🪐 Wat gamen me leerde over controle

🪐 Wat gamen me leerde over controle

Ik kan moeilijk ontspannen ’s avonds.

Een film opzetten en naar mijn telefoon staren is toch een beetje zoals een gebakken ei eten zonder zout en een plakje kaas en mayonaise en een vers wit bolletje en wat roomboter.

Dus ik dacht: ik ga gewoon eens gamen.

‘This war of mine’ (2014). Ken je het?

Het is een oorlogsspel. Je bent alleen geen soldaat, maar een burger. Je moet zien te overleven met je drie personages. Bijvoorbeeld door een kast in elkaar te hakken voor hout om een lekkage in het dak te repareren of je pannetje met een gevangen rat mee op te warmen.

’s Nachts stuur je een gast de wijk in om te gaan zoeken naar spullen.

Je komt andere mensen tegen. Sommigen hebben een wapen.

Je kunt denken: dit is een spel, ik snijd gewoon zijn keel door.

Maar zo werkt het echte leven niet. Als je steelt of mensen vermoordt, ook al is het om te overleven, dan worden je personages heel depressief en dan doen ze alles op slakkentempo en gaan ze de hele tijd klagen. Het is soms net The Sims (2000).

Ik hoor je denken: wat een goed spel om te doen vlak voor slapengaan.

Dat dacht ik ook!

Ik stuurde Marko naar een supermarkt toe die werd bewaakt door een paar ‘thugs’ met wapens. Stelen mag niet, maar sommige gebieden zitten op ‘openbaar terrein’ en dan is het geoorloofd om in kasten en vuilnisbakken te rommelen.

Ik was zo enthousiast over de volle schappen vol voedsel en verband en water en alcohol en sigaretten, dat ik via de rechtermuisknop hem liet rennen in plaats van naar binnen sluipen. Door zijn voetstappen had hij zichzelf meteen verraden. Zo’n thug dook op en schoot hem neer in de rug (klootzak).

DOOD.

Mijn Marko.

DOOD.

En het maakte me oprecht verdrietig.

Dit spel heeft ook geen optie om een dag opnieuw te herhalen. Het is of helemaal opnieuw beginnen of doorgaan.

Maar nu de grote vraag, tomson darko: ontspan je hiervan?

Totaal niet.

Het is net zoals met die telefoon als je begint te doomscrollen. De tijdsbeleving gaat met gamen heel snel.

Elke keer als ik naar de klok kijk, is er 30 minuten verdwenen. Ook is het zo’n spel waar je altijd tekort hebt aan iets. Als het niet te weinig planken zijn, zijn het wel medicijnen, of bouwmateriaal of verse groenten.

Je blijft dus doorgaan. Nog een dagje doen. Wellicht verzamel ik dan genoeg spullen om een drankinstallatie te bouwen en zelf bier te brouwen en dat te verkopen aan anderen in ruil voor wat verband.

En dan heb ik uiteindelijk die drankinstallatie gebouwd, heb ik te weinig vers water. Weer een dag verder. Eindelijk vier flesjes gebrouwen. Blijkt een van de personages zo depressief te zijn dat die de hele voorraad opdrinkt zonder mijn toestemming.

GVD.

Stik er dan maar in.

Eindconclusie: het voelt niet echt bevredigend. En ik slaap er ook nog eens slecht door.

Ik slaap eigenlijk overal slecht door. Behalve een feel good-film kijken. Maar ik heb een hekel aan feel good-films. Dus het voelt elke keer weer alsof ik moet kiezen tussen mijn eigen arm of mijn eigen been afhakken.

Het liefst lees ik ’s avonds een boek. Maar mijn concentratie verstopt zich dan graag. Dan voelt lezen echt als de douche aanzetten en ernaast gaan staan voor het rustgevende geluid.

Diepe zucht.

Liefs,

tomson