Uitgesteld genot (1)

‘Mag ik iets geks zeggen?’ zei ze.

Uitgesteld genot (1)
Photo by Abeer Zaki / Unsplash

Uit haar katoenen broek haalde ze zo’n Napoleon-snoepje.

Bij de Mariaplaats, in Utrecht. Met twee handen haalde ze de bal uit de plastic verpakking en stak die daarna in haar mond. Ze propte die in de hoek van haar wang.

Met een bolle wang zei ze: ‘Wil je ook?’

Ik zei: ‘Heb je nog dan?’ Ze knikte en zei: ‘Open je mond.’

Vervolgens pakte ze de bal met twee vingers van haar tong af en legde die op die van mij en ik zweer het je:ik heb nog nooit zo bewust gezogen aan zo’n zuurballetje als dit. Het idee alleen al van haar speeksel vermengd met het zure, waar je kaken van straktrekken, in mijn mond.

Mijn mond.

‘Je hebt zulke droevige ogen,’ zei ze toen en ze stak de weg over.

Ik snap niet waarom mensen verliefdheid het lekkerste gevoel in de wereld vinden. Je eet en slaapt nauwelijks meer en elk woord dat is gezegd blijft maar ronddwalen in je gedachten. Zoals: ‘Je hebt zulke droevige ogen.’

We gingen een hotel binnen in een van die zijstraatjes in de binnenstad van Utrecht.

Op de begane vloer was een borrel gaande. Vrouwen in rokjes en blouses, mannen in jasjes en overhemden en personeel dat met dienbladen rondliep, met daarop gevulde glazen en warme hapjes waar je de naam niet van wist.

En daar waren wij.

De mannen van alle leeftijden keken naar haar en het gaf mij een goed gevoel. Dat ik naast haar liep en iets had beleefd waar de rest niet eens over durfde te dromen.

Dat haar Napoleon-snoepje in mijn mond was beland.

Romy had de mouwen van haar blazer opgerold en liep naar een gast met een brilletje toe.

‘Hoi,’ zei ze. ‘Ben jij Hendrik?’

Hij knikte en zei: ‘Goed dat jullie er zijn’ en hij wees naar een klein podium met aan elke kant een geluidsbox ernaast op zo’n paal. Hij legde de planning van deze avond uit, vroeg of we wat wilden drinken en of we een usb-stick met de powerpoint hadden. Daarna liep hij met de usb-stick weg.

Romy keek me aan en vroeg: ‘Gespannen?’

‘Ja,’ zei ik en merkte nu pas hoe hoog mijn ademhaling was.

‘Zo kom je niet over,’ zei ze. ‘Dat is wel goed, toch? Als niemand het merkt.’

‘Daar ben ik ook niet bang voor,’ zei ik. ‘Het is meer dat ik altijd een angst heb dat daar op dat podium niets meer uit me komt. Dat ik alleen maar kan staren, terwijl ik alles hoor, zie en ruik.’

‘Is dat weleens gebeurd dan?’ vroeg ze.

‘Toen mijn vader zijn lul in mijn oma had geparkeerd in de keuken, toen ik mijn broodtrommel was vergeten,’ zei ik.

Ik pakte haar bij haar schouder vast en zei: ‘Ik ga plassen.’

‘Wacht. Wat?’ zei ze toen ik haar passeerde.

Je wil geen gevoelens krijgen. Maar je krijgt ze. Omdat je te veel tijd met elkaar doorbrengt. Omdat ze echt naar je luistert. Omdat ze je echt begrijpt. Maar ja. Je bent collega’s. Het laatste wat je nodig hebt is drama. Bovendien had ze al een vriend. Hij stond zelfs als achtergrondfoto op haar telefoonscherm en ze had het altijd over hem met zo’n zachte toon in haar stem.

De mensen klapten voor me, terwijl Romy de bovenste knoop van mijn overhemd open deed. ‘Dit staat zo sexy,’ zei ze. ‘Als je het even niet meer weet, zoek mij op in het publiek en kijk naar mij. Oké?’

Mijn naam klonk door de boxen heen en ik stapte het kleine podium op. Ik nam de microfoon over van Hendrik en knikte naar de mensen, zonder hun gezichten te zien.

Achter me verscheen een foto van Mr. Beast. Zoals hij al tig keer dit jaar achter Romy was verschenen.

Ik vroeg: ‘Wie kent hem?’

Niemand reageerde en toen wist ik al dat de deal rond was. ‘Schaam je,’ zei ik. ‘De toekomst is nu en hij is het.’ Ik wees naar achteren met mijn duim. ‘In een dag bereikt hij meer mensen dan dertig seconden reclame inkopen op het aankomende WK voetbal.’

De mensen hingen aan mijn lippen en toch wilde ik de goedkeurende blik van Romy zien. Dat het echt goed ging. Maar ze was nergens te bekennen.

Toen het avondprogramma was afgelopen, zwol het geluid op van pratende aangeschoten mensen. Romy deed haar ding bij de mensen in de duurste pakken. Af en toe een hand op hun armen leggen, visitekaartjes ontvangen en proberen een afspraak te regelen.

Ik stond aan de zijkant van de zaal bij een sta-tafel. Pinda’s in mijn hand, die ik een voor een in mijn mond liet glijden. Een vrouw in een lichtblauwe jurk kwam op me af en stak haar hand uit. ‘Oh sorry,’ zei ik en stak mijn elleboog uit. ‘Mijn handen zijn vies van de nootjes.’

‘Iedereens handen zijn vies,’ zei ze met een twinkeling in haar ogen. De rimpels bij haar decolleté verraadden haar echte leeftijd.

‘Leuk verhaal,’ zei ze, terwijl ze knikte naar het podium. ‘Wat zou jij doen als je doelgroep bestaat uit een nieuwe generatie overgevoelige jongeren die nauwelijks geld hebben, maar je toch wil dat ze een duur product van je kopen?’

Ik knikte en klapte de korrels van mijn handen af. ‘Ze minder alleen laten voelen met je content,’ zei ik.

‘Goh,’ zei ze en ze haalde een visitekaartje uit haar handtasje en gaf het aan me. Yvette stond erop. Marketingdirecteur. Van een schoenenmerk.

Toen draaide Romy zich om en keek in mijn ogen. Ook al stonden er minstens drie bartafels met vele mensen tussen ons in. Ze keek naar mij. En haar Napoleon-bal had in mijn mond gezeten.

‘Vind je het leuk wat je verkoopt?’ vroeg ik.

‘Waarom twijfel je?’ vroeg ze.

‘Je draagt de schoenen van een ander merk,’ zei ik en knikte naar haar hakschoenen.

‘Die opmerking kost je een lead,’ zei ze en liep met een glimlach van me weg.

‘Waarom zou je iemand uitnodigen die je naar de mond praat?’ riep ik achter haar aan. Maar ze verdween in de mensenmassa.

Romy kwam bij me staan en legde een hand op mijn onderrug.

‘Heeft ze interesse?’ vroeg ze.

‘Absoluut,’ zei ik.

We keken elkaar aan. ‘We zijn zo’n goed team samen,’ zei Romy.

‘Ja, hè,’ zei ik.

‘Mag ik iets geks zeggen?’ zei ze.

‘Wat?’ zei ik.

Romy boog zich naar mijn oor toe. ‘Nou,’ fluisterde ze en toen voelde ik een zacht briesje van haar ademhaling tegen mijn oor. Haar shampoolucht bereikte mijn neus. Haar parfum. Haar lichaamswarmte.

‘Zeg,’ zei ik en legde een hand op haar onderrug.

‘Nou,’ fluisterde ze weer. ‘Ik weet niet hoe ik het moet zeggen, maar het windt me op. Dit. Met jou. Samen.’

Het windt me op. Zo’n zin die me nog dagen zou kunnen achtervolgen.

Maar het was niet die zin die me wakker hield. Nee.

Ze deed een stap terug, ging met haar hand naar het schaaltje nootjes toe en schraapte er een aantal uit.

Ze stopte ze een voor een in haar mond en zei toen al kauwend met open mond: ‘Goed dat ik vanavond bij mijn vent slaap.’

EINDE

Mede mogelijk gemaakt door mijn boek Sombere hitsigheid: Onbegrepen.