#10.4 Toen ik door het sleutelgat keek en hoopte om coïtus te zien
Johanna was de graatmagere chick van mijn broer Nathan. Ze kwam ‘s avonds en in het weekend altijd langs als mijn moeder niet thuis was.
Nathan zei nooit wat over haar. Alsof ze niet mocht bestaan in het leven van mij en mijn moeder.
Als ze hier was sloten zij en mijn broer zich op in zijn kamer. Om er samen pas weer uit te komen vlak voor dat mijn moeder thuis kwam.
Nathan kende mijn moeder door en door. Als zij zei tien uur thuis te zijn, dan werd dat standaard half elf of half één.
Nathan en ik waren vreemden voor elkaar. Ik had hem een keer iets te enthousiast begroet op het schoolplein in het bijzijn van zijn vrienden. Thuis sloeg hij mijn hele arm en been blauw en schreeuwde dat ik hem nooit meer zo voor paal mocht zetten.
Hij wist dat zijn geheim van hem en Johanna veilig was bij mij. De pijn die hij me zou geven als ik ook maar een woord tegen mijn moeder zei, was waarschijnlijk niet voor te stellen.
Met een verschil.
Hij dacht dat het de pijn was dat me afschrikte. Maar het was de nieuwsgierigheid naar hun samenzijn dat ik nooit iets zou kunnen doorvertellen.
Als Johanna weer in ons huis was, sloop ik naar zijn slaapkamer deur toe en zette er een glas tegen aan en legde mijn oor daarop.
Ik luisterde naar hun gesprekken zonder inhoud. Ik luisterde naar de videofilms die ze keken en het gelach en geplaag dat ze op elkaar afvuurden. En soms, toen ik alleen nog maar de tv hoorde en ik me afvroeg wat ze aan het doen waren, ging ik op mijn knieën zitten en keek ik door het sleutelgat zijn kamer in.
Dan zag ik de blote rug van Johanna, bewegend met haar kont, zittend op een liggende Nathan.
Op een zondagochtend kwam ik haar tegen in de keuken. Het was het weekend dat mijn moeder met haar nieuwe vriend naar Berlijn was gegaan. Ze stond in de badjas van mijn broer tegen het keukenblad aan met een mok thee in haar hand. Ze keek uit het raam alsof ze hier niet was in deze ruimte en tijd.
Toen ik goedemorgen zei, keek ze met een vertraging naar mij en knikte toen half. Ik begreep maar al te goed dat ze nog daar was in haar hoofd.
Ik zag in die ene seconden waarom Nathan gefascineerd was door deze graatmagere meid met haar afgekrabde puisten in haar gezicht. Die dromerige afwezige blik die ze me gaf in de keuken was dat wat elke dimensie deed vervagen. Het menselijk gezicht dat elke dag veranderde van vorm en kleur was één, de wijzigende blik in de ogen was dat andere. Die ochtend was het de blik in haar ogen die haar lelijkheid volledig deed verdwijnen.
Wat wilde ik graag weten waar zij in haar hoofd zat en of die wereld ook voor mij zo aangenaam was.
Ik had het niet moeten vragen. Haar antwoord maakte het zo plat en gevoelloos. Woorden waren maar gewoon woorden. De harmonie van haar stem kon nooit die blik die ik in haar ogen zag evenaren. Hoe dromerig en gepassioneerd het ook klonk.
‘Ik wil graag door de tijd reizen. Naar de toekomst en weer terug. Het lijkt me zo’n fijne gedachte om te weten wat er komen gaat’, zei ze als antwoord.
Als dertienjarige had ik het antwoord niet op zulke gedachtesprongen. Nu zou ik het wel weten. Nu zou ik antwoorden:
‘We reizen al naar de toekomst. We hoeven er niks voor te doen. Het is juist het enige waar we geen controle op hebben.’
Dan zou ze misschien antwoorden: ‘Maar die reis gaat zo langzaam.’
En dan zou ik antwoorden: ‘Dat ligt er aan met wie je die reis maakt.’
Johanna mocht me. Ik zag het die zondagochtend in haar ogen. Ik zag het. Ze legde een hand op mijn schouder en kneep er kort in voor ze de keuken verliet en weer terug naar boven naar mijn broer ging.
Ik wilde graag die reis naar de toekomst maken met Yori. Zij was het. Dat volwassen lichaam, die stille aanwezigheid in onze woonkamer. De ogen die naar me keken voor ze afscheid van me nam.
Ik was een stommeling. Een dwaas. Een puber die elke vorm van vrouwelijke aandacht verkeerd begreep. Yori was een schim van alle aandacht die ik toen miste. De personificatie van opgekropte sperma en testosteron.
Onder invloed van al die hormonen die me dingen lieten voelen die ik nog nooit eerder had ervaren. Het was fantastisch.
Ik moest in actie komen. Het ging niet vanzelf.
Ik sprak Johanna eens aan toen Nathan niet in de buurt was.
Ik vroeg haar of ze een envelop wilde bezorgen. ‘Yori’ stond op de achterkant gepend. Zij zou het begrijpen. De fluisterende toon van mijn stem moest ze begrijpen dat Nathan het niet zou begrijpen en dat hij het beter niet kon weten.
Ze gaf me als antwoord een zoen op mijn voorhoofd. Zij snapte het dat Yori en ik één moesten worden. Zij snapte dat ik door haar ontmaagd wilde worden. Een vier jaar oudere chick. Met die zoen zei zij dat Nathan het nooit hoefde te weten.
Ik had expliciet mijn e-mailadres in de brief gezet. Elke dag als ik op een computer kon komen checkte ik mijn mail. In de hoop dat ik vond wat ik zo graag nodig had. Woorden in een specifieke volgorde. Nachtenlang fantaseerde ik hoe ze zou reageren op mijn verkapte proza en uitnodiging tot dialoog.
Het antwoord kwam nooit.
Volg Psycho killer op Facebook, Twitter, Instagram
Foto credit: J Badou