#9.25. Je kunt niet alleen alles hebben, eigenlijk heb je gewoon helemaal niets

#9.25.	Je kunt niet alleen alles hebben, eigenlijk heb je gewoon helemaal niets

Een zwaar gevoel maakte mij meester. Het was alsof ik naar mezelf keek van boven. Een wanhopige womanizer uit Utrecht die dacht indruk te maken op een model uit Milaan. En dat was juist de crux.

Zij zag zichzelf niet als model. Zij zag zichzelf als Rosalie met al haar beperkingen. Ik was in de val van haar uiterlijk getrapt.

Ik was haar escape niet. We hoorden niet bij elkaar. Niets wat daar op leek. Ik dacht het te zien, maar dat was mijn eigen verlangen naar haar leven die ik hardop uitsprak.

Mijn nacht met haar twee jaar geleden, bracht dat opschepperige superieure idee naar boven dat mensen zoals ik nodig waren bij mensen zoals haar.

Het was een gelukstreffer die dag dat we elkaar op het vliegveld tegenkwamen.

Net zoals het toeval was dat ik het met haar deed.

Rosalie keerde niet terug. Ik kon de deur naar het toilet toe moeilijk zien sinds een groepje Italiaanse toeristen binnen waren gekomen.

Na twintig minuten stond ik op en liep naar de barman toe en vroeg naar de rekening. ‘Die is al betaald’, zei hij.

‘Oké’, zei ik en liep de kroeg uit de nacht in.

De volgende morgen

Met een misselijk gevoel opende ik mijn ogen. De gordijnen waren al geopend. Het was opvallend stil in dit appartement in Brussel. ‘Hugo?’, vroeg ik. Ik gaf een trap tegen de lattenbodem boven me. Geen geluid en geen tegengewicht. Hij was al opgestaan.

Ik stapte uit bed en krabde aan mijn oksels en liet een zucht los.

Ik verliet de kamer en liep de woonkamer binnen.

Aan de eettafel zat Hugo. Recht overeind met een leeg boterhambordje tegenover zich. Hij keek me aan en wees naar de stoel tegenover hem.

‘Ga zitten.’

‘Waar is iedereen?’

‘De stad in voor een familiefoto.’

Ik liep naar de open kleine keuken toe en pakte de kan koffie uit het apparaat en vulde een beige mok. Toen ging ik tegenover Hugo zitten.

‘Kater?’, vroeg ik. Hugo knikte.

‘Dus. Hoe was het met Rosalie?’, vroeg hij.

‘Ik weet niet man. Twee jaar geleden heb ik seks met haar gehad.’ Hugo knikte als een man die onder de indruk was. ‘En iets gaf me het idee dat we hier in Brussel weer seks met elkaar zouden hebben.’

‘En toen.’

‘Toen zei ik dat we bij elkaar hoorden en shit. Wat, als ik het nu zo uitspreek echt onzinnig klinkt. Maar ja. Ik was dronken. En geil. En wanhopig. En ik meende het echt. We horen bij elkaar. Ze zag het alleen niet zo.’

Hugo knikte begrijpend en nam een slok van zijn koffie.

'Rosalie is een lekker wijf’, zei hij. ‘Elke vent wil haar neuken. Je speelde die emotionele ’we-horen-bij-elkaar-kaart’ omdat je dacht dat je haar zo in bed zou kunnen krijgen. Het werkte niet. Helaas. Omdat vrouwen duivels zijn. Ze willen rare dingen horen voor ze hun benen wijd doen. Het enige verschil met de duivel is dat vrouwen niet in de gaten hebben hoe duivels ze zijn. Dat komt omdat God ze onzekerheid heeft gegeven. Die onzekerheid maakt hun eigen slechtheid rationeel.'

‘Wat jij zegt’, zei ik als een vermoeiende man.

'Bovendien was het echt een slechte tactiek van je om die emotionele kaart te spelen. Het is verdomme een economische crisis. Dan hebben vrouwen geen zin in een gevoelige jongen die zegt dat het universum het zo gewild heeft dat jullie elkaar tegen blijven komen.’

‘Die vrouwen zijn gewoon te kritisch geworden.’

‘Luister nou wat ik zeg. Die tijd is over. De crisis. Ze willen een ruige dominante onaangepaste ongeschoren vent. Niet zo’n sociaal gay-type zoals jij gisteren speelde.’

‘De crisis?’

‘Ik las laatst een LINDA uit 2003 waarin de perfecte man wordt omschreven als iemand die luistert, verzorgd en intelligent is, gevoelig en sociaal. Die tijd is over jongen. Door de crisis willen ze weer een echte gespierde man. Geen watje. Laatst zei zo'n chick op Tinder tegen me over een mislukte date met een kapper: '’Mooi, een man die kapper is, maar ik wil geen man die mijn haren kamt, maar een die aan mijn haren trekt!’

Hugo knikte overtuigend.

‘Kijk naar de films van tegenwoordig,’ vervolgde hij zijn verhaal. ‘Gespierde superhelden die de wereld redden. Batman, Captain America, Spiderman. De crisis laat de vrouw weer terug verlangen naar de klassieke man. De geschiedenis staat aan mijn kant. Jaren ‘70. Het ging goed met de economie. Toen waren androgyne artiesten als David Bowie en Queen populair. Toen de crisis in de jaren 80 kwam kreeg je opeens the A-Team, RAMBO, Dallas, the Dukes of Hazard. Dat is geen toeval gast. Bovendien. Wanneer is echt de laatste keer dat jij een vrouw hebt versierd door je als een gevoelige man op te stellen?’

‘Voor 2008 denk ik,’ zei ik.

‘I rest my case motherfucker.’

‘Ik twijfel nu überhaupt of ik haar wel had gewild. Ik wilde haar wereld. Niet haar. Ik wilde een ticket.’

‘Ze is een lekker wijf. Punt. Natuurlijk wilde je haar nog een keer nemen. Voor je eergevoel. Voor je trots. Voor je mannelijkheid. Vergeet al die andere gedachtes die je nu hebt. Dat zijn duivelse dingen in je kop. Dat doen vrouwen met je. Negeer het. Wees die neandertaler. Wees de man in de grot. Zeg oeaaah.’

‘Oeeaaah’, zei ik.

‘En dan met meer overtuiging.’

‘Pfffff,’ zei ik.

‘Heb je haar echt gehad?’ Ik knikte. ‘Rook haar vagina zoet?’

‘Ik denk het.’

‘Fuck Rosalie. En haar zoete vagina.’


Mis niets. Ontvang het volgende verhaal direct in je mailbox


Volg Psycho killer op Facebook, Twitter, Instagram