1.23 Een grens is een lijn waar je overheen kan stappen
Je hebt me veranderd als mens. Op de een of andere gekke manier hecht ik daar heel veel waarde aan. Dat ik mezelf kan zijn bij jou. Dat staat voor iets. Voor iets groots.
Een vervolg van 1.122 Een passant in iemands leven zijn
De premier die zei dat we geen handen meer mochten schudden. Geruchten over een virus dat onze samenleving plat ging leggen circuleerde op het internet.
Mijn goede vriend Kurt zat in lockdown in Wuhan, China en hoopte snel terug te mogen keren.
Op kantoor deden mensen lacherig. Op Frits na: 'Als klanten hun angst maar niet vertalen in lage cijfers voor onze service'.
Op Roel na: 'Eens moeten we toch gaan. Waarom niet aan een kuchje en een snotneus?'
Op onderbaas John na: 'We moeten ons voorbereiden op het ergste. Een kantoor in lockdown. Veldbedden overal. Douchecabines installeren. Zodat we hier kunnen leven en werken. Niet thuiswerken maar kantoorleven.'
Op directeur Arnold na: 'Laten we enkele scenario's uitwerken voor we verrast worden'.
Ik was een nuchter persoon. Maar ook ik kon moeilijk een verklaring vinden tussen de lacherige 'het valt wel mee'-volk en de 'doodgaan is ook gaan'.
Niemand hoefde te zeggen hoe ik hoorde te leven, waar ik moest feesten en wat ik wou zeggen.
Maar het advies van de premier negeren was ook weer het uiterste.
In lockdown. Voor misschien wel een jaar. Nul contact met anderen.
Nul contact met Yara.
Ik drukte op haar deurbel en ze deed pas open toen ik haar appte met 'tring tring'.
'Waarom ben je hier?', vroeg ze, gekleed in een cocktailjurk die haar te goed stond.
'Volgens mij komt er een lockdown aan. Mensen doen nog lacherig en zo. Maar als dat virus zich blijft verspreiden...', zei ik met een tril in mijn stem.
'Dankjewel voor de update. Maar. Wat doe je hier?' Ze keek langs me heen. Zoekend naar verborgen camera's?
'Weet je Yara. Het idee dat ik je dan maanden niet kan zien...'
'We zagen elkaar al niet', zei ze.
'Nee, maar luister nou Yara. Het zet me aan het denken. Dan fantaseer ik. Maanden opgesloten zitten. Niemand kunnen bezoeken. Niemand fysiek kunnen aanraken. Toen moest ik gelijk aan jou denken.'
'Je komt bijna romantisch over', zuchtte ze. 'Bijna.'
'Mag ik binnenkomen?', vroeg ik. Zodat we konden knuffelen. Zoenen. Seksen. Voor een allerlaatste keer.
'Charlie.' Ze schudde nee. 'Ik heb een grens getrokken. Als zelfbescherming. Die grens heet: nodig Charlie niet meer uit in je huis.'
'Je hebt volgens mij een hoop grenzen getrokken met mij afgelopen maanden', zei ik voor ik er erg in had.
'Dat is gemeen', zei ze en ze sloot de deur iets. Het ene been buiten, het andere binnen, de deur ertussenin. Alsof ze het aan het knuffelen was. Oké. Ik bedoel: alsof ze er tegenaan aan het rijden was met haar clitoris.
'Ik ben blij dat ik je nu nog even zie. Als het lockdown wordt, ga ik je echt missen', zei ik nogmaals en probeerde een snik in mijn stem te laten doorklinken.
'Het is niet dat ik jou niet mis. Maar. Mijn hart is in gevecht met mijn hoofd.'
'Volgens mij blijft die nog wel vechten', zei ik.
'Het lijkt wel alsof ik wil dat je me pijn blijft doen terwijl ik me verdoof met de gedachte dat je het eens een keer niet doet. Je me eens overslaat. Je echt van me gaat houden', zei ze.
'Op de een of andere manier wil ik niet dat het stopt tussen ons. Dat we een manier vinden.'
Een manier.
Ze schudde heftig met haar hoofd en omarmde de deur nog meer: 'Die is er niet.'
'Vast wel', zei ik. 'Dat moet.'
'Als je nou een goede vriend van me was? Wat zou je mij dan adviseren als ik te dealen had met zo'n figuur als jij?'
Ik kneep mijn ogen samen, om te zien of dit een valstrik was. Om me terug te pakken op mijn eigen woorden.
Waarschijnlijk wel.
Zo was ze.
Ik zei als antwoord: 'Kies voor jezelf. Het leven is te kort om te wachten op een ander.'
'Jij kiest altijd voor jezelf Charlie', zuchtte ze. 'Is dat iets mannelijks?'
'Als dit je rust geeft om het in een hokje te plaatsen. Dan wil ik graag verantwoordelijkheid nemen voor alle mannen.'
'Je snapt het gewoon niet', zei ze weer hoofdschuddend. 'Het leven duurt te lang om alleen te zijn, terwijl ik weet dat jij rondloopt. Je hebt me veranderd als mens. Op de een of andere gekke manier hecht ik daar heel veel waarde aan. Dat ik mezelf kan zijn bij jou. Dat staat voor iets. Voor iets groots.'
'Zullen we gewoon thee drinken aan je keukentafel en daar verder praten?'
Ik wilde haar zo graag zoenen voor de lockdown echt begon.
'Grens Charlie. Mijn grens', zei Yara.
'Toe?' Ik moest nu in vol-drama-modus gaan. Ik ging op mijn knieën zitten op de stoep en maakte bidgebaren en zei vijf keer achter elkaar: 'toe?'
Ze draaide haar ogen van me weg, kin omhoog en zei: 'Oké. Als je antwoord geeft op de vraag waar je bang voor bent.'
'Muggen.'
Ze sloot de deur, maar ik hield het met beide handen tegen, om te voorkomen dat het terug in het slot viel. Ik zat op mijn knieën tegen de deur aan te leunen met twee handen met mijn hoofd gebogen. Als iemand in de kerk.
'Ga niet weg! Ga niet weg!', jammerde ik.
Ze opende de deur weer. 'Ssst nou. Gedraag je.'
'Ik geef antwoord! Echt.'
Ze keek verward. Ze was in gevecht. Het gaf me hoop.
Ik keek haar aan met een traan bij mijn linkeroog. Voor het drama-effect.
'Begrijp me niet verkeerd', zei ik. 'Je hebt een donkere kant. Het is een magneet. Ik houd daar zo van. Dat maakt jou jou. Maar het maakt me ook angstig. Dat ik die kant van jou niet kan controleren. Dat ik je weg zie glijden in iets duisters en niet meer bij je kan komen. Je kan je soms zo extreem afsluiten voor me.'
'Nou. Jij ook hoor', zuchtte ze.
Bam. Deur dicht. In het slot.
'Het is geen verwijt! Wacht nou Yara. Het is geen verwijt.'
Ik stond op en bleef de deurbel indrukken tot ze weer opendeed. Dat duurde minstens drie minuten.
Op een kier zag ik een oog van haar. Ik zei: 'Je bent seks. Je bent liefde. Je bent een geweldige persoonlijkheid. Onze chemie. De manier waarop wij praten.'
'Kijk Charlie. Het gaat niet om je moeder', zei ze. 'Maar wel om een commitment dat je serieus bent. Ik doe alleen maar aan serieus. Dat weet je.'
'Ik ben ook serieus', zei ik. 'Voor een allerlaatste keer.'
'Dat ben je niet.'
'Jij ook niet. Laat je hart vandaag winnen. Geloof me nou. Dat virus gaat voor dood- en verderf zorgen. Laten we doen alsof dit de laatste dag op aarde is. Laten we doen alsof.'
'Ik wil niet doen alsof.'
'In zekere zin is het niet alsof.'
'Ik weet het...', zei ze en aan de toon van haar stem te horen wist ik dat ze het voor even geloofde.
Ze wou me sowieso nog een keer binnen hebben.
De deur ging verder open.
De lockdown kwam een paar dagen later.
Net zoals een verstopte neus. Bij mij en bij Yara.
Einde van deze reeks. Ik ga de komende weken verder per e-mail met delen van verhalen, persoonlijke bekentenissen en inzichten. M'n blog keert eind juli weer terug. Als je ook om de week een e-mail wilt ontvangen, meld je aan.
🚬Je leest een verhaal uit de reeks Charlie op kantoor. Begin bij verhaal 1.1 De enige manier...
📗 Ik heb een boek over Charlie geschreven: > Vrouwen die Charlie haten. Die kan je prima lezen zonder voorkennis van de andere blogverhalen.
📷 Foto via @Maratneva
Bezoek mijn store voor > boeken en merchandise