#32. Ik kan niet dansen
Sjoerd kon niet dansen; Kurt sloot altijd zijn ogen en bewoog sloom mee op de beat alsof de wereld om hem heen niet bestond. Nik danste te goed en Martijn aanschouwde de avond alsof hij nog nooit mensen had zien bewegen.
We stonden een uur in een oneindig lange rij te hopen dat we binnen mochten komen op Endzeitparty in Berlijn. Een kaartje in je bezit hebben had opeens niets meer te betekenen.
We zagen:
- Dikke mensen weggestuurd worden
- Mooie mensen weggestuurd worden
- 13-jarigen weggestuurd worden
Het was officieel: We konden geen voorspelling doen over ons eigen lot of we naar binnen of naar buiten mochten. Wel of geen kaart: De gorilla’s hadden de macht en de wil om het exclusieve feestje nog exclusiever te maken.
We kwamen binnen. Een gigantisch oud gekraakt pakhuis. Overal waar ik keek, zag ik mensen.
We betaalden een fortuin aan onze jassen. We betaalden een fortuin aan bier.
Deze linkse socialistische krakersscene feestje was een groot kapitalistisch complot.
Bovenal: Het stikte hier van de Nederlanders.
Een Duitser op de wc zei in het Engels dat het in ons Hollands bloed moest zitten dat we de hele wereld over reisden om te feesten. Hij vond ons een vreemd volk. Ik zei: 'Ik ben geen volk, ik ben een individu.'
Dat begreep hij niet.
Ik vroeg toen mein fahrrad zurück. Dat begreep hij wel.
Hij wilde knokken, ik niet.
Ik liep de wc uit. Hij schold me uit voor hoer. In het Nederlands, maar achtervolgde me niet.
Mijn vrienden zijn stom
We liepen door het complexe gebouw vol gangen, vreemde hallen en rare kamertjes. Overal waar we keken was er iets te doen. Bovenal was er nauwelijks licht.
Dit was een feest om nooit meer te vergeten.
We werden dronken.
We zeiden tegen elkaar hoe vet, tof en gaaf dit was.
We dansten met z’n allen. En toen besefte ik me dat het er te gay uitzag: Vijf man dansen in een groepje.
G-A-Y
Alsof ik uit mijn lichaam trad en door de ogen van al die bezoekers ons zag staan.
Het bracht een soort van schaamtegevoel mee. Ik schaamde me voor mijn vrienden op het beste feest van het jaar.
Sjoerd kon niet dansen; Kurt sloot altijd zijn ogen en bewoog sloom mee op de beat alsof de wereld om hem heen niet bestond. Nik danste te goed en Martijn aanschouwde de avond alsof hij nog nooit mensen had zien bewegen.
En ik. Tjah.
Ik was niet geboren om te dansen.
Ik was hier niet om samen in een cirkel naar de grond te staren.
Ik liep van ze vandaan en dwaalde rond. In mijn eentje. En toen besefte ik me waarom ik hier werkelijk was gekomen.