1.14 Als je bepaalde warme gedachtes wilt uitzetten, denk dan aan pizza ananas
Misschien mocht ik vanavond weer bij haar slapen. Als ik dingen zei als ‘sorry’ of ‘het spijt me’ of ‘we horen bij elkaar’. Ze appte terug: ‘Mijn *** is nat.’
Vervolg van 1.13 Me kwetsbaar opstellen om indruk te maken op de ander
Ik had zo weinig energie dat ik onderuitgezakt op mijn bureaustoel zinloos zat te scrollen door mijn social media tijdlijnen op m’n phone. Zelfs een Duracell-batterij ging me vandaag niet redden.
Ik was te moe voor duimpjes, hartjes en reacties. Te moe om WhatsApp-berichten te beantwoorden.
Wat ik nu deed was een automatisme geworden. Als ik de ene app had afgesloten ging ik naar de volgende. Om binnen twee minuten weer bij de eerste app uit te komen. Zo ging het wel even door.
Ik was een informatie slurpende consumerende zombie. Memes. Quotes. Foto’s met inspirerende oneliners eronder. Ik zag het zonder emotie of glimlach aan.
Af en toe bewoog ik de muis van de werkcomputer, om te voorkomen dat ik uit het systeem werd gegooid wegens ‘inactiviteit’. Ik telde de uren op de klok. Nog 150 minuten tot het weekend was.
Toen ik dreigde in slaap te vallen op het toetsenbord, kreeg ik een appje van Yara: ‘Meende je wat je zei? Dat je van me houdt?’
Ik was het al bijna vergeten dat ik dat had gezegd afgelopen avond. Als laatste redmiddel om te mogen blijven slapen.
Misschien mocht ik vanavond weer bij haar slapen. Als ik dingen zei als ‘sorry’ of ‘het spijt me’ of ‘we horen bij elkaar’.
Dit appje moest ik beantwoorden. Ik kon ‘m niet negeren.
‘Ja’, antwoordde ik. ‘Ik meende elk woord.’
‘Mijn kut is nat’, appte ze toen, ‘en ik denk aan je.’
Met een rood hoofd probeerde ik mijn erectie onder het bureau te verbergen. Ik lockte mijn telefoon en staarde naar het beeldscherm.
Ik kreeg gedachtes over pijpen, neuken, haren trekken, tepels knijpen, beffen, baffen, aan billen zitten, aan oorlellen likken, in oorschelpen fluisteren.
Mijn gedachten werden verstoord door mijn naam.
Uit het kantoor van Arnold, met een halfopen deur, kwam het hoofd van Dorien tevoorschijn. ‘Alpha bravo Charlie to the rescue’, zei ze. ‘Kan je even komen?’
Zij was met Arnold en Frits in gesprek .
Ik keek Roel aan die achter me zat te werken. Hij draaide zich naar mij toe op de bureaustoel en knikte onder de indruk: ‘Op audiëntie in je eerste week. Toe maar’, zei hij.
Ik kon nu niet opstaan. Mijn erectie stak te veel naar voren. Ik kon niet met een stijve naar het kantoor van de grote baas Arnold wandelen. Onmogelijk. Dat was toch alsof ik het fort enterde met mijn geheime wapen.
‘Waar wacht je op?’, vroeg Roel.
‘Weet niet?’
Ik moest aan andere dingen denken. Iets wat zo smerig en abnormaal was.
Pizza ananas.
Ja.
Pizza ananas.
Ik dacht aan pizza ananas. Al slurpend die smerige ananas naar binnenwerken. Dat ananasvocht wat zich door de hele pizza heen had getrokken.
Zoals ik al slurpend Yara befte. Kut. Verkeerde gedachte. Kut. Kut. Kut.
Mijn lul bleef hooggespannen. Ik verroerde me niet.
Dorien stak nog een keer haar hoofd door de deur: ‘Charlie? Nu graag?’
‘Ik kom!’, zei ik en raakte verward door deze twee woorden.
Afgelopen avond had ik dit nog geroepen tegen Yara voordat ik daadwerkelijk kwam. Ik zag het als een service om het soms aan te kondigen aan de vrouw onder me. Met een kreun of een schreeuw: ‘Ik kom!’
Wat gek eigenlijk dat ik het soms aankondigde.
‘Waarom kijk je zo ernstig?’, vroeg Roel.
‘Euh’, en mijn gezicht liep rood aan.
‘Charlie?’, herhaalde Dorien.
Ik stond als een robot op en probeerde via mijn hand in de broekzak mijn lul in een goede houding te leggen in mijn onderbroek. Ik deed elke beweging heel langzaam. Ik mocht nergens tegen aanstoten. Niemand mocht naar mijn stijve kijken.
Al trekkend met mijn been over de grond, was ik een walker in The Walking Dead.
Alleen doordat ik zo lang was blijven zitten op mijn plek, had ik de aandacht van iedereen op kantoor gewekt. Al die koppen keken langs hun beeldschermen heen, naar mij.
IEDEREEN.
Dorien opende de deur verder en ik had het idee dat ze naar mijn lul keek.
Krimp dan, krimp dan, krimp dan!
Pizza ananas. Pizza ananas. Pizza ananas.
Arnold zat met Frits aan een rond tafeltje in zijn kantoor. Hij deed zijn leesbril af en knikte naar me.
‘Is er wat met je been?’, vroeg Dorien die de deur verder voor me opendeed.
‘Alles oké’, piepte ik.
Frits zat bevroren naar een laptopscherm te kijken. Het scherm had de kleur blauw met veel witte blokletters.
‘Dat ziet er goed uit’, zei ik en ging als een houten klaas op de stoel zitten.
Nu was ik veilig. Lul onder de tafel. Niemand die wat had gezegd en hopelijk niets had gezien.
Frits was duidelijk in een andere wereld. Hij reageerde niet op me.
‘Op de een of andere manier is de laptop van Frits gestopt’, zei Dorien, ‘Had jij nou ook het Excel-document van Frits ontvangen?’
‘Ja’, zei ik.
Dorien schoof haar laptop naar me toe. ‘Als je via mijn laptop inlogt in het systeem, dan kan je ‘m erbij pakken’, zei ze.
‘Geen probleem’, zei ik. ‘Geen probleem.’ Ik legde een hand op Frits schouder. Een siddering ging door zijn lijf. ‘Gaat het een beetje Frits?’
Ik toetste mijn gebruikersnaam en wachtwoord in en moest een speciale inlogcode uit een speciale app op mijn telefoon halen om verder te komen.
• 10.000 euro pinnen bij een ING automaat in de Albert Heijn was makkelijker.
• Een hotelkamer boeken via de kermiswebsite van booking.com was makkelijker.
• Een Tinderdate zwanger maken, negen maanden wachten en dan een baby in leven houden was makkelijker.
• Een legpuzzel van duizend stukjes van een tekening van Escher in elkaar zetten was makkelijker.
• Jezelf driedagen lang in leven houden met Smintjes was makkelijker.
• Je reet afvegen met een huis-aan-huis-folder van Van Haren was makkelijker.
• Alles in de wereld was makkelijker dan inloggen in ‘het systeem’ van dit bedrijf.
Ik ontgrendelde mijn telefoon en kwam gelijk in het WhatsApp-gesprek met Yara terecht en las:
‘Ik zit nu aan mezelf. Na te denken over gisteravond. Zo geil toen je op me kwam.’
Ik drukte WhatsApp weg en keek verschrikt naar Dorien. Had ze meegelezen?
Zij keek mij verward aan doordat ik haar verward aankeek. Ik schudde mijn hoofd, mompelde wat en opende de app met de inlogcodes en merkte dat mijn lul weer stijf aan het worden was.
Pizza ananas. Pizza ananas. Pizza ananas.
Via de code op mijn telefoon logde ik in. Vervolgens zat ik naar een tijdsbalk te kijken hoe lang het inloggen nog ging duren in ‘het systeem’.
Ik knikte naar Arnold en Dorien: ‘Hij is nu aan het inloggen.’
Hij. Alsof het een mens met gevoel was.
‘Dat duurt altijd wel even hè’, zei Dorien.
‘Ja dat duurt altijd wel even’, knikte Arnold.
‘Ja dat duurt best lang ja’, zei ik maar.
Toen keken we alle drie automatisch naar Frits. Die zat nog steeds als een zombie naar zijn blauwe laptopscherm te kijken.
Paar minuten later: ‘Yes, ik ben binnen’, zei ik alsof ik de heilige graal had gevonden in Petra in Jordanië met Indiana Jones als kompaan. Ik zocht het bestand op en kwam terecht in Excel met een hoop getallen en formules.
Yara zat nog steeds in mijn hoofd. Ik ademde de geilheid weg met gesloten ogen.
‘Gaat het wel met jou?’, vroeg Dorien.
‘Ja. Nee. Even een mindfulness-momentje.’ Ik opende mijn ogen. ‘Dit is ‘m toch?’ Ik draaide het scherm naar Frits, maar hij kon nog steeds niets uitbrengen. ‘Volgens mij is dit ‘m.’
‘Mooi’, zei Arnold.
‘Moet ik nu weg?’, vroeg ik.
‘Dan kunnen we het bestand niet meer zien’, zei Dorien. ‘Je bent nu ingelogd via jouw account. Als je weer terug op je plek inlogt, ga je er hier automatisch uit.’
‘Oh ja’, zei ik, al snapte ik niet helemaal wat ze bedoelde. Er werd gesproken in systeem-geheimtaal hier.
Mijn telefoon bleef ondertussen vibreren op de tafel. Ik pakte ‘m op en stopte het in mijn zak.