#9.4. Wel je nagels wassen

#9.4.	Wel je nagels wassen

Tientallen minuten vlogen voorbij toen we een nieuwe kroeg zochten waar we verder konden chillen.

Ze waren te vol. Te leeg. Te alternatief. Te hip. Te vaag.

We eindigden uiteindelijk na een lange wandeling door de binnenstad van Utrecht bij een café vlak bij de Stadsschouwburg op Lucasbolwerk.

We gingen bij het raam zitten met twee biertjes voor ons. Naast de bar stond een dj bij een tafel. Met behulp van zijn laptop MacBook Air draaide hij de muziek. Ik schatte de leeftijd van de mensen hier rond de dertig jaar. Maar wel met een alternatieve kwinkslag. Hun kleren waren te uitgesproken niet hip genoeg, dat het wel een bewuste keuze moest zijn. De muziekstijl kende ik niet. Het zat in de hoek van jazzy dance.

Als dat genre bestond.

‘Soms denk ik wel eens dat Utrecht te klein is voor het aantal mensen dat hier wonen,’ zei ik. ‘Hoe kan het nou dat twee kilometer lang elke kroeg zo uitpuilt met mensen? Deze stad herbergt te veel mensen.’

‘En toch kom ik altijd dezelfde mensen tegen’, zei Kurt. ‘Zoals mijn ex.’

‘Ik dacht dat Sacha de stad uit was.’

‘Nopes’, zei Kurt. Hij keek me treurig aan. ‘Ken je Gio nog? Die gast die naaktfoto’s van zichzelf maakt en dat naar willekeurige meiden opstuurt?’

‘Wat een sukkel is dat.’

‘Hij neukt nu met Sacha.’

‘Ga je nu hier de jaloerse ex uithangen die stiekem nog verliefd op haar is?’

‘Vanaf de middelbare school hadden we al wat hè. Op elke foto van mij is zij aanwezig. We hebben samen zoveel meegemaakt.’

‘Ik heb nooit zoveel moeite met vrouwen achter me laten. Als het gemeenschappelijke weg is, wat moet ik er nog mee? Heb je wel eens seks met Sacha gehad? Toen het uit was?’

‘In mijn gedachten. Ik ruk regelmatig met haar in mijn hoofd. Of ben ik nu te persoonlijk?’ Kurt zei niets meer en nam een slok van zijn bier.

Dit was de eerste keer dat ik hem somber zag worden van de alcohol. Ik merkte dat zijn somberheid oversloeg naar mijn eigen gemoedstoestand. Als hij zo doorging stopte ik mijn gezicht in het toilet van deze kroeg om mezelf te verdrinken.

‘Ach man. We zijn een grote homogene groep. We bezoeken allemaal dezelfde feestjes, dezelfde winkels, dezelfde parkjes. Vind je het gek dat we altijd dezelfde gasten tegenkomen,’ zei ik.

‘Ik vraag me wel eens af waar al die andere mensen zijn die we nooit zien. En of Gio niet bij die andere mensen kan rondhangen. Ik kom hem echt overal tegen. Bij de Appie. In de bieb. Op bevrijdingsfestival in Transwijk. Zelfs laatst in Lunetten. Of all fucking places. Lunetten!’

‘Groet hij jou?’

‘Ik negeer hem. De motherfucker. Soms hoop ik wel eens dat Gio haar vingert, met van die smerige zwart ziende slecht gewassen nagels. En dat ze daar dan een infectieziekte aan haar vagina van overhoudt.’

Ik keek naar mijn eigen nagels. Zo wit als het maar kon zijn. ‘Je hebt een zieke geest’, zei ik tegen Kurt. Hij tilde zijn glas op en proostte met me.

‘Je hebt echt tegen die twee chicks gezegd dat ik homo was, toch?’ Ik zei niets. ‘Jij hebt een zieke geest Charlie. We waren ooit beste vrienden. Nu zeg je tegen meiden dat ik homo ben. Ik veroordeel je niet hoor. Ik vind het gewoon raar.’

Ik zweeg. Ik wist niet zo goed wat ik hierop moest antwoorden. Zwijgen was soms het beste antwoord op ongemakkelijkheid. Ik durfde hem niet aan te kijken. Ik voelde kort een schuldgevoel opkomen. Hij zou niet kunnen begrijpen waarom ik zei dat hij homo was. Het klonk in mijn hoofd zelfs heel onbegrijpelijk en kansloos.

Ik begreep mezelf niet.

Dit moment zou vanzelf weer overgaan. Hij zei het net zelf dat hij me niet echt veroordeelde. Waar hij vast mee bedoelde dat onze relatie meer was dan hem de mogelijkheid tot seks ontnemen door een klootzak te zijn.

Ik was een klootzak.


Mis niets. Ontvang het volgende verhaal direct in je mailbox


< Vorig bericht Volgend bericht >


Volg Psycho killer op Facebook, Twitter, Instagram