poetste en boende. Wat een metafoor, vind je niet?’

‘Het leven zit vol metaforen’, zei ik.

‘Ga zitten.’ Ze wees naar een stoel waar enkele riemen en shirts overheen hingen. Ik wilde mijn jas uit doen. ‘Laat die maar aan.’

Ik ging zitten. Zij nam plaats aan de rand van haar bed en pakte een aantal A4-tjes op. Volgeschreven met een roze pen, zag ik door het blaadje heen.

‘Charlie’, zei ze. ‘Komma.’

‘Geen begroeting?’

Ze keek over het A4’tje heen en zei: ‘Vind je dat je dat dan hebt verdiend?’

‘God wat ben je serieus’, lachte ik zo hard mogelijk. Ze reageerde niet op me.

Oké. Ik moest dit even ondergaan. Dit was ook Yara. Even hier doorheen gaan, voor we weer konden neuken en knuffelen en leuke dingen bespreken.

‘Charlie’, zei ze nog een keer. ‘Denk niet dat je dit even moet uitzitten. Nadat ik dit heb opgelezen, vertrek je weer.’

‘Maar je appte…’, zei ik.

‘Luister nou gewoon even. Alsjeblieft?’

‘Kom maar op. Lees maar voor. Ik kan niet wachten.’

Ze keek geërgerd.

‘Ik weet wel waarom je elke keer op mijn stoep staat’, zei ze. ‘Omdat ik geen grenzen stel. Omdat ik je niet definitief de deur wijs, omdat ik bang ben dat je dan nooit meer terugkeert. Dus heb ik de hoop, als ik je weer binnenlaat, dat je in gaat zien dat je echt niet zonder me kan. Dat ik nog invloed op je heb. Dat ik met mijn aardige lieve gedrag je kan overtuigen. Dat door met je naar bed te gaan, er een overdracht van echte liefde plaatsvindt. Maar dat is naïeve hoop. Dat weet ik. Want je gaat dat niet in zien als ik elke keer maar weer je vage gedrag accepteer. Je sorry en excuses zijn als de vitaminepillen die ik dagelijks vergeet te slikken. Ik word er niet gezonder van. Ik vraag me elke keer huilend in bed af waarom ik dit maar blijf accepteren. Waarom ik het in jouw ogen niet waard ben om voor me te gaan. Om een stelletje te zijn. Een relatie met elkaar te hebben. Elkaar te respecteren. Elkaar liefde te geven. Er voor elkaar zijn in goede en slechte tijden. Want wat het nu is- is geen liefde. In jouw slechte tijden, vind je troost bij me. Dan is je eenzaamheidsmeter weer opgeladen en vertrek je weer de wijde wereld in. En laat je mij achter. Maar wie laadt mij op? Wie zorgt er voor mij in slechte tijden? Ik weet dat jij het niet bent. Ik vraag me heel vaak überhaupt af waarom ik je niet kan vergeten. Waarom ik een magneet in me voel die bij je wil zijn. Wat in jouw karakter mij zo aantrekt. Is het de zoektocht naar verbinding? Is het de onvoorspelbaarheid in jou? Is het de beloning waar ik naar streef dat je op een dag echt voor me kiest? En ik weet wat het antwoord is. Gevoelens kan ik niet sturen. Ik kan je niet van me laten houden zoals ik van jou houd. Gedrag kan je wel sturen. En het gedrag dat jij naar mij laat zien, accepteer ik niet meer. Nee. Ik ga mijn gevoelens vanaf nu negeren. Ik ga niet meer voor een shotje Charlie om mezelf even een goed gevoel te geven. Om mezelf te laten verdrinken in een sprankje hoop. En daarna weer volledig in te storten en te huilen en je te haten en mezelf te haten. Je maakt me onzeker. Je maakt me een minder mens. Je verdoet mijn tijd. Ik wil van je af. Ik wil van je afkicken. Dus. Verdwijn. Neem gewoon geen contact meer met me op. Negeer me als je me ziet staan. Ook al houd ik van je en weet ik dat je ook iets voor mij voelt. Ik ben niet je fix. Ik ben niet je zaadcontainer. Ik ben niet je haven. Ook al doet dit zo pijn om te zeggen en voel ik er juist hele andere dingen bij. Ik weet dat dit het beste is voor ons allebei. Afscheid nemen bestaat wel. En dat is hard en rigoureus. Het is een alles of niets in de liefde. Kom niet aan met een tussenweg. Want dat hebben we de afgelopen tijd bewandeld. Dat staat mij in de weg naar een toekomst zonder jou. Ik wil nu hele lieve woorden schrijven, maar dat doe ik niet. Ik heb te veel lieve woorden tegen je gezegd afgelopen tijd. Denk daar maar aan terug. Niet-liefs. Yara.’

Ze legde de A4’tjes neer op bed en keek me hoopvol aan. Wat moest ik zeggen? Wat moest ik nu doen? Knuffelen? Sorry zeggen? Zeggen dat ik andere dingen voel dan ik heb laten zien?

Ik wist het niet, dus zweeg ik.

‘Je reactie is wel weer veelzeggend’, zei ze.

‘Alsof je teleurgesteld bent’, zei ik. ‘Je geeft zelf dubbele signalen af. Je wilt me, maar je zegt van niet.’

Ze wees naar de brief. ‘Ik heb gezegd wat ik wilde zeggen.’

Ik stond op, deed mijn jas goed dicht en wandelde naar haar deur.

‘Dit is het dan?’, vroeg ze.

‘Wat wil je nou van mij? Je wil me weg hebben. Dat is me nu wel duidelijk.’

‘Je bent zo’n lul.’

‘Dus. Je schreef rake dingen’, zei ik. ‘Mooie dingen. Het is inderdaad beter zo.’

‘Charlie’, zei ze.

‘Wat.’

Ze deed alsof ze haar mond op slot deed en wees naar haar brief en begon hard te huilen. Ze verborg haar gezicht. ‘Ik vind het zo moeilijk’, snikte ze. Toen wist ik dat er alsnog geneukt ging worden vanavond.

Lees verder 1.17 Wel geneukt. Niet gelachen


🚬Je leest een verhaal uit de reeks Charlie op kantoor. Begin bij verhaal 1.1 De enige manier...
‌📗 Ik heb een boek over Charlie geschreven: > Vrouwen die Charlie haten. Die kan je prima lezen zonder voorkennis van de andere blogverhalen.‌
‌📷 Foto via @tiposilvijah

Bezoek mijn store voor > boeken en merchandise