Episode 2: Al mijn meiden

De Psycho killer nachten zitten vol wanhopige meiden waar Charlie niets voor voelt. Tot hij Amanda ontmoet.

Episode 2: Al mijn meiden

Gepubliceerd tussen en 12 december 2011 - 20 maart 2012

1. X-factor in de kelder

Een seconde voordat ik haar voor het eerst zag, mocht ik haar al niet. Ik ging op haar plek zitten bij een ongezellig kelderfeestje en dat had ik geweten ook.

Hoe - ik - het - in mijn – mijn - hoofd haalde om zoiets te doen en waar ik het lef vandaan haalde en wie ik dacht dat ik was.

Charlie, oprichter van Psycho killer, ook ik heb jou aan het dansen gekregen, meid.

Ik kende haar niet, zij kende mij niet, maar ze sloeg wel zo’n toon tegen me aan.

Primadonna.

Toen ze beledigd wegliep en ik scheldend vroeg wie dat gekke wijf was kreeg ik in koor terug te horen dat ze in X-factor had opgetreden en heel ver was gekomen.

Dat vroeg ik niet.

Ze stikte er maar in met haar Twents accent en haar een minuut faam.

Om diezelfde nacht nadat de kelder was omgetoverd tot een mislukte danszaal, vijftig minuten lang met haar ordinair te tongen, dat zelfs de overburen kwamen vragen waar ik al dat speeksel vandaan haalde.

Van haar: met haar te brede schouders en te brede heupen en haar ongezellige kleine niet ronde borsten maar haar prachtige dikke billen. Om daarna droogjes elkaar een hand te geven en ze nooit meer terugkwam in mijn leven.

2 Een verhaal over een meisje met de naam Jo

Ze was een van mijn eerste veroveringen toen ik op mezelf woonde in Utrecht. Maanden na de eerste zoen had ik haar nog niet uit mijn hoofd.

Ik was verliefd op Jo.

Ik kon nauwelijks meer eten en hoopte elk weekend weer dat ze ook in de kroeg was.

Ik had haar eenmalig gezien op een Psycho killerfeest, toen ze met een andere jongen ging die Arthur heette. Hij was de zoon van een rijke vastgoedhandelaar.

Ik liep onwennig rond en hoopte dat het bescheiden feestje genoeg mensen trok om de kosten eruit te halen.

Toen ze mij toevallig aansprak had ik nauwelijks oog voor haar. Het gesprek was lang genoeg om haar geïnteresseerd te houden in mij. Wat ik tot de dag van vandaag nog steeds niet begrijp.

Het feestje was tot 2.00 uur in de nacht weinig aan, maar toen een vijftiental kennissen binnenstroomden - dronken van een ander feestje - werd het toch nog een succes. Meer dronken van geluk dan van de alcohol trok ik om 6.30 uur de deur dicht van een leegstaand huis in de wijk Zuilen waar het feestje was.

Jo stond buiten, geleund tegen een lantaarnpaal een sigaret te roken in haar te korte zwarte rokje en strak roze shirt met een leren jasje erover heen. Ze groette me en ik vroeg waar Arthur was.

Ze zei dat hij met zijn dronken kop naar een ander feestje was gegaan en haar hier had achtergelaten.

We wandelden samen door de stad die we beiden nog niet zo kenden.

We hadden het over onzinnige dingen die we met veel gelach beantwoordden. Het moment was juist, alsof het zo moest zijn, toen ik haar plotseling zoende, midden op straat in een nog slapende stad.

Ze zoende terug en we gingen naar haar vrij grote studentenkamer in de binnenstad toe.

Toen ik die middag in haar bed wakker werd, was ik verliefd en wilde haar voor altijd ruiken en aanraken. We aten samen wat en toen stuurde ze me naar huis toe.

Ik heb daarna twee weken lang mijn piemel niet aangeraakt uit respect voor haar. Respect.

3 Ik wenste dat je hier was

Jo. Was je maar hier. In mijn bed. Ik mis je, ook al ken ik je nauwelijks. Ik houd van je, ook al weet ik niet eens je lievelingseten. Ik hoop dat ook jouw lievelingskleur oranje is. Houd je van films? Misschien is Clint Eastwood ook jouw held.

4 Ik wilde koning Arthur vermoorden (en was me bijna gelukt ook)

arthur

De eerste keer dat ik Jo weer tegenkwam, na onze nacht samen, was in de supermarkt. Ze liep op me af en ik wist niet meer hoe ik me moest gedragen, dus ging ik ongeïnteresseerd een pot doperwten bestuderen.

Ze ging naast me staan en zei op een botte toon dat ik geen smsjes meer naar haar moest sturen en als ik niet ophield, ze (koning) Arthur op me af zou sturen.

Zo naïef als ik was ging ik door met mijn liefdesbetuigingen (via de sms, via mail en msn).

De vuisten van Arthur heb ik gevoeld. Als een mak schaap incasseerde ik ze op klaarlichte dag in de Bilstraat.

Niemand die me hielp, niemand die het wilde zien.

Ik heb het aan iedereen verzwegen dat ik klappen had gekregen. Totdat ik Arthur een jaar later zag lopen op een Psycho killer-feest.

Ik was de keizer, niemand kon me wat maken.

Ik stuurde drie stevige kerels -  die een soort van uitsmijters op onze feesten waren - op Arthur af. Hij werd zonder pardon van het feest verwijderd, in een ijskoude sloot gegooid en als hij weer aan wal wilde klimmen trapten ze hem er nogmaals in.

Die nacht was Arthur aan de dood ontsnapt. Zijn onderkoelde lichaam betekende bijna zijn einde. Oplettende omstanders belden op tijd de ambulance. Mijn drie uitsmijters werden door de politie opgepakt. Ze hebben nooit mijn naam genoemd.

Waarschijnlijk waren ze zelf te dronken om te weten hoe het allemaal was begonnen. En Arthur maar afvragen waar hij dit allemaal aan verdiend had.

Toen het gebeurde kon het me nauwelijks wat boeien. Ik was zelf koning.

5 Hypothemie

Daar zat hij. Koning Arthur. Caissière bij de Edah supermarkt. Wat een sukkel. Ik rekende mijn sinasappels bij hem af en bleef hem recht in de ogen aankijken. Hij herkende me, maar zweeg. Toen vroeg ik: ‘Waarom werk je hier? Ik dacht dat je rijk was.’ Hij antwoordde niet.

6 Dagdroom natie (part I)

Iedereen had dromen. Grootste dromen. Maar zij had dromen met het idee dat ze ook werkelijk uit zoude komen.

Niemand werd Reve, Kate Moss, Anton Corbijn of Lou Reed.

Maar volgens Amanda hoefde je alleen maar te visualiseren en elke dag te dagdromen en dan werd je vanzelf een Steve Jobs of Michael Jackson.

Hoe ze met zekerheid en vertrouwen haar dromen uitsprak was niet alleen schattig maar vooral triest. Alsof je iemand langzaam ziet wegglijden in een drankverslaving terwijl die persoon zelf hard blijft brullen dat het makkelijk zonder alcohol kan feesten.

Ach Amanda, met je blonde haren en je tuttige Hemajurkjes en stoffige vestjes.

Ze had iets moois maar ook iets te braafs. Jongens deden niet eens moeite om haar te versieren, want ze wisten na een minuut kletsen al dat haar Ter Stal ondergoed aan zou blijven vannacht.

Ze had het altijd over haar ex Victor. Hij was in haar ogen een god, alleen zij had het niet door dat Victor elke burgerlijke trut in de stad liet geloven dat hij een god was. Arme Amanda.

7 Dagdroom natie part II

‘Ik ga wat betekenen voor de wereld,’ zei ze tegen me in een eetcafé, terwijl ze netjes haar vlees in stukken sneed. ‘Wat wil jij met je leven?’ Vroeg Amanda.

‘Dit is mijn leven. Feesten organiseren.’

‘Ja, maar dit kan je toch niet vooreeuwig volhouden?’

‘Wat, feesten?’

Ik keek naar haar lippen en fantaseerde hoe ik haar zou leren hoe ze moest pijpen. Maar haar gepraat over carrière maken en je route uitstippelen maakte me vooral impotent.

Ik was in het hier en in het nu. Wat boeide de toekomst? Dit zei ik haar ook.

Maar ze geloofde me niet.

‘Op mijn dertigste heb ik een kind en ben ik getrouwd en woon ik in Almere. Centraal in het land, zodat ik snel op een redactie kan zijn in Amsterdam of Hilversum. Waar woon jij over tien jaar?’

‘Lissabon, New Delhi, wellicht  Sidney of Tokio. Misschien Rio de Janeiro, of Mexico Stad. Of gewoon in Utrecht.’

Ze zei: ‘Victor is op dit moment in Lissabon.’ Wanneer was ze eens over die gozer heen. Oké, hij had haar ontmaagd, maar dat betekende niet dat hij elke dag verafgood moest worden bij ieder gesprek dat ze voerde.

‘Hij is niet in Lissabon,’ zei ik. Ze keek me verschrikt aan en begon toen te lachen om te kijken of ik ook zou lachen en zo liet zien dat ik haar voor de gek had. Ik hield mijn gezicht strak en keek haar lang genoeg aan om haar onzeker te laten voelen.

‘Hoe weet je dat?’ Vroeg ze.

‘Ik zag hem laats op een feestje met een meisje. Hij is zeker niet in Lissabon,’ lachte ik. Ze trok wit weg en legde haar vork en mes neer op het bord. Ze keek me verschrikt aan en pakte toen haar handtas om haar telefoon te zoeken. ‘Wat ga je doen?’ vroeg ik.

‘Hem bellen. Waarom heeft hij het niet tegen me verteld?’

‘Laat 'm met rust.’

‘Nee. Je ziet het verkeerd. Ondanks dat we exen zijn, zijn we echt goede vrienden. Begrijp je? Dit doe je toch niet bij je vriend?’

‘Misschien ziet hij je niet als je vriend maar als een ex die hij elk moment van de dag kan bellen om een nummertje te maken.’

‘Dus jij denkt dat ik hem nog neuk en dat hij me misbruikt? Misschien misbruik ik hem wel.’

‘Ik weet het niet, maar als jij geen SOA wil zou ik hem niet meer neuken.’

‘Wat?’

‘Hij en Lindsy. Jep/’

‘Niet, de slet… Ik geloof je niet.’

Ik keek beledigd (wat ik niet was) en ging verder met eten zonder haar aan te kijken of een nieuw gespreksonderwerp te beginnen.

8 Driehoeksgewijs

Amanda: Waarom mogen jongens altijd iedereen neuken en als ik met een man in bed stap is het een schande?

Ik: Je hoeft mij niet aan te kijken. Het is jouw leven, het is jouw vagina.

9 Ruikt naar een tienergeest, klootzak

groen klimrek zoenen

Een te dik opgelegde zoete geur penetreerde mijn neus. Het deed me direct denken aan mijn eerste tongzoen met sletje Eva toen ik veertien jaar was en ik omging met kerels van zeventien jaar met opgevoerde brommers en hippe scooters.

Sletje Eva wilde iedere jongen ontgroenen. Het was haar missie om 100 jongens de eerste zoen te bezorgen, zodat die jochies vijftig jaar later nog aan haar zouden denken. Wat een grootheidswaanzin.

Ze wist de jongens goed in te palmen met haar semiseksuele agressiviteit.

Voor ik er erg in had stelde ze me op een saaie fuif de vraag:

‘Ben je nog groen?’

Ik kon nauwelijks ‘ja’ zeggen en toen zat haar tong al in mijn mond, te roeren en te draaien.

Toen vond ik het wel geil dat ik spontaan werd gezoend door Eva. Maar mijn zogenaamde vrienden van 17-jaar lachten me uit en behandelden me als een kind van veertien. Terwijl ze me al die tijd daarvoor als een gelijkwaardige aanspraken.

Het weerhield me er niet van om 's  avonds door de week stiekem met Eva in een speeltuin bij het klimrek af te spreken en urenlang te tongen en te zoenen. Interesseerde mij het dat ze het met ieder jochie deed.

Ik wilde haar lippen proeven. Ik wilde het ontdekken.

10 Lip van koorts

Koortslip. Voor de rest van mijn leven. Bedankt Eva.

11 De prinses van kerst

Witte kerstavond was gekomen, in de neuzen van Martijn en Nik. Ik had er geen zin in. Ze werden er zo vervelend van dat ik maar aan de Smirnoff Ice ging.

We zaten in de gezamenlijke huiskamer. Sjoerd en Kurt waren al op huis aan. Martijn had een uur lang staand op de tafel gepreekt uit zijn Moleskine boekje. Nik zat een half uur lang te ouwehoeren over een politieke partij voor de pantoffeldiertjes.

Toen gingen we roddelen over vrouwen met te bolle buiken en dikke bovenbenen. Toen dat klaar was viel ik in slaap, op de stoel, met een glas Vodka in mijn hand en een peuk in mijn bek, om wakker te worden in mijn onderbroek op het grasveld van de buren en met een smerig snorretje onder mijn neus. Eikels.

12 Kom als je bent sukkel

Ik kwam mijn zoensletje Eva jaren later nog eens tegen op een Psycho killer-feest op het dak van een bedrijfspand in Oog in Al.

Ze was er door de jaren heen niet mooier op geworden, wel dikker.

De rechterkant van haar gezicht was verbrand. Het leek op een woest berglandschap.

Toen ze diep in de nacht naar huis fietste vond een onbekend figuur het nodig om een bijtend zuur in haar gezicht te gooien. De dader was nooit gevonden.

Van haar seksuele agressie was niets meer over toen ik haar kort aansprak.

Het was een verlegen onzeker meisje geworden. Ik had met haar te doen. Zo’n mooi gezichtje, verbrand voor het leven.

13 De waanzin van Bono

zonnebril geel

We noemden hem Bono, omdat hij vaak – niet altijd – een zonnebril met gele glazen droeg.

Daar hield de vergelijking met de Ierse popster wel op. Hij vond zwarte mensen negers, Chinezen scheel en idealisten idioten met een gebrek aan opvoeding in realiteitszin.

Hij vond zichzelf niet racistisch, wel verschillig en eenkennig.

Ik vond hem een klootzak. Hij mocht van mij de tering krijgen. Hij had niet alleen Jessie ontmaagd jaren geleden, maar hij viel haar ook nog steeds lastig met hopeloos slechte poëzie die hij van een website genaamd ‘ik-dicht-dus-ik-ben.tk’ vandaan haalde.

Het ergste was dat zij smulde bij zijn ik-wil-graag-neuken-maar-dat-vertel-ik-niet-direct-maar-in-metaforen-gedicht.

‘We hebben toch niets?” was Jessie’s verweer.

Ze vond me jaloers. Ik vond haar naïef.

Ze dreef me tot waanzin. Echt tot waanzin. Bono moest verdwijnen, zo snel mogelijk, nep-vlieg, verdwijn. Ik verzon een plan en het faalde. Hij bleef sms’en. Zij bleef smullen. Ik bleef jaloers. Zij bleef naïef.

14 Webcams*ks voor gevorderden

hartjeszonnebril kauwgom

Iedereen had haar wel eens naakt gezien op het web: Sonja.

Toen ze zeventien jaar was had ze de ambitie om een sekswebsite te runnen: Bubblegum Sonja.

Ze zou in elk filmpje al kauwend en bellen blazend met kauwgom haar naakte lichaam laten zien op vreemde plekken in het huis.

De twee filmpjes waren een groot succes.

Sonja bovenop de wasmachine, al kauwend, was mijn favoriet. Ze was de spunkmaster. Totdat haar ouders erachter kwamen.

Website offline, Sonja van de aardbodem verdwenen.

Maar opeens was ze weer in het lokale Utrecht. Na vijf jaar afwezigheid huppelde ze rond op een Psycho killerfeest. Ze studeerde iets cultureels en was een kakker: bloesje, haar in een staart, lid van de roeivereniging en hield van een feestje.

Ze vertelde aan iedereen dat ze jarenlang in Duitsland had gewoond bij haar tante. Ze was volledig gerehabiliteerd tot een beschaafde dame. Ze had Jezus gevonden (het was haar redding, hallejula), vond porno iets banaals en wilde het liefst niet meer praten over haar donkere periode. Des te meer reden om haar te versieren en plat te neuken.

Een ene Rogier was het gelukt (held) om haar te versieren en te neuken. Hij zei dat hij van God hield, nog nooit porno had gekeken en was gefascineerd door haar drive (wat dat ook betekenen mag).

Hij zette vervolgens stiekem een camera neer, filmde alles en zette het als een drie luik online: Return of the Bubblegom Sonja, the lord of Bubblegum Sonja en Sonja Reloaded.

Het scheen dat Rogier er een fortuin aan had verdiend. Sonja wilde zelfmoord plegen (mislukte), wenste om anorexia te krijgen (maar werd dikker), vond drugs interessant en scheen nu samen te werken met Don&Ad.

15 De wasmachine tapes

bubblegum

Na een week het internet afspeuren, heb ik de wasmachine tapes van Sonja teruggevonden. Check it out.

16 De nacht die verdween

Jessie wilde zo graag – echt heel graag - naar de Ekko dat ik het pas begreep toen ik Bono zag zitten, alleen, op een stoel in de Ekko. Ze ging een uur lang met hem kletsen (niet te verwarren met ketsen), want het waren ‘vrienden’ die toevallig ex-geliefden waren. Ondertussen zag ik dat hij maar een ding wilde.

Ik zat erbij als het Bridge uitlegkaartje in een pak speelkaarten bij een stel mensen dat geen Bridge speelt en ook nooit zal spelen. Laat staan dat ze weten dat het een spel was.

Ik trok het niet en vertrok naar huis. Hopend dat ze binnen een uur terug zou komen. Ze kwam niet. Ik heb toen 7 dagen niets van haar gehoord, totdat ze een sms stuurde dat ze met Bono naar Brussel ging. Ik smste terug of ze The Edge mee namen. Geen antwoord. Het stelde me gerust. Die twee, 24 uur op elkaars huid, had een nog extremer effect dan Jessie en ik 2 uur op elkaars lip.

Zo geschiedde. Ziedend kwam ze thuis. Ze belde me op en hield een betoog van een uur over Bono: ‘Wat een lul, wat een egoïst, wat een zwijn.’. Ik genoot. Ik was veilig voor hem, in ieder geval voor de komende maand.

17 F boeiend

Jessie gaf me een cd van Frank Boeijen. ‘Het gaat over jou,’ zei ze. ‘Luister nou. Misschien leer je er wat van.’

Nummer 1 van de cd heette ‘Hoe verschrikkelijk ik ben’.

De boodschap was duidelijk.

e rest van de cd ging over verlangen naar een vrouw. Wellicht hoopte ze dat ik eens een keer echt naar haar zou verlangen en we eens niet een ingewikkeld spel van aantrekken en afstoten speelden. Ik gaf haar geen ongelijk. Helaas.

18 Als een maagd (voor de eerste keer aangeraakt)

Ik gaf Jessie een cassettebandje dat ik als klein kind vaak draaide: Madonna – Like a Virgin. Ik had er niet een speciale boodschap bij, behalve dat ze het kind in mij zou horen. Ze vond het wel grappig, zei ze tegen me. Ze vond het lief dat ik mijn jeugd met haar wilde delen. Tot ik er drie maanden later achterkwam dat ze geen cassetterecorder had. Kutwijf.

19 De streken van de meester

Diep in de nacht werd ik wakker met de beginmelodie van Crime passionel in mijn hoofd. Dit was geen goed teken. Frank Boeijen achtervolgde me dagelijks.

Zijn zachte G, zijn teksten, zijn muziek. Ik haatte Nederlandse muziek, maar hij liet me niet meer los.

Wat had Jessie me aangedaan?

Ik wilde niet, toch zette ik het ongegeneerd op. Keihard.  Kurt vroeg of het wel goed met me ging. ‘Nee.’

Ik bezocht de huisarts. Hij was stomverbaasd en gaf me het advies om Frank een brief te schrijven. Dat is wat ik deed.

Beste Frank Boeijen,

Verlos me van je muziek en je pijn. Alsjeblieft. Ik kan het niet meer aan. Je eenzaamheid en je gebroken hart. Je maakt me gek met je gezwets. Ik wenste dat ik doof was. Echt.

Stop ermee. Het dringt te diep door in mijn ziel. Ik wil feesten, niet melancholisch praten. Ik wil dansen, niet wenen.

Stop!

Gr.

Charlie

20 Milfloos

Ze wilde zo graag – echt – heel graag kinderen dat het haar niet gegund was om kinderen te krijgen. Dus besloot ze uit rancune jonge jongens te versieren, zodat ze het gevoel had dat ze de eeuwige jeugdige schoonheid bezat.

En toen kwam Sjoerd met haar in zijn armen de Tivoli binnengewandeld. Kennissen vroegen aan mij of het zijn moeder was.

Ik schudde haar de hand en probeerde iets wat leek op een gesprek te forceren. Maar ze zei ‘ja’ op elke vraag en dat was het. Toen zag ik dat haar tieten op haar buik hingen en ze overal rimpels had.

Ik vroeg aan Sjoerd wat hij in godsnaam met haar wilde bereiken: ‘Ze is mijn tweelingziel,’ antwoordde hij overtuigd.

Om een week later gedumpt te worden voor een gozer die 5 jaar jonger was dan hij.

21 Tranen voor angst

Jessie luisterde Tears for fears, omdat ze dacht dat de twee bandleden homo waren, zodat ze mij kon shockeren. Omdat ik ooit uit rancune had gezegd dat homo’s geen goede muziek konden maken. Wat ik niet meende, maar wel zei om haar te jennen met haar pro-iedereen-mag-zich-zelf-zijn gepreek. Dus waar de waarheid nu lag?

22 Liefde is een slagveld

liefde slagveld

Jessie en ik voerden een strijd om elkaars zwakke punten te vinden en als we beet hadden hielden we pas op toen de ander in tranen nog vreemdere woorden begon te schreeuwen.

Om vervolgens naakt in elkaars armen te springen en we de ruzie non-verbaal goedmaakten in bed.

Het sloeg nergens op. Ik beloofde mezelf elke keer weer boven haar gedis te staan, maar zij kende mijn zwaktes. Zij wist mijn grens. Waardoor ik me weer in de strijd wierp en kansloos verloor.

Vaak begreep ik na een uur ruzie maken niet eens meer waarom we begonnen waren.

23 Praat praat

regen in de straat

De zeurderige stem, dat synthesizer gezeik. Talk Talk was Jessie’s favoriete 80’s band. Haar favoriete nummer It’s my life, was ook meteen haar levensmotto als ik het haar verbood om met Bono af te spreken. ‘Het is mijn leven, vergeet dat niet!’

Ze stond ermee op en ging er swingend mee naar bed. Ik kreeg het idee dat ze liever naar Talk Talk luisterde dan naar mij.

Ik voelde me op de tweede plek gezet. Toen ik mijn twijfels uitte zei ze: ‘Doe niet zo gek.’

Such a shame.

Toen ik een vibo zag liggen op haar klein houten bureautje in haar smerige studentenkamer met een aantal videoclips van Talk Talk zichtbaar op haar laptop in de Windows media player afspeellijst, was ik het zat en zei ik dat ik het zat was.

Waarna ze zei: 'The party is over' en ze een lachkick kreeg over haar eigen grap. Ze hield niet op, waarna ik nog bozer en teleurgesteld werd en ik dreigde dat ik haar niet meer wilde zien en ze ook nog half lachend zei: ‘Doei.’

Dus liep ik verward weg en hoopte ik dat ze achter me aan zou komen en we vijf minuten later weer non-verbaal naakt in bed zouden liggen. Alleen dat gebeurde niet en kon ik concluderen dat Talk Talk mijn relatie heeft verpest.

24 Probeer me uit

Omdat ik me toen zo zelfverzekerd voelde, liep ik als een adhd kind dat zijn prikkels niet kon controleren, regelmatig willekeurige besloten feesten binnen.

Toen ik de schouwburg van Utrecht enterde en op een receptie van een lokaal e-commerce bedrijfje belandde zag ik hem staan: Victor. De ontmaagder van Amanda.

Amanda had een grote obsessie voor Victor ontwikkeld.

Hij had een pak aan zonder stropdas. Zijn zwarte haar stond strak in de gel. Zelfverzekerd goot hij via zijn handpalm de cashewnoten naar binnen. Ik liep naar hem toe en gaf Victor een hand.

Een lichte verbazing in zijn ogen, alleen hij was te arrogant om te vragen wat ik hier deed. Hij keek me doordringend aan met een klein glimlachje rond zijn lippen. Alsof hij me niet helemaal serieus nam en zich verheven voelde boven mij.

Hij was knap, dat was duidelijk. Ik lulde aan een stuk door over de meest onzinnige dingen. Hij knikte, bleef lachen en vulde me af en toe aan. Toen vroeg ik waarom hij Amanda’s hoofd nog zo gek maakte: wel seks, geen verkering. Hij haalde zijn schouders op en zei: ‘Bemoei je er niet mee.’

Toen zei ik: ‘Je weet dat ze makkelijk te manipuleren is.’

‘Dus?’ Zei hij.

‘Wat dus. Zal ik haar eens versieren? Met je arrogante kop. Beetje haar hoofd op hol brengen. Idioot,’ sprak ik vol woede uit.

‘Probeer me uit,’ zei hij arrogant. Hij had Amanda nodig om zijn egoïstische interne meter op peil te houden dat hij nog steeds met vrouwen kon seksen.

Hij mocht mij niet, ik mocht hem niet. Ik was slimmer, hij was rijker en arroganter. Ik pakte gewoon zijn maîtresse van hem af. Omdat hij het verdiende.

25 Telefoon voor Martijn

We liepen door de V&D. Martijn zag twee dames in korte rokjes en strakke shirts met lang zwart haar en opgemaakte gezichten. Ik vond ze afschuwelijk, hij vond ze geweldig. Dus liet hij me achter bij de elektronica afdeling en liep hij als een hijgende hond achter de dames aan. Hij achtervolgde ze.

Ik vond het irritant, dus volgde ik Martijn om te zien wat hij in godsnaam aan het doen was. Bij de boekenafdeling sprak hij ze aan. Ze lachten om hem. Ik voelde me niet serieus genomen door Martijn. Hij verkoos twee opgemaakte poppen boven gezellig met mij dvd’s bekijken. Eikel.

Dus belde ik naar de receptie van de V&D en deed me voor als iemand anders.

Drie minuten later werd er door het warenhuis omgeroepen: ‘Wil Martijn zich melden bij de klantenbalie alsjeblieft, je moeder aan de telefoon. Wil Martijn zich melden alsjeblieft, telefoon.’

De twee dames kwamen niet meer bij, Martijn trok wit weg. Toen hadden de dames in de gaten dat hij de loser was die werd omgeroepen. Hij stormde woedend de V&D uit. Ik heb hem drie weken niet meer gesproken.

26 Hoe je een vrouw versiert

Ik was zo enthousiast over mijn uitdaging dat ik er nauwelijks van kon slapen. Amanda versieren en in bed lullen, om Victor te pijnigen. Wauw.

Het moest me lukken. Ik zou haar vaker sms’en en haar bezoeken. Immers hoe vaker ze me zag, hoe groter de kans werd dat ze gevoelens voor me kreeg. Ik gaf het plan zes weken de tijd. Langzaam zal ze voor mijn charmes moeten vallen.

Mijn planning:

Week 1: Expres spontaan tegen haar aanlopen in de supermarkt of in de kroeg en met haar praten en om haar lachen

Week 2: Sms’en of ze zin heeft om wat samen te doen. Dezelfde week samen afspreken en na een uur al vertrekken voor een “andere afspraak”, om zo een interne behoefte bij haar te kweken dat ze het idee heeft nog niet uitgesproken te zijn met mij.

Week 3: Hangen in de kroeg. Flirten. Haar per ongeluk expres aanraken.

Week 4: Sms’en. Proberen een afspraak te regelen, om die vervolgens een uur van te voren af te zeggen.

Week 5: De eerste zoen.

Week 6: Uitnodigen om bij mij te blijven slapen. Missie geslaagd. Victor, voel mijn middelvinger in je reet.

27 Ze dronk haar thee niet op

thee

Week 1 ging in om Amanda te versieren. Dus hing ik vlakbij haar studentenhuis bij Super de Boer rond, wachten op haar komst. Ze kwam niet.

Teleurgesteld en gefrustreerd ging ik bij zonsondergang naar haar studentenhuis toe en keek naar de tweede verdieping om te zien of ze wel thuis was. De lichten brandden en ze keek uit het raam.

Kut.

Ik zwaaide, omdat ik ook niet meer wist of ik nog kon wegrennen. Ze deed het raam open en vroeg of ik binnenkwam.

Nog meer klote.

Ik gehoorzaamde en bezocht haar kamer. Ze zette thee voor ons en kletste honderduit over haar ontmoeting met Jeroen Pauw, haar grote voorbeeld. Ik deed alsof het me interesseerde. Ze merkte het op. Ze dronk haar thee niet op.

Ze begon me te zoenen. Toen vroeg ze of ik met haar naar bed wilde. ‘Wat ben je aan het doen?’ Vroeg ik haar verbaasd.

‘Ik zit in een wilde periode, laat me,’ fluisterde ze opgewonden.

‘Nee, wacht. En Victor dan?’

‘Ga weg met Victor. Hij woont al maanden samen met zijn nieuwe vriendin. Hij hoeft me niet meer. Ik hoef hem niet meer.’

Toen begon ze me weer te zoenen. Ik duwde haar van me af, gaf haar een zoen op de wang en vertrok verward.

28 Ze wil me

Ik had iets in Amanda losgemaakt. Van verschillende mensen kreeg ik terug dat ze verliefd op me was en dat we al gezoend hadden.

Dus wilde iedereen weten: ‘Wordt het wat?’

Wat een soap. Wist ik veel. Ik wilde haar niet meer. Nooit gewild.

Ze was te braaf, te vaag, te psychotisch.

Ze bleef me sms’en en mailen. Maar hoe meer ik haar negeerde, hoe gekker ze op me werd. Wat een ramp ontstond hier. Ze leek een verlate puberale fase in te gaan.

Toen ik sms’te dat het niets ging worden, scheen ze in drie weken tijd met acht mannen en twee dames te hebben gedaan. Ze leek eindelijk los te komen.

Iedereen had het over haar capriolen en avonturen. Na die drie weken bleek er ruzie te zijn ontstaan.

Meid A had tegen meid B gezegd dat ze Amanda een slet vond. Wat meid B weer aan jongen A doorlulde, die toevallig weer het huisgenootje meisje C kende, dat weer een nicht was van meid D, dat zichzelf de hartsvriendin van Amanda noemde. Dus toen Amanda hoorde van haar hartsvriendin dat de nicht meisje C weer van jongen A had gehoord van meid B die het uit eerste hand van A had dat ze ‘slet’ werd genoemd, waren de poppen aan het headbangen.

29 Een brief gericht aan jou

Amanda stuurde me een brief. Geen idee waarom. Ik hield me niet bezig met de soap. Toch voelde ze zich een verantwoording schuldig.

Lieve Charlie,

Geloof niet wat ze zeggen, ook al is het misschien waar. Jij bent degene die ik in mijn hart wil. Ik houd van je en ik hoop dat je me nog een kans geeft om het te bewijzen dat jij mij ook wil. Echt.

Dikke zoen,

Amanda.

PS

Ik denk vaak terug aan de dag dat jij zomaar voor mijn huis stond en we even later zoenden.

30 Kenny cameraman

Hij wilde cameraman worden, Simon Is. Het leven door de lens, omdat de realiteit al bizar genoeg was.

Juist.

Het liefst was hij geboren met de naam Kenny Is. Maar dat gunde zijn moeder hem niet.

Simon was ervan overtuigd dat hij de nieuwe Jan de Bont zou worden in Hollywood. Geen moment liet hij onbenut om niet te filmen. Duizenden uren band had hij al opgenomen. Het werd het kunstwerk van zijn leven. Wanneer hij het ging monteren, wist hij nog niet.

Het ging om het filmen. Stiekem hoopte hij dat er een moment zou komen dat een vrachtauto hem zou overrijden, terwijl hij aan het filmen was.

Dan zouden andere geniale mensen door zijn duizenden uren band ploeteren en van al dat materiaal een prachtige documentaire monteren over het leven van Simon Is. Daarna zou een producer in Hollywood de documentaire zien en overtuigd raken om er een film van te maken. Met niemand minder dan Sean Penn in de hoofdrol.

Ik vond hem een idioot, maar hij was wel oké.

Ik zag hem vaak in club Monza, waar hij meiden met te korte rokjes aan het achtervolgen was met zijn camera. Totdat hij de dochter van een Poolse advocaat mee naar huis nam en per ongeluk de camera liet aanstaan toen hij naar de wc ging en zij zich omkleedde, omdat daar de situatie naar was.

En toen Simon Is dat bewuste filmpje aan zijn beste vriend Nik uitleende en vergat te melden dat Nik dat aan niemand anders mocht laten zien, waren de poppen aan het dansen in de discotheek.

Simon kreeg een proces aan zijn broek en besloot toen met camera te verdwijnen uit het Utrechtse leven. Arme Simon Is.

31 De munt

We vonden haar als een muntstuk rollend over de straten van Utrecht. Amanda was zichzelf niet meer. Ze liep te schreeuwen als een dronkenmeid. Ze wilde Micky Mouse knuffelen. Haar vrienden namen haar mee naar huis.

De volgende dag zocht ik haar op. Ik voelde me bezwaard. Ze had me de avond ervoor proberen te zoenen, maar ik weigerde.

Waardoor ze zich ging bezatten.

Ze zat op haar bed in haar witte shirt en BH loos. Een witte huid, dikke wallen, vet haar. Ze schaamde zich. Ze wilde zo snel mogelijk weg uit Nederland. Om zichzelf terug te vinden in het buitenland. ‘Ik wil gewoon de wereld veranderen.’

Wat?

‘De wereld.’

Waarom? In godsnaam waarom?

‘Omdat de wereld oneerlijk is. Ik wil het verschil maken.’

Hoe?

‘Gewoon, door me in te zetten voor de wereld.’
Wat?

‘Vrijwilligerswerk in het buitenland. Mensen helpen. De wereld een betere plek maken voor jou en voor mij.’

Rot op.

Ze deed wat ze beloofde. Een aantal weken later vertrok ze, naar Congo.

32 Amande deed het in Congo

Amanda reisde naar Congo. Ze hielp daar arme mensen. Ze werd verliefd op een zwarte jongen, die een rebel bleek te zijn en haar mee nam naar een geheim rebellenkamp. Waar ze werd verkracht door acht mannen. Toen ging ze terug naar Nederland en sprak nooit meer een woord over recht en onrecht.

33 Amanda miste het

missen

Het ging niet goed met haar. Congo had haar ziel verpest. Ze verzorgde zich nauwelijks, sliep dagen en nachten en als iemand langs kwam begon ze te schelden.
Ik zocht haar op in haar kamertje. Ze had een campingtent opgezet in het midden van haar 30 m2 kamer. Daar sliep ze in.

Ze was me blij te zien en sprak honderduit over de programma’s die ze dezelfde ochtend op tv had gezien. Ik had met haar te doen.

Ik kon haar nauwelijks bereiken. Ik pakte de gitaar en zong een lied. Het leek haar niet te boeien. Toen vroeg ze of ik met haar naar bed wilde.

Dat weigerde ik.

Ze stonk.

34 Antrax voor Schuurman

Katja. Als het snoepje. Iedereen was vroeger fan van Babette, ik wilde Katja.

Ze stond in het roddelblad Story. Dromerig op haar balkon met een mok koffie.

Ze leek zo dichtbij. Zo eenzaam. Ik had de film Costa vijf keer gezien, door haar.

Ze kwam uit Bunnik. Ik woonde in Utrecht. Dat schepte een band. Wist ze maar iets van mijn bestaan. Wist ze maar dat ik iets te bieden had.

Ik was zo wanhopig dat ik opzoek ging naar haar, in Amsterdam. Ik dwaalde door de grachtengordel, met het roddelblad met de foto van haar en haar woning in de hand. Ik vond haar woning niet. Toen waren de Utrechtse filmdagen. Ze was genomineerd voor een kalf.

Ik wachtte haar op. Ik zag iedereen, behalve Katja.

Mijn droom om een nacht met haar door te brengen – zoals Berry in Oesters van Namkee - op mijn smerige kleine studentenkamer viel in duigen.

Ze scheen ook in een theaterstuk te spelen, maar dat ging me toen te ver.
Cultuur was voor mietjes.

Ik had ooit nog het idee om haar een uitnodiging te sturen voor een Psycho killer feest. Dan zou ze komen in haar jurkje en dan zou ik haar rondleiden.

Ze zou zien hoe ik met een grote glimlach door iedereen werd begroet, mensen mijn handen schudde en ik persoonlijke vragen aan de gasten stelden.

Daarna zou ik met haar dansen, de hele nacht. Ze zou zien dat ik populair was, vriendelijk en een god.

Helaas wist ik haar adres nog steeds niet.

Daarna kreeg ze verkering met Thijs. Niet met mij.

35 Anatomie van een feest

Tony was zich zo bewust van zijn bestaan, dat hij elke dag om 6.12 uur precies opstond: Het tijdstip dat hij op aarde kwam, twintig jaar geleden.

Hij was zich zo bewust van zijn sterven dat hij al op vroege leeftijd besloot niets te doen. Hij volgde de studie Geschiedenis voor de lol en was pas van plan om na zijn 30ste levensjaar af te studeren.

Ambitie had hij niet. Een carrière wilde hij niet. Waarom werken voor een pensioen als je op je 40ste kan sterven? Waarom al die moeite als je je CV toch niet mee kan nemen in je graf? Wat te bedenken van je opgebouwde kapitaal? Zei hij vaak.

Als je vroeg aan hem hoe het ging, antwoordde hij met een zucht en zei opgewekt ‘slecht’.

Ik vond hem wel grappig. Hij was een karikatuur van zichzelf. Hij had makkelijk praten met zulke rijke ouders. Hij was een graag geziene gast op onze Psycho killer-feesten.

Hoe meer alcohol hij op had, hoe fanatieker hij zijn eigen theorie over het leven onderuit debatteerde.

Mode interesseerde hem niet, dus kwam hij eens gekleed in zijn pyjama feesten. Wat ons weer op het idee bracht om het volgende Psycho killer feestje een slaappartythema mee te geven.

Wat een groot succes was. De mannen in ochtendjassen, de dames in schaars geklede nachtjaponnen.

Tony had in het zwart the cure getatoeëerd op de buitenkant van zijn onderarm. De muziek was zijn religie.

Je zou hem bijna gunnen vroeg te sterven in een auto-ongeluk zodat zijn theorie over de zinloosheid van het leven werd bevestigd.

Ik bewonderde hem.

Hij had nog een religie. Ik niet. Ik leefde doelloos mijn leven. Op zoek naar het volgende feestje, om mijn lichaam te indoctrineren met vergif.

36 Consumptie economie

Ik: Rolf praat met consumptie.

Kurt: Ik kijk altijd maar de andere kant op als hij kletst. De vorige keer viel een speekseldruppel recht in mijn oog.

Ik: Ze zouden zo’n iemand moeten opsluiten. Hij is een gevaar voor de volksgezondheid. Kan je niet aids krijgen van speeksel?

Kurt: Weet hij zelf wel dat hij met consumptie praat?

Ik: Wees mijn gast. Zeg het hem. De vorige persoon die het zei, moest het ontgelden. Hij ontplofte in woede. Je wilt niet weten hoeveel speeksel dat teweeg bracht.

Kurt: Bah

37 De waarheid van een verloren ziel

Ik had mijn avond niet. Ik was op een Psycho killer after party in een kelder in Nieuwegein. Jessie negeerde me en zat te zoenen met jongens met een kakblouse aan.

Dat ergerde me nog meer, want ze haatte jongens met kakblouses. Ze wilde me pijn doen en het lukte haar ook nog.

Rolf zat al tien minuten onafgebroken tegen me aan te kletsen over zijn nieuwe hond en hij begon steeds meer met consumptie te praten.

Hij was een waterval aan speeksel.

Ik maakte me zorgen dat hij aids had en ik het door zijn geratel ook zou krijgen. Hij deed me denken aan zo’n oude boot die over de Mississippi voer met zo’n groot rad achterin die water schiep, als een waterfiets. Je weet wel, de tijd van Tom Sawyer.

‘Hey, Rolf! Alsjeblieft. Je lijkt zelf op een hond met al dat gespuug van je. Rot op. Alsjeblieft. Ga iemand anders onder spetteren.’

Waarna ik de tranen in zijn ogen zag verschijnen en hij huilend wegliep.

Waarnaar de rest van de nacht al mijn vrienden me boos aankeken, omdat ze zich opeens verwant voelden met Rolf en vonden dat hij niet zo’n behandeling van mij had verdiend.

Ik zei tegen iedereen dat het de waarheid was en ik niets minder dan de waarheid sprak.

Waarna de meesten antwoordden: ‘Doe toch niet zo flauw en wees is een keer geen klootzak’.

38 De ontmoeting

pistool mes persoonlijk onpersoonlijk

De laatste persoon op aarde die ik wilde tegenkomen was Rolf. Maar alles leek tegen te zitten. Dus schudde hij mijn hand in de Voorstraat.

Hij droeg een afschuwelijk wit T-shirt met een leren giletje erover heen. ‘Ik heb het met mijn therapeut over gehad en ik ben tot de conclusie gekomen dat ik iets tegen je moet zeggen,’ zei hij wonderbaarlijk zonder tien druppels speeksel te verliezen.

‘De manier waarop je met me omgaat doet pijn. Ik wil graag dat je normaal tegen me doet. Iedereen vind je een klootzak. Wees eens geen klootzak.’

‘Oké, vriend.’ Toen pakte ik met mijn volledige hand zijn gezicht vast en duwde hem naar achteren terwijl ik mijn voet achter zijn voeten plaatste en hij daardoor achterover viel. Ik ging op hem zitten en keek hem lang en woest.

‘Als ik je kop nog een keer zie op een Psycho killer-feest achtervolg ik je tot Zeist met een knuppel in mijn rechterhand en een pepperspray busje in mijn linker. Daarna bezoek ik je therapeut en zal ik hem eens een traumatische ervaring bezorgen. Rolf.’

Toen begon ik te lachen en tikte liefkozend op zijn wangetje. ‘Maak je geen zorgen. Ik laat je therapeut met rust. Voorlopig.'

Ga verder naar episode 3