#18. We verliezen allemaal wel eens wat
De laatste keer dat ik wat voelde, was toen **Lucy** me een 1 had bezorgd voor mijn tentamen. ‘Ik word alleen maar genaaid door vrouwen,’ concludeerde ik hardop.
Toen ik mijn ogen opende, wist ik dat ik wat had verloren afgelopen nacht.
Ik dacht er even aan om te ontsnappen uit haar kleine studentenkamer.
Net voordat ze haar ogen opende. En dat ze dan een gevoel van verlangen zou krijgen naar mijn lichaam.
Of wilde ik ontsnappen omdat ik bang was dat we in de ochtend niets tegen elkaar te zeggen hadden?
Ik wilde niet alleen slapen. Ik wilde alleen wakker worden
Maar wat voor verschil zou het maken als ik wegvluchtte? Wat maakte het uit wat ze werkelijk zou denken?
Ik haalde uit mijn rugzak de Endzeitparty kaarten. Ik had ze bij me als een trofee en dacht met afgrijzen aan Lucy en het misverstand.
Cleo opende haar ogen en glimlachte bijna sadistisch naar me. Alsof ze me met een mes ging neersteken. Zo’n lach. Voor iemand die daar van genoot.
Cleo (Jack Nicholson Shining glimlach): ‘Mijn vriendinnen zullen nooit geloven dat ik het met iemand van Psycho killer heb gedaan.’
Ik (trots en verbaasd tegelijkertijd): ‘Ben ik een trofee?’
Cleo (knipoog): ‘Je bent een inspiratie, Charlie.’
Ik (gespeeld boos): ‘Je zei dat je nooit jongens mee naar binnen nam.’
Cleo (sarcastisch): ‘En voelde je toen even speciaal toen ik de deur voor je open deed?’
Ik (zuchtend): ‘Je kan zo niet omgaan met mensen.’
Cleo: ‘Voel je niets van. Toch? Of kijk je nu anders terug naar de seks?’
De laatste keer dat ik wat voelde, was toen Lucy me een 1 had bezorgd voor mijn tentamen. ‘Ik word alleen maar genaaid door vrouwen,’ concludeerde ik hardop.
Cleo keek me verbaasd aan.
Een gevoel van onrecht nam de overhand en zette zich om in woede.
Allemaal wel leuk en aardig, een trofee zijn. Maar ik was degene die haar als trofee zag. Ik was degene die haar had versierd, niet andersom.
Omdat zij de dochter was van de docent die me een één gaf. Zij moest hier niet even superieur gaan doen.
Ik was superieur.
Ik (zelfverzekerd): ‘Luister Cleo. Er is maar een reden dat ik hier naast je lig: Je vader. Meneer Jansen is een eikel. Hij plukt aardbeien in de zomer om een vrouw te versieren. Ik organiseer feesten met hetzelfde doel. Begrijp je het verschil? Hij is een eikel.’
Cleo: (hysterisch gillend) ‘Jij kent mijn vader niet.’
Ik (trots): ‘En of ik hem ken. De enige reden dat ik je wilde, was om hem pijn te doen. Op een indirecte manier. Ik heb er van genoten.’
Cleo (verdrietig): ‘Je kunt zo niet omgaan met mensen.’
Ik: ‘We zijn beiden sadisten. Nou en?’
Cleo (boos): ‘Je kunt zo niet over mijn vader praten. Hij maakt van de wereld een betere plek. Althans. Dat zegt hij altijd…’