đȘ Waarom het niet uitmaakt of je vooruit- of terugkijkt
Maybe thatâs what hell is, the entire rest of eternity spent in fucking Bruges
Wat ik je nu ga vragen, gaat je als mens typeren.
Niet als links of rechts. Niet als jong of oud.
Maar als iemand die Ăłf naar het verleden verlangt.
Of gelooft dat geluk nog komen gaat.
Maar het vertrekpunt is altijd het ânuâ waar niks echt goed is of functioneert of eerlijk aanvoelt of ons genoeg vrijheid geeft.
Ik zeg je dit: we verlangen als mens altijd naar de tijd dat het nog âgoedâ was. Dat we nog in het paradijs leefden. Je weet wel. Adam en Eva.
Sommigen willen terug naar het verleden. Anderen willen een nieuw paradijs creëren.
Ik zeg het je: het was niet de slang die ons verleidde om de appel te plukken. Maar dat zijn wij zelf, de slang. We kunnen als mens het paradijs niet accepteren.
Daar zijn we veel te onrustig voor gemaakt. We accepteren nooit ons lot.
Brugge
Ben je wel eens in Brugge geweest?
Ik moet dankzij de film In Bruges (2008) vooral denken aan Colin Farrellâs uitspraak: âitâs a shitholeâ.
âMaybe thatâs what hell is, the entire rest of eternity spent in fucking Bruges.â
Deze plek vermarkt zichzelf graag als een perfect bewaard gebleven middeleeuwse stad.
Maar dat is eigenlijk helemaal niet waar.
In de 19de eeuw raakte het romantische verlangen naar de middeleeuwen in de mode. Brugge ging op de schop en werd toen grotendeels gerestaureerd naar een neo-middeleeuwse stijl. Dat is eigenlijk een Disneyland-versie van het verleden, gevormd door 19de-eeuwse smaak en nostalgie.
Brugge zegt dus meer iets over de 19de eeuw dan over de middeleeuwen.
Politiek
Waar ik me het meest aan erger, zijn de vergezichten van politici.
Kenmerkend in woorden als âHet kan wĂ©lâ en âSamen vooruitâ en âSterk Nederland. Voor onze veiligheid.â of âDit is uw landâ of âEen fatsoenlijk land.â of âStem supersociaalâ.
We gaan hun toekomstvisie nooit bereiken. Dit land is nooit af. We zullen nooit de finishlijn van âbeterâ en âgelijkwaardigerâ en âeerlijkerâ en âveiligerâ en âfatsoenlijkerâ bereiken.
Het zijn loze beloftes die niet te controleren zijn en als we er komen, zijn ze alweer weggestemd.
Nee.
Ik ben meer van de politiek van de handen opstropen.
Laat maar zeggen het pragmatisme van een regio met drie miljoen mensen.
Hoe zorgen we ervoor dat het vuilnis wordt opgehaald en de wegen niet dichtslibben en mensen ergens kunnen wonen en er geen mensen met verslavingen op straat zwerven?
Eigenlijk ben ik gewoon voor stadstaten, denk ik.
Maar, wie ben jij?
Wat ik je nu ga zeggen, gaat je typeren als mens.
Denk goed na over het antwoord.
Er is niets goeds of slechts aan. Het is gewoon wie jij bent.
Ben je er een die verlangt naar dat wat was? Ook al heeft het misschien wel nooit bestaan?
Of ben je er een die altijd vooruitkijkt en verlangt naar een moment dat alles goed is en je gelukkig bent? Ook al zal je dat nooit meemaken.
Andere vraag.
Voel je je meer verbonden met god Dionysus? Of toch met god Apollo?
Dionysus is van een avondje doorhalen met je vrienden. Er is geen doel. Behalve het plezier in dat moment. Het gaat om de extase. Om het aanrommelen. Om de teugels van het leven los te laten.
Apollo is de god van de rede. Van rationaliteit. Van plannen maken en proberen die uit te voeren. Proberen het beste van jezelf te maken. Het is van ORDE.
Het maakt mij eigenlijk niet uit of je conservatief of progressief bent.
Zolang er geen bitterheid in je wereldbeeld is geslopen.
Draag het met trots.
En besef dat we beide verlangens nooit zullen bereiken. Maar dat betekent niet dat je er niet naar hoeft te streven.
Ik herhaal het nog een keer: verlang ernaar terwijl je tegelijkertijd beseft dat het niet gaat gebeuren. Dat geeft een lichtheid aan de woorden die je uitspreekt. Dat voorkomt cynisme.
Laat dat je stem bepalen bij de aankomende verkiezingen.
liefs,
tomson