# 13.4 Mannen geloven alles wat ik zeg

# 13.4 Mannen geloven alles wat ik zeg

Molly kende ik via via. Ze was aan de chubby kant. Niet lelijk. Niet knap. Wel uitdagend. En sexy. Motherfucking sexy. Ze heette overigens niet echt Molly. Zo noemde iedereen haar. Zo noemde ze zichzelf.

We liepen rond 21.00 uur door Utrecht heen, op een nazomerse dag.

‘Ik had niet gedacht dat hij zo gespierd was’, zei ze, ‘ik bedoel, zie mij. Ik weet dat mannen van mollige dames houden. Ja Charlie. Daar houden jullie gasten van. Niets geeft jullie meer plezier dan spek tussen jullie handen te voelen. Maar ja. De maatschappij. Diepe zucht. Gespierde mannen zijn echt te macho voor elkaar. Al die gasten die in de kroeg in mijn oor fluisteren dat ze met mij willen neuken, terwijl hun vriendin amper drie meter achter ze staat.’

‘Ik heb niks tegen mollige dames’, zei ik.

‘Oh ja? Waarom hebben wij het dan nog nooit gedaan?’

Ze stopte midden op de stoep bij het Smakkelaarsveld en stak haar twee handen tegen haar heupen aan. Alsof ze een juf was die een 6-jarig jochie streng toesprak dat ‘ie zijn net volgespoten zakdoek niet moest afvegen aan het meisje naast hem.

Molly acteerde haar aanwezigheid op deze aarde met verve. Het was de rol van haar leven. Zichzelf zijn, op een overdreven manier.

‘Je bent veel te direct’, zei ik.

Een wenkbrauw ging omhoog, toen veegde ze met een groots gebaar een onzichtbare haarlok uit haar gezicht en gooide het naar achteren.

‘Alsof jij dames versiert met lieve woordjes en een subtiele vingerbeweging over haar arm.’

‘Je beangstigt me. Soms.’

We liepen verder. Richting Tivoli Vredenburg. ‘Want?’, vroeg ze.

‘Je komt soms zo, mannelijk over.’

‘Mannelijk? Is dit een veroordeling? Want daar luister ik niet meer na. Uh-uuuh. Die tijd is over. Ik ga niet nog een keer aan de antidepressiva. Ik zeg wat ik denk en voel wat ik voel en je accepteert het of je rot maar op.’

‘Goed voor jou’, zei ik.

‘Ik zie het gewoon Molly. Snap je? Molly. Ik zie alles vanuit mezelf.’

‘Molly.’

‘Ja.’

‘We zitten gewoon gevangen in onze eigen moraliteit. Een lat die we zelf hebben bedacht en projecteren op de mensen om ons heen. Denk je niet?’

‘Wat?’

Ze stopte weer met wandelen en legde een hand op mijn schouder. ‘Gaat het wel Charlie? Er komen rare woorden uit je mond en ik snap daar helemaal niets van.’

‘Ik vind het niet erg dat iedereen via zijn eigen ogen de wereld aanschouwt en beoordeelt. Wat me zo raakt is dat niemand begrijpt dat iedereen zo naar de wereld kijkt. Zo vanuit zichzelf bekeken. Snap je?’

‘Nee ik snap je niet en ik voel me nu beetje raar. Oh, wacht we moeten pinnen.’

We liepen over het Vredenburg, gingen de Viebrug over en we sloten ons aan in een lange rij vol luidruchtige studenten die met een pinpas in de aanslag wachtte tot zij mochten pinnen bij het Oude Postkantoor. Karl Marx zou dit eens moeten zien.

‘Je was aan het vertellen over die gespierde gast’, zei ik.

‘Ja die gast. We waren niet dronken of zo.’ Ze ging over op fluistertoon. ‘We waren beiden gewoon beregeil. Het ging er best romantisch aan toe. Zoenen, langzaam elkaars kleding uit doen. Toen waren we naakt en we bleven zoenen. Uiteindelijk schoof die ‘m in me en greep hij me bij de keel en begon me toch te neuken. Niet normaal.’

‘Geil.’

‘Geil?’, schreeuwde ze het uit. ‘Geil?’ Gasten voor ons in de rij keken naar ons. Ze ging op zachte toon verder: ‘Het leek op een verkrachting. Prima weet je, kinky en zo. Als dat een gast opwindt, wie ben ik om hem te veroordelen? Maar kom op. De eerste neukbeurt en me als een soort van leeg pak melk zien dat in elkaar gedrukt moet worden...’

Een oudere dame stond voor ons. Met een permanentje in haar haar en een frambozenparfum om haar heen dat elke man van boven de vijftig zou moeten aantrekken met een grauwe huid en een buik waar een drieling in zou kunnen zitten.

‘Het scheelde dat hij binnen twee minuten klaar was en toen op zijn rug ging liggen en een sigaret ging roken’, zei Molly. ‘En ik zo: En ik dan? Hij negeerde me compleet. Toen hij ook nog in mijn wasbak ging pissen, was ik klaar met hem.’

‘Ik heb nog nooit een chick over de vloer gehad die in de wasbak piste’, zei ik.

‘Ik ken iemand. Serieus. Een kennis van me.’

‘Een wijf?’

De vrouw met het permanentje keek geërgerd om. In haar hand had ze een rood tasje die ze met klem tegen haar lichaam aanhield. Ik knikte vriendelijk naar haar. Ik was me bewust van haar aanwezigheid. Praten met iemand, waar het gesprek zo makkelijk en snel verliep, creëerde altijd een cocon of zo. Alsof de rest van de wereld niet bestond. Dan vergat ik altijd even dat eigenlijk iedereen ons zou kunnen horen, als anderen hun best zouden doen. Nou ja, anderen. Alleen de mensen die alleen waren en hun oor niet dicht konden zetten.

De vrouw keek weer naar voren.

Molly leek het niet mee te krijgen. Ze zei: ‘Een vrouw ja. Ze zit op atletiek of zo en pist voor de lol in wasbakken van jongens. Serieus.’

‘Je hebt me voor de gek, toch?’

‘Ja.’

‘Ik geloofde je bijna.’

‘Komt omdat ik Molly heet. Mannen geloven altijd de dingen die ik zeg. Komt door al dat lichaamsvet. Het vergroot de gunbaarheidsfactor. Serieus. Jij je nooit afgevraagd waarom dikke mensen zo aardig zijn? Ze zijn niet aardig. Je denkt dat ze aardig zijn. Eerlijk waar.’

Ze knikte overdreven met haar hoofd en legde een hand op mijn schouder. ‘Of niet, darling?’