#10.5 Ik had een obsessie voor het seksleven van iemand anders
Ik had een obsessie voor het seksleven van mijn broer Nathan en Johanna. Als ik de kans had, keek ik door het sleutelgat. Het was die ene zaterdagmiddag dat ik aan mijn huiswerk zat en haar hoorde kreunen. Het ging het hele huis door. Zo’n kreun van een schaap dat opgewonden raakte omdat de wintervacht van het lijf werd geschoren in een helse hete zomer.
Ik had nog te veel huiswerk te doen om naar het sleutelgat te sluipen en te kijken wat ze deden. Ik moest het gekreun negeren.
Een kwartier later hoorde ik ze de trap aflopen en de voordeur dichtslaan.
De nieuwsgierigheid won.
Ik legde mijn studieboeken opzij en sprintte naar zijn slaapkamer toe en gleed met mijn handen over het matras heen. Op zoek naar bewijs dat ze het echt hadden gedaan. Ik wist niet precies wat ik zocht, maar ik moest iets voelen van hun sekspartij.
Zweet, sperma, squirtend vaginavocht.
Het matras was zo droog als het kon. In de prullenbak vond ik geen condoom of naar lichaam sappen stinkende papiertjes. Ook geen handdoek. Ik begon aan mezelf te twijfelen.
Misschien had ik het verkeerd gehoord. Misschien had hij haar alleen maar gevingerd en was dat de kreun die door het huis echode.
Ik ging zitten op de rand van het bed en vroeg me af waarom ik zo graag wilde weten waarom ze het hadden gedaan. Het sloeg nergens op. Een vreemde nieuwsgierigheid naar het seksleven van mijn broer. De gast die me om de haverklap in elkaar sloeg.
Tijdens deze gedachtes viel mijn oog op zijn boekenplank. Tussen de stripboeken in zag ik een envelop.
Ik stond op en pakte het en zag mijn eigen handschrift de naam Yori erop staan. De envelop was geopend geweest.
Het ging nooit meer gebeuren. De schaamte liet alles wat ik dacht voor haar te voelen, verdwijnen. Mijn broer die dit wist maakte elke mogelijk eind goed al goed met Yori onmogelijk.
Wij waren geen broeders. We waren vreemden. Hij haatte me. Sinds mijn komst op aarde was ik niet gewenst in zijn leven. Ik was een puist. Een abces. Elke vorm van aandacht voor mij was er een te veel.
Ik had de liefde van Johanna voor mijn broer onderschat. Ik had voor de makkelijke weg gekozen. Ik had zelf haar adres moeten achterhalen. Ik had Johanna hier niet lastig mee moeten vallen. Waarom zou ze mij helpen? Waarom zou uitgerekend zij niets tegen Nathan zeggen?
Het was mijn eigen falen dat hij nu wist van wie ik wakker lag. Hij zou een wederzijdse liefde van Yori voor mij nooit accepteren. Hij zou alles doen om mijn liefde voor haar naar de klote te laten gaan
Hij was een gezwel. Onmogelijk weg te halen. Zo’n agressievelling die zich maar verspreidde en verspreidde over de rest van het lichaam.
Als Johanna zo graag door de tijd wilde reizen, kon ik haar alvast vertellen hoe de relatie met hem afliep: Pijnlijk en beschamend.
Nathan was niet gemaakt voor het eeuwige. Hij was een sukkel. Een klootzak. Een lul die mij geen plezier gunde in dit leven.
Drie maanden later was het zover.
Johanna kwam nooit meer langs. Als ik er naar vroeg, kreeg ik een knietje tegen mijn stuitje.
Mis niets. Ontvang het volgende verhaal direct in je mailbox
Volg Psycho killer op Facebook, Twitter, Instagram
Photocredit: How to take partyphotos