10. Je was mijn redding

Ik moet nu zo hard lachen om mensen die perfectionisme op hun cv zetten als een badge of honor. Het is een ziekte. Er is niets leuks aan perfectionisme. Het gevoel van falen. Het idee dat ik beter dan anderen was als ik een 8,6 had. Het doet er gewoon niet toe.

10. Je was mijn redding

‘Ik ben mezelf een beetje kwijtgeraakt afgelopen jaren,’ fluisterde ze. Ze ging met haar hand door mijn borsthaar heen met een glazige blik. ‘Ik wilde zo graag Geneeskunde studeren dat ik op het vwo geen zevens kon accepteren van mezelf. Ik wilde zo hoog mogelijk scoren op mijn overgangscijfers. Minimaal een acht. Een 7,9 bracht me tot waanzin. Tot woedeaanvallen toe. Tot mijn mam me verbood om nog een keer dingen te slopen. Toen ging ik het internaliseren. Snijden in mijn bovenbeen.’

Ze schopte de deken van haar af en liet me littekens op haar bovenbenen zien. ‘Het liet me letterlijk leegbloeden. De spanning vloeide weg. Ik moest het niet doen. Ik wilde graag naar Salou die zomer, maar heb serieus overwogen om niet te gaan. Te bang om in mijn badpak rond te lopen met deze tekens.’

‘Doe je het nog steeds wel eens?’

‘Nadat hij me had verlaten,’ zei ze. ‘Ik weet het!’ Ze verborg haar gezicht in mijn arm. ‘Ik schaam me kapot.’

‘Niet schamen,’ zei ik.

Ze liet haar gezicht weer zien en zei: ‘Lief,’ en gaf me een zoen op de wang. ‘Ik kwam na het vwo-examen en de toelatingstest voor de uni in een burn-out terecht. Ik werd wel toegelaten op de opleiding, maar ik was gewoon op. Ik kon niet meer. Ik kon gewoon niet meer opstaan. Ik kreeg nauwelijks eten door mijn keel. Gewoon een jaar vergooid met therapie, bij de broodafdeling van de Jumbo staan en veel wandelen. Echt pas na acht maanden had ik het idee dat het weer wat beter ging.’

‘Wat voor therapie kreeg je?’ vroeg ik.

‘Oh, ik kwam op een wachtlijst terecht voor de GGZ. Maar m’n ma had daar geen zin in en vond er zelf een. Ze was echt aardig. Ik had het idee dat we vrienden konden worden. Ik heb geleerd dat perfectionisme vijand nummer één is. Dat die laatste 10 procent van het resultaat om naar perfectie te gaan 90 procent van alle energie opslokt. Energie die ik veel beter in andere dingen had kunnen steken, zoals ontspanning.’

‘Dat klinkt wijs,’ zei ik, en rook aan haar haren en rook haar opgedroogde zweet. Ik miste de geur van Liselotte. Dit was anders. Niet per se vies. Gewoon anders. Andere shampoo. Andere lichaamsgeur.  

‘Ik ben liever een optimalist dan een perfectionist,’ zei ze. ‘Ik moet nu zo hard lachen om mensen die perfectionisme op hun cv zetten als een badge of honor. Het is een ziekte. Er is niets leuks aan perfectionisme. Het gevoel van falen. Het idee dat ik beter dan anderen was als ik een 8,6 had. Het doet er gewoon niet toe.’ Ze kneep in mijn tepel en zei: ‘Ben jij een perfectionist, Nik?’

Ik schreeuwde het uit van de pijn. Daarna zei ik met mijn kiezen op elkaar: ‘Iedereen toch wel eens?’

‘Van mijn ma mocht ik die opleiding niet meer doen. Die was bang dat ik nog eens op een gesloten inrichting terecht kwam. Dat ik mezelf finaal de verdoemenis in zou werken. Dus ging ik iets heel anders doen. De Pabo.’

‘Pabo?’

‘Ik vind kinderen geweldig.’

‘Maar?’

‘Het was gewoon niks voor mij. Dus stopte ik voor eind december en ging fulltime broodmeisje spelen bij de Jumbo.’

‘Ook prima, toch?’

‘Nik,’ zei ze. Ze ging iets rechterop zitten en keek me streng aan. ‘Ik wilde kinderarts worden. Kinderarts. Ik heb niet eens mijn best gedaan om een poging te wagen. Omdat mijn lijf nee zei. Ik dacht dat ik er weer aan onderdoor ging daar bij de Jumbo. Tot je weet wel wie mij aandacht ging geven. Hij had ook een tussenjaar en was chef van de vriesafdeling. Een match made in the Jumbo.’

‘Oké.’

Met een glazigheid in de ogen staarde ze naar het plafond en zei op fluistertoon: ‘Hij was mijn redding. Ik zweer het je.’

‘Je houdt nog steeds van hem,’ zei ik, en verwisselde van ligpositie in bed door meer op mijn zij te leunen. Ze kwam met haar hoofd op het matras terecht en bleef daar zo liggen.

‘Jij ook van Liselotte.’

‘Ja. Nou,’ zei ik. Maar niet op ditzelfde niveau als zij, dacht ik.

‘Geef me nou geen kutgevoel omdat ik hem bewonder om wat hij voor me heeft gedaan. Niet doen, Nik.’ Anna ging rechtop zitten en bestudeerde haar nagels en begon me toen te stompen tegen de borstkas aan. ‘Gewoon niet doen.’

‘Rustig. Rustig. Vertel gewoon verder.’

‘Daarna bedacht ik dat ik nog steeds wel in een ziekenhuis kon werken. Een ziekenhuis heeft ook mensen in dienst op de personeelsafdeling, juristen, ICT’ers, communicatiemedewerkers. Dus deed ik een of andere hbo-studie Communicatie. Te makkelijk.’

‘Ook wel ‘s fijn.’

‘Fijn? Ik was alleen maar aan het blowen met je weet wel wie. Alleen ik bleef zevens halen en hij verprutste zijn studie gewoon. Hij hoefde nog maar anderhalf jaar. Dat was echt een stomme periode. Ik heb zoveel energie in hem gestoken. Zoveel. We zijn gestopt met blowen. Ik heb planningen gemaakt hoe hij zijn studie weer op de rit kon krijgen. Gewoon alles.’

‘Gelukt?’

‘Gelukt? Hij ging achter mijn rug om door met blowen. Dat deed echt pijn, maar ik hield te veel van hem.’ Ze begon te fluisteren. ‘Ik hield te veel van hem.’

‘Je houdt nog steeds van hem,’ zei ik, en ik kreeg daar een raar gevoel van.

‘Dat zei je net ook al. Wat wil je daar nou mee zeggen? Even serieus, Nik. Als het je ongemakkelijk maakt, stel dan geen vragen over mijn verleden, ja?’

Ze draaide zich om en nu staarde ik naar haar blote rug. Was ze nou beledigd?

‘Rustig. Rustig, Anna!’ Ik streelde haar arm. ‘Ik bedoelde er niets mee.’ Ik zoende haar schouder. Ze zweeg. ‘Toe. Anna.’

‘Nou, toen ging hij op vakantie naar Sunny Beach met vrienden en kreeg hij drie Russische dames achter zich aan en opeens belandden die in zijn bed.’

‘Ben je nou serieus?’

‘Beetje,’ zei ze. ‘Het was Ameland en ze heette Linda en ik heb zo’n godverdomme kanker tyfus hoeren hekel aan haar.’

‘Omdat?’

‘Omdat? Omdat? Je blijft van mannen af als ze bezet zijn. Dat is een regel.’

‘Van wie?’

‘Van wie? Come on, Nik. Van wie?’ Ze draaide zich om naar mij en keek me ziedend aan. Het enige wat ik kon doen was mijn wenkbrauwen omhoog doen.

‘Hij gaat vreemd en jij wordt boos op de ander?’ vroeg ik.

‘Boos? Wel meer dan boos hoor.’

Ik draaide met mijn ogen.

‘Ik heb even geen zin in je rationele argumenten. Je bent veel te rationeel. Dat is überhaupt jouw probleem.’

‘Mijn probleem?’

‘Je bent totaal niet geleveld met je emoties. Niet aligned. We kunnen wel doen alsof die olifant niet in de kamer staat. Maar dat staat ‘ie wel. Ik weet niet wat Liselotte met je hoofd heeft gedaan, maar je staat niet meer goed in het lood.’

‘Lood?’ vroeg ik.

‘Je staat zo ver van je gevoel af. Damn, boy. Damn, boy,’ zei ze.

‘Nou. Je mag dat vinden,’ bracht ik als tegenaanval in.

‘Vinden?’ Ze ging rechtop in haar bed zitten. Ze zag dat ik naar haar stijve tepels keek, bedekte die met haar handen en keek nog woester. ‘Ik vind het niet. Het is gewoon zo.’

‘Oké,’ zei ik, en ik rolde uit bed en strompelde haar slaapkamer uit richting het toilet. Met zo’n persoon viel niet te praten.

Als dit de blauwdruk ging zijn van ons samenzijn, kon ik het contact beter laten leegbloeden.

Het was te laat om naar huis te gaan. Maar misschien was dat toch wel het beste.


🚬 Je leest een verhaal uit de reeks Uitbraak. Volgende week het vervolg. Ik app of e-mail je dan graag de link, zodat je het niet vergeet.
😏 Ik heb een nieuw boek geschreven. Het heet 'Ze gingen samen het toilethokje in.mp4'.
📸 @guillaumegbrt
👀 Ik ben een dagelijkse e-mail begonnen. Over naar bed gaan met iemand die je niet mag. Je eenzaam voelen in een club vol mensen. Over de toxiciteit van je eigen perfectionisme. Abonneer je via https://petje.af/tomsondarko/. Als je niet zo goed weet wat je kan verwachten, schrijf je dan in voor mijn wekelijkse e-mail (gratis) of luister naar mijn wekelijkse spraakberichten (gratis).