3. Wees op alles voorbereid (hoofdstuk 2)

‘Je weet nooit wanneer je in een nieuw avontuur belandt.’ Hij draaide zijn hoofd naar mij: ‘Ga je mijn wijsheden nog noteren, of wat?’

3. Wees op alles voorbereid (hoofdstuk 2)

Dit verhaal is onderdeel van een blogreeks. Ik deel elke maandag deel 1 (van de vier delen) van mijn boek Ze gingen samen het toilethokje in.mp4. Hier vind je een overzicht van de reeks.

Paul begon op zijn hurken zijn versleten leren bruine rugzak uit te pakken op mijn nachtkastje. Een voor een zette hij een bus Axe Afrika deodorant, een flesje eau de cologne van Mexx, een groene tandenborstel, een nagelknipper, een zwarte mini kam en drie Durex-condooms neer. ‘Een man moet op alles voorbereid zijn in ’t leven,’ zei hij alsof hij me zag kijken. ‘Je weet nooit wanneer je in een nieuw avontuur belandt.’ Hij draaide zijn hoofd naar mij: ‘Ga je mijn wijsheden nog noteren, of wat?’

Ik pakte een notitieblok uit mijn schooltas en een BIC-pen uit het vakje aan de zijkant. Ik knikte ja, bladerde door mijn schoolaantekeningen heen en vergat wat ik nou moest noteren.

‘Ik heb ook dit meegenomen.’ Hij haalde een groen zakje wiet uit zijn rugtas. ‘Ik hoop dat jullie hier in dit dorp weten wat dit is?’

‘We hebben hier een coffeeshop,’ zei ik trots.

‘Zo. Echt?’

‘Ja.’

‘Indrukwekkend,’   knikte   hij,   daadwerkelijk   onder   de indruk.

‘Wil je wat drinken eigenlijk?’ vroeg ik.

‘Bier.’ Ik keek hem vertwijfeld aan. ‘Oh, dat vindt je moeder zeker te vroeg,’ zei hij toen met de wenkbrauwen omhoog.

‘Ja, dat vindt ze wel een beetje vroeg. Ze is niet tegen alcohol of zo. Helemaal niet. Maar nou ja. Het is te vroeg, ja.’

Paul stond op, gooide zijn armen in de lucht en begon uitgebreid te geeuwen. ‘Sjonge jonge, jongen. Jordy! Man. Het is oké. Water is ook goed. Laten we er relaxed onder blijven.’

‘Groot of klein glas?’

‘Klein. Hé. Het is hier nog precies zoals tien jaar geleden. Hoe oud was je toen?’ vroeg hij.

‘Zeven?’

‘Zeven. We hadden toen op zolder een hut gebouwd. Kan je je herinneren?’

'Denk het?’

‘Met je zusje. Toen maakten we van jou een mummie. We hebben heel veel lakens om je heen gewikkeld en met riemen vastgemaakt en zo. Je had je kop moeten zien toen. Man. Man. Man. Man. Dat was een gouden dag,’ lachte hij. ‘Waar is Noor eigenlijk?’

‘In Utrecht. Bij mijn pa,’ zei ik.

‘Komt ze hier nog wel eens?’

‘Om het weekend.’

‘Doe haar maar de groeten dan.’

Paul plofte met zijn buik op het matras neer met zijn armen gespreid.  Hij  kroop  daarna  overeind  en  trok  een  moeilijk gezicht. ‘Waar is de badkamer eigenlijk? Ik moet echt even schijten hoor.’

‘M’n ma heeft liever dat je beneden poept, weet je wel.’

‘Regels. Regels. Regels. Wanneer kom jij eens in verzet tegen de regels van je ma, man? Het is een vrij land. Je zou mogen poepen waar je maar wilt. Op straat. In de wasbak. In de club. Al die mensen met hun saaie regels en saaie verwachtingen. Herken je dat?’

‘Ja,’ zei ik. Ik dacht hem te begrijpen. Toen zei ik enthousiast: ‘Ik wil graag een piercing zetten. In mijn wenkbrauw.’ Ik wees naar mijn rechterwenkbrauw. Ik had er al weken over nagedacht. Ik durfde het niet aan mijn ma voor te stellen. Misschien kon Paul me advies geven.

‘Is dat hier een ding?’

‘Euh, nee?’

Paul zuchtte uitgebreid in kleermakerszit met zijn schouders hangend naar beneden. ‘Ik weet niet of ik je dat moet aanraden, man. In je oor zou kunnen. In je wenkbrauw is wel beetje té nineties. Oké. De druk is nu echt hoog.’

Paul stond op, gooide mijn deur open en was drie stappen later bij de badkamer die hij vluchtig op slot deed. Direct daarna volgde het geluid van de wc-bril die tegen de pot aan viel.

Ik deed zijn rugtas verder open, omdat ik graag wilde weten wat voor spullen iemand in dit huis meenam. Als dingen uit de hand liepen, wist ik in ieder geval wat ik kon verwachten. Ik zag een groen T-shirt, een handdoekje en een tube. Ik pakte de tube eruit. Handcrème. Apart. Daarna haalde ik een zwaar object eruit dat precies in mijn hand paste. Een ingeklapt mes. Ik durfde ‘m niet te laten ontspringen. Wat moest hij daarmee? Ik stopte het mes weer terug in de tas.

Ik  was  benieuwd  wat  mijn  vrienden  van  Paul  vonden. Misschien gingen ze met andere ogen naar mij kijken. Dat ik dit soort toffe mensen als familie had. Met twee treden tegelijk ging ik naar beneden, waar ik met grote passen de keuken in gestampt kwam. Mijn ma was aan het roeren in een pan macaroni. ‘Je hebt wel gezegd dat hij niet boven zijn behoefte kan doen, toch?’ zei ze met zo’n toontje.

‘Het is een vrij land,’ zei ik.

‘Pardon?’

Ik draaide aan de knop van de kraan, pakte een groot glas uit het kastje boven het aanrecht en zette dat onder de waterstraal. Hij moest genoeg drinken. Dat was belangrijk. Ik negeerde de strenge blik van mijn ma en liep met twee gevulde glazen terug naar boven.

Ik deel elke maandag deel 1 (van de vier delen) van mijn roman Ze gingen samen het toilethokje in.mp4. Verder lezen? Bestel de paperback of hardcover in mijn shop en ontvang het boek met een persoonlijk bedankje in je huis.