#10.6 De cocktail party
Hoe erg je best ook deed, gymzalen bleven gymzalen. Ondanks de slingers, de discoverlichting, de ronddraaiende discobal, de tafels vol hapjes en de bartafels met kaarsjes en borrelnoten en gevulde champagneglazen, zag het er nog steeds uit als een gymzaal.
Het was nog niet echt druk op deze vrijdagavond. Groepjes gasten en vrouwen hadden zich verspreid over de staande bartafels.
Ik en Kurt stonden in de hoek van de gymzaal in Hoograven. Een ex-studiegenoot van Kurt was eenentwintig jaar geworden en had deze ruimte afgehuurd. Zijn vader zat in de autobranche. Hij was eigenaar van enkele autodealers in de omgeving van Utrecht.
Kurt stak zijn sigaret met een Zippo aan. Hij klikte het ding dicht en schoof hem in zijn nette broek. Toen keek hij me aan. ‘Je stropdas zit niet goed.’
Ik keek naar mijn kleine zwarte stropdas en probeerde te ontdekken wat hier niet klopte ‘Hier. Wacht even,’ zei Kurt. Hij greep naar mijn kraag en deed de twee knoopjes dicht en schoof mijn stropdas recht.
‘Dank’, zei ik onhandig. Ik denk dat dit een gebrek aan een vader in mijn jeugd met me deed. Stropdassen strikken was niet mijn ding. Mijn broer Nathan had het me ooit vluchtig uitgelegd voordat ik prom night had in Havo 5. Nathan was geen geboren uitlegger.
‘Hoe goed ken je die gast eigenlijk’, zei ik.
Kurt haalde zijn schouders op. ‘Niet echt. Hij koopt zijn vriendschappen met dit soort feestjes. Hij is een opschepper die te erg zijn best doet om aardig gevonden te worden. En te blind om te zien dat iedereen uit medelijden maar mee profiteert van de rijkdom van zijn vader. Zoals het feit dat we van hem hier mogen roken. In een gebouw van de gemeente. Hey. Daar is Hugo. Hey Hugo! Hier.’
De dikke vriend van Kurt kwam met zijn handen in zijn zak aangelopen. Hij had zich in een strak lichtblauw overhemd gehesen met een pantalonbroek eronder. Bretels hielden zijn broek overeind. Hij gaf me een hand en Kurt een knuffel.
‘Zijn de hoeren en bladen vol cocaïne al binnen?’ Hugo keek om zich heen. ‘Wat een treurige bedoeling zo’n gymzaal met te weinig mensen.’
Hugo keek mij aan. De laatste keer dat ik hem zag was toen we met z’n drieën in Brussel waren. Ik probeerde toen de zus van Kurt te versieren, maar ze moest niets van me weten. Sinds dat weekend negeerde Kurt me. Tot vanmiddag, toen hij me Whatsappte met de vraag of ik mee ging.
Ik hield van dit soort feestjes. Het was meer ontspannen en minder anoniem dan in de kroeg of de club. Dat betekende meer kans om een vrouw naar mijn bed te slepen en op haar te gaan liggen en in haar klaar te komen.
Ik had vanavond een doel. Dat was mezelf vergeten door met een meisje te vrijen. Het maakte me niet uit wie. Mijn eenzaamheidsmeter moest vannacht aangevuld worden. Weken lang had ik als een kluizenaar geleefd om me voor te bereiden op enkele tentamens. De discussies in de Whatsappgroep over het volgende Psycho killer-feest had ik genegeerd. De Facebookuitnodigingen voor huisfeestjes had ik vriendelijk afgeslagen.
Ik had vanavond een verzetje nodig. Ik moest in contact komen met iemand. Anders werd ik gek.
Ik keek naar drie meiden die in een hoek met elkaar aan het praten waren. Daar stond een slachtoffer.
Het was haar manier van roken.
Ze stond in een blauw cocktailjurkje zwijgzaam te kijken naar de meid die aan het praten was.
Ze bracht de sigaret langzaam naar haar mondhoek, nam een korte hijs. Trok haar arm weer terug en blies de rook weg in de richting van het plafond. Zodat de gesprekspartners er geen last van hadden. Het had iets elegants en braafs.
Ze had blonde lange haren die op haar schouderbladen vielen. In haar haar had ze een schattige haarband zitten. Ze was slank, niet bijzonder aantrekkelijk. Eerder een mooi meisje met te weinig sexappeal waar iedereen gauw langs heen zou lopen.
Ik hield van meisjes met weinig sexappeal waar iedereen gauw langs liep. Ze waren easy.
Ze was zo gefocust op de groep dat ze blind was voor alle mannen in deze zaal. Wellicht was ze een maagd.
Ik keek naar de Japanse zoutjes en de cherrytomaten die op de bartafel stonden. Ik nam een cherrytomaat in de mond en liet het ontploffen in mijn gehemelte.
Ik knikte naar de meid in de cocktailjurk. ‘Ken je haar?’ Kurt haalde zijn schouders op.
‘Het past niet echt bij haar, dat roken. Vind je wel?’, vroeg ik.
‘Ik zie gewoon een blonde chick met een sigaret. Dat is niet veel anders dan iedere andere chick met een sigaret.’
‘Nee. Het past niet bij haar’, zei ik.
‘Sommige mensen willen iets zijn wat ze nooit kunnen worden. Misschien pik je dat signaal wel op. Je weet wel. Onbewust’, zei Hugo.
Ik keek Hugo lang aan om te peilen of hij het meende. Toen nam ik weer een cherry tomaatje. Hugo was een rare. Hij kwam vaak aan met vreemde theorieën. Zoals de theorie dat vrouwen duivels zijn zonder dat ze het zelf wisten. Ik kon nooit zo goed peilen of hij het nou meende of mensen graag voor de gek hield.
Ik mocht Hugo wel.
Hugo wees naar een andere bartafel. Daar stond een meid met geverfd blond haar in een lerenjack alleen te hangen. Ze keek op haar telefoon. ‘Ik denk dat zij wel weet wie ze is. Ik heb haar wel eens op een feestje ontmoet. Zij kent veel mensen.’
‘Weet je dat zeker?’ Vroeg ik.
‘Ze is die chick waar Sjoerd al jaren achteraan loopt, zonder dat er ooit iets is gebeurd,’ zei Kurt.
‘Is dat Kee?’
Kurt knikte.
Ik kon me niet herinneren dat Kee zo knap was. In mijn gedachten was ze zo’n saaie make-up loze doos die Sjoerd al jaren aan het lijntje hield.
Kee.
Mis niets. Ontvang het volgende verhaal direct in je mailbox
Volg Psycho killer op Facebook, Twitter, Instagram
Photocredit: How to take partyphotos