Je bent niet je stoornis. Maar labelen is wel fijn

Je bent niet je stoornis. Maar labelen is wel fijn
Photo by Marek Piwnicki / Unsplash

Wat is nou het verschil tussen een burn-out en een depressie? Ik heb er wel een beeld bij. Ze verschillen. Maar als je naar de bijbehorende klachten kijkt, is er geen verschil. Verminderde eetlust. Slechte concentratie. Weinig toekomstperspectief...

Veel ziektes zijn biologisch te verklaren. Suikerziekte. Alzheimer. Kerstmuziek luisteren.

Maar als het om onze geestelijke gesteldheid gaat, vinden we maar met moeite biologische bewijzen in onze bovenkamer. Ja, van die ingewikkelde neurologische argumenten die niemand echt snapt.

Dit veroorzaakt een duidelijk tweekamp in de wereld op dit moment: zijn stoornissen verzinsels of bestaan ze echt?

Is de patiënt ziek of de maatschappij die de ziekte uitspreekt?

Of andersom gezegd: is de patiënt de 'normale mens' en is de maatschappij degene die gedwongen opgenomen moet worden in een kliniek en even wat elektrotherapie nodig heeft?

Kijk. Ik begrijp dat het labelen van gevoelens of gedrag helpt. Als je al heel je leven worstelt met je plek in de maatschappij en dan na tientallen jaren ontdekt dat je ADD of ADHD of een vorm van autisme hebt, kan dat bevrijdend voelen. Dan valt een hoop op zijn plek. Eindelijk snap ik mezelf!

We hebben die verhalen nodig, om onszelf te verklaren. Als de argumenten logisch zijn (weinig energie, prikkelbaar, moeilijk concentreren) en de oorzaak ook (te veel op je bordje), dan past een burn-outdiagnose perfect.

Ik hoor mensen wel eens zeggen dat we moeten stoppen met labelen.

Maar dat is hoe we zijn opgegroeid! De taal die we leren, zijn de labels op de wereld om ons heen. Jij bent mama. Jij pa. Dat is een lepel. En dit is een vork. Een oud mens is niet per se een opa. Maar vaak is je opa wel een ouder persoon met rimpels en grijs haar.

Er is een filosofische stroming die essentialisme heet. Kan je met een definitief woord iets omschrijven? Iets samenvatten in diens ware essentie?

Een kind is een kind.

Oké. Helder.

Maar iemand een autist noemen, vinden we wat wrang. Je bent als persoon toch wel meer dan je 'beperking'?

Dus een kind met autisme klinkt fijner. Maar dat is niet één woord.

Essentialisme is niet heel populair meer. Het werd bijvoorbeeld gebruikt om het menselijk ras onder te verdelen in categorieën. Nou, je kan je voorstellen dat dit een glijdende schaal is. Een persoon met Afrikaanse roots wint vaker een medaille met hardlopen dan een persoon met witte voorouders op de Olympische Spelen. Maar om nou te zeggen dat Aziaten en Europeanen duidelijk een hoger IQ hebben dan mensen uit Afrika neigt naar superieur-denken en niet naar een objectieve kijk. Want ook een IQ-meting is slechts een interpretatie.

Maar het essentialisme is niet ver weg. Het is nog springlevend.

Kijk naar de LGBT-afkorting voor verschillende vormen van seksualiteit. Of is LGBTQIAP beter? Deze benamingen helpen enorm voor mensen die seksualiteit niet zo zwart-wit beleven als homo, hetero en biseksueel.

Of nou ja. Misschien is seksualiteit nooit zwart wit-geweest, maar gewoon een sociale constructie.

Labels verrijken ons leven. Ze erkennen iemands gevoelswereld.

Maar de taal beperkt ook.

We hebben een bijna niet voor te stellen drang om via wetenschappelijk onderzoek ALLES te kunnen verklaren. Met woorden.

Maar voor sommige onderdelen van het leven schieten woorden en statistieken gewoon tekort.

Zoals liefde. Er valt moeilijk aan te wijzen in het hoofd of lichaam welk gen daarvoor verantwoordelijk is. Kan je liefde meten in een getal? Is liefde wetenschappelijk te onderzoeken?

Liefde is toch meer een ervaring? Er blijven niet voor niets maar liedjes over gemaakt worden, omdat het definitieve liefdesnummer niet bestaat. Net zoals blijkbaar het definitieve kerstnummer niet bestaat...

Met zingen over oud en nieuw ben je wel snel klaar, met U2 en ABBA. Blijkbaar is dat niet echt een gevoel. Maar muziek maken over kerst, dat zal tot in den treure (helaas) door blijven gaan.

Ik vraag me af of we ooit een robot kunnen wijsmaken wat liefde of kerst is.

Het is iets wat typisch mens is. Het is omgeven door mystiek. En hoe meer we het onderzoeken, hoe minder we het begrijpen.

Even terug naar stoornissen.

Ik begin zelf dus te cringen van het woord 'stoornis'. Wat is er mis met je bedroefd of angstig voelen? Als het je dagelijks leven enorm beperkt, ja, dat verstoort je leven. Oké. Dan kan je beter hulp zoeken.

Maar als je alle mensen van de wereld door de bril van alle bekende stoornissen gaat bekijken, dan heeft een op de vier een stoornis.

Niet schrikken. In het rijke westen is dat een op de twee.

WTF.

Een op de twee mensen heeft in het westen volgens de bekende definities een stoornis! Die functioneren dus niet ‘normaal’.

Ik schaar daar sowieso alle luisteraars van die Kerstrommel onder.

En zo niet, dan verzin ik daar zelf een stoornis voor.

Maar even serieus.

Gevoelens zijn deel van wie we zijn als mens. En die zijn moeilijk uit te leggen aan een ander. Hoe voelt stress? Hoe voelt melancholie? Hoe voelt spanning?

Ik zei eens tegen mijn therapeut hoe ik spanning voelde: 'Ik voel dan adrenaline.'

'Oh?' zei hij. 'Kan je adrenaline voelen dan?'

Euh. Ja. Geen idee. Ik zeg ook maar wat eigenlijk.

Gevoelens zijn complex. Onze samenleving is complex.

Wat is er mis mee dat we af en toe wat denkhulp vragen van een therapeut? Dat hoeft toch geen probleem te zijn?

Dat is ook met die cijfers over mensen die gaan scheiden. 40 procent van de officieel gemaakte relaties eindigt.

Uit onderzoek blijkt: 75 procent van de Nederlanders kijkt negatief naar deze stijgende trend.

Hoezo??? Waarom is dit verkeerd?

Wat is er mis mee dat mensen samenkomen en er op een ander moment weer mee stoppen?

Ja, dat geeft zo'n gek onderbuikgevoel. Zielig voor de kinderen. Het druist in tegen het idee dat liefde voor eeuwig en altijd is.

Dat is die niet.

Onze partners zijn (tijdelijke) metgezellen in het leven.

Een einde is niet een teleurstelling.

Het is onze moderne samenleving. Vroeger werden mensen niet oud. Nu worden we het driedubbele. Dat vraagt wel een hoop van je eega.

Maar goed. Terugkomend op stoornissen.

Wat is er mis mee dat mensen af en toe geestelijke hulp zoeken? Waarom moet daar per se een stoornis op geplakt worden?

In alle landen en culturen zijn de top drie geestelijke problemen hetzelfde:

Angst. Depressie. Verslavingen.

En in alle landen ter wereld stijgt het aantal mensen dat hier last van heeft. Arm of rijk.

Het is blijkbaar iets heel menselijks: angst, depressie, verslaafd raken. En we hebben er last van. Dus ik stel 'm nog een keer: maakt de maatschappij ons ziek of onze eigen biologie?

In het boek Tekort van het teveel stipt Damiaan Denys aan dat je in Nederland een angststoornis hebt als je klachten langer dan een uur duren. Dan krijg je de behandeling vergoed. Als ze dit op drie uur zetten, bespaart het de staat miljoenen zorgkosten. Als het deze klachten op een kwartier zet, kost het miljoenen extra.

Ik denk dat het goed is om te beseffen dat een 'stoornis' een sociale afspraak is. Ja, het helpt om een diagnose te stellen, zodat je geholpen kan worden. Maar laat je niet wijsmaken dat jij je stoornis bent. Het is een spel met woorden. Het is een interpretatie. Het is een sociale afspraak. Het is gewoon best complex allemaal.

Denys zei heel mooi in zijn boek dat het menselijk brein eigenlijk te ingewikkeld is voor de psychiatrie om het makkelijk te duiden en makkelijk een behandelplan voor iemand te verzinnen.

In dat opzicht blijft ons brein, net als de liefde, een mystiek iets.

Deze tekst is als e-mail op 4 augustus 2021 gedeeld als onderdeel van de woensdage-mail.