🪐 Ontgroeien van mensen
Over wonen in een nieuwe stad, nieuwe mensen ontmoeten en relaties die abrupt beëindigen.
Lieve vreemdeling,
Het begin heeft altijd de belofte dat er iets groots en magisch in het vooruitzicht ligt. Het einde laat zich pas na afloop zien.
Hij vertelde me dat de vorige bewoner hier van het balkon was gesprongen. Een psychose. Hij brak beide armen en benen.
Ik keek over de rand van het balkonnetje naar beneden. Twee verdiepingen onder me lag een hoop struiken om als een kussen de val te verzachten.
Ik herinner me nog het echoën van onze stemmen en voetstappen in de nu lege kamer en het enthousiasme dat in mijn lijf gloeide.
Een nieuwe stad. Een nieuw avontuur.
Tegelijkertijd was er bij deze bezichtiging het besef van de geschiedenis van de kamer. De waanzin die iemand meester had gemaakt. Wat die dacht toen die naar beneden zoefde. En welk geluid uit zijn mond had geklonken bij de val.
Ik nam de kamer.
Die bevond zich in de wijk Zuilen in Utrecht.
Het gaf uitzicht op de Vecht. Het was lang fietsen naar het centrum van Utrecht. Je volgde óf helemaal de Vecht tot die overging in de oude gracht, óf via onder anderen de wijk Ondiep en dan kwam je bij de Oudenoord uit.
De eerste keer dat een huisgenoot me meenam naar de stad, fietsten we via Ondiep. Hij pikte daar wat vrienden van hem op en uiteindelijk kwamen we uit bij een feestcafé op Mariaplaats.
Elk liedje werd na 55 seconden weggedraaid naar een ander liedje. Toen ze in de herfst Mariah Carey opzette en het publiek waanzinnig werd en luidkeels een kerstlied mee begon te zingen, zwoer ik hier nooit meer te komen.
Het kost gewoon tijd om kroegen en cafés te vinden die bij je passen in een nieuwe stad qua sfeer, bierkaart, muziek en de andere mensen.
Net zoals het uitvogelen hoe de wijken zich tot elkaar verhouden en wat de snelle paadjes naar een bestemming zijn. Net zoals het maken van nieuwe vrienden.
Dronken vanaf de Neude naar Zuilen zwalken is een avontuur op zich, kan ik je vertellen.
Net zoals bijna elke avond wel de flessen wijn opengingen met mijn huisgenoten een avontuur was.
We zopen en dansten en filosofeerden en bralden wat af met elkaar en hadden het goed.
Maar wanneer keert een plek tegen je?
Dat die fantastische huisgenoten met hun gekke gewoontes, onuitstuitbare mensen worden met hele irritante gewoontes.
- Een psychologiestudente stak op de wc altijd een lucifer aan om haar geuren te maskeren.
- Een extreemlinkse vrouw die regelmatig flyerde voor de Antifa, nam regelmatig rechtse ballen mee naar huis. Zoals een gozer die zei dat het leukste aan een Arabier het woord bier was.
Tja.
En dan was er de mysterieuze huisgenoot die de grootste kamer had en die we eigenlijk alleen maar ’s avonds zagen thuiskomen van werk en met een stormvaart naar zijn kamer ging. Hij maakte nooit gebruik van de keuken of badkamer of wasmachine.
Maar we roken altijd zijn aanwezigheid. De hasj en wiet verspreidden zich als een mist door het huis. De geur maakt me nu nog misselijk als ik eraan terugdenk.
De andere mannelijke huisgenoot vertelde eens in geuren en kleuren dat hij glijmiddel had gekocht en dit had getest met zijn vriendin, met wie hij al vijf jaar een relatie had.
Het was fantastisch, zei hij.
Het was die tube die achterbleef in zijn kamertje, toen hij plotseling de relatie verbrak en met iemand anders verderging en twee maanden later ging samenwonen.
Het lag in een achtergebleven doos vol rommel. Het zat nog driekwart vol. Ik heb het een paar jaar ongebruikt in een lade van mij bewaard en nu vraag ik me af waarom.
Het einde was al lang ingezet
Al lang voordat de huisbaas ons per aangetekende brief sommeerde met z’n allen het huis te verlaten.
Ruzies. Nieuwe geliefdes. Diploma’s. Nieuwe banen. Maar vooral ergernissen aan elkaar.
Je weet hoe het gaat in een groep groter dan drie.
Een jaar na mijn intrek knikten we alleen nog maar naar elkaar als iemand zijn deur opendraaide of op slot zette.
Een voor een vonden mijn huisgenoten nieuwe plekken.
Ik bleef als laatste over in een zo goed als leeg huis.
De wijk met al zijn problemen begon zich ook aan mij op te dringen.
Hangjongeren die me zonder reden uitscholden en me intimideerden. Weer een overval op de supermarkt. Weer mijn fiets gemolesteerd.
Een collega wees me op een kamer die vrijkwam in haar huis in de binnenstad van Utrecht.
Elk eind heeft een nieuw begin. Alleen de overgang is vaak onduidelijk wanneer die is ingezet. Soms eindigen dingen met een klap, om achteraf in te zien dat het al veel eerder was begonnen.
Andere eindes zijn als een fade-out in een liedje.
Dat is ook moeilijk te zeggen waar de fade-out begon. Al zegt de fatalistische stem in mij dat het einde altijd direct start vlak na de belofte van iets nieuws.
Iedereen is een fase.
liefs,
tomson
Eerder gepubliceerd via petjeaf.com/tomsondarko