De marteling van het alledaagse

Het verveelt me.

De marteling van het alledaagse
Photo by Amy Lister / Unsplash

Het alledaagse is een marteling voor mijn ziel. Gesprekken op de parkeerplaats, bij het koffiezetapparaat, in de keuken op een feestje.

Aaaaarg.

Als mensen vragen hoe het met me gaat, wil ik alleen maar antwoorden:

‘WEET IK VEEL.’

Als mensen vragen hoe ik me voel, wil ik alleen maar antwoorden:

‘MELANCHOLISCH.’

Maar dat doe ik beide niet.

Het is niet zo gek dat veel gesprekken met mij binnen drie minuten eindigen.

Het ongemak dat volgt, is een jasje dat me prima past.

Het gekke is dat ik gesloten overkom, maar met een half-vreemde al mijn duistere gevoelens kan delen en er een connectie ontstaat die bijna spiritueel aanvoelt.

Ik pik gemakkelijk de vibe op of iemand net zo duister over de wereld denkt als ik.

Het is een tweede natuur.

Het is een verademing, een diep gesprek over diepe dingen.

Om daarna weer afscheid te nemen.

Om bij een volgende ontmoeting over te schakelen naar het alledaagse.

In een supermarkt voel ik me altijd vervreemd.

Al die schreeuwende producten.

Eten doet me weinig. Functionele brandstof. Ik voel en ervaar er verder niets bij. Net zoals ik sporten zie als onderhoud van mijn lijf.

Geen persoonlijk record hoeft verbroken te worden.
Geen motivatie om aan een wedstrijd mee te doen.

Het sporten zelf is de activiteit.

Ik kan uren praten over Edvard Munch, The Wire, Jonathan Franzen en Schopenhauer.

Ik kan uren praten over melancholie, existentiële eenzaamheid en consumentisme.

Maar mensen horen liever wat ik zelf vind.

Wie ik zelf ben.

Wat mij in mijn alledaagsheid bezighoudt.

Weet ik veel.

Het alledaagse houdt me niet bezig.

Als het je geruststelt: ik heb last van mijn achterste kies.
Als ik er een stoker doorheen haal, ruikt het niet zo fris.

Maar ik zou niet weten waarom ik dit soort mini-problemen moet delen met iemand.

Als mensen me hun alledaagse avonturen vertellen, knik ik begrijpelijk. Maar het verveelt me.

Ook al snap ik dat het de lijm is in onze relaties.
Om onze ware gevoelens en gedachten te camoufleren, maar wel de verbinding in stand  te houden.

Veel problemen verdwijnen als je voelt dat alles met elkaar verbonden is.

Zonder dat ik mezelf nou per se als zweverig zou omschrijven.

Ik voel het in mijn botten dat we onderdeel zijn van een groter mysterieus universum. Alles hangt met elkaar samen.

Veel doet er daarom niet toe in het alledaagse.

Zelfs mijn eigen emoties doen er niet toe.

Ze leiden me af.
(Ik typte automatisch ‘ze lijden me af’. Freud zou trots op me zijn.)

Als de emoties me weer dreigen onder te dompelen, houd ik me vast aan mijn rationele gedachten:

‘Een goede nachtrust, een stevige wandeling en een goed gesprek doen wonderen, Tomson.’

Ik vrees dat weinig mensen snappen wat elke dag schrijven betekent voor een mens als ik.
Het houdt mijn leven dragelijk.
Het is het fundament om te overleven.

Mijn teksten gaan niet over mij.
Ze gaan over iets groters.
Het gaat namelijk over jou.

Mijn woorden zijn spiegels voor andermans gedachten en spiegels.

Zoals KUNST hoort te zijn.

Ik ben een kunstenaar.

Creëren is ademen.
Het is geen keuze.
Het is mijn lotsbestemming.

Een gesprek tussen mijn hoofd en het papier.
Het is al mijn hele leven gaande.
Ik denk niet dat het gaat stoppen.

Als ik met mijn beste vriend ben, gaat het gesprek gewoon verder waar dat de vorige keer was geëindigd.

Daardoor is het gesprek al meer dan twintig jaar gaande.
Zo’n vriendschap zal nooit stoppen.
Net zoals mijn creaties nooit zullen stoppen.

Of iedereen of niemand luistert.
Of iedereen of niemand het leest.
Ik slinger het de ether in.

Ik weet dat een antenneschotel het oppikt, ergens.
Dat het iemands hart vervult.
Dat iemand zich minder alleen voelt.
In het moment.

Ook al gaan we daarna weer door met het alledaagse.

Omdat het alledaagse niet weggesneden kan worden.

Omdat je, als je diep de zee in duikt, altijd weer naar  de oppervlakte moet komen om te ademen.

Die koude wind op je smoel.

Dat te felle licht.

Het was fijner daaronder.
Een andere manier van ademhalen.

Ik wil zo vaak mogelijk diep de zee induiken.
Ik neem het alledaagse maar voor lief.
Om me daarna weer te verzuipen in dat wat het alledaagse dragelijk houdt.

Kunst maken.

Ik probeer mijn eigen gevoelens en onzekerheden te onderzoeken in deze mini-essays.