Jarenlang heb ik geleefd met het idee dat thuisblijven erger is dan gaan. Want als ik thuis blijf, dan isoleer ik me. En als ik me isoleer, dan kom ik op plekken in mijn hoofd waar ik niet wil zijn. En hoe vaker ik op zo'n plek kom, hoe groter de kans dat ik er niet meer uit kan ontsnappen. En als ik niet meer kan ontsnappen, dan...

Dus ik zei ja tegen popconcerten, borrels en vreemde verkleedfeestjes. Terwijl mijn hoofd en lijf vol angst zaten en schreeuwden: blijf! Om vervolgens buiten de deur de tijd af te tellen tot het weer verantwoord was om naar huis te gaan.

De kracht van nu. Ik heb het nooit begrepen. En al helemaal niet sinds mijn lijf me in de steek liet met paniekaanvallen.

Mijn hoofd en lijf zijn overal behalve in het nu. Altijd aan het checken. Voel ik me oké? Hoe kom ik hier weg als het misgaat? Wat gaat er nog gebeuren straks? Vind ik dat leuk? Hoe kom ik naar huis? Ga ik de treinrit overleven?

Ik moest vooral van mezelf naar deze plekken toe. Niet alleen om de angst te bestrijden. Maar ook om iets terug te vinden van vroeger. Wie ik was. Voordat ik het bestaan wist van angst, paniek, depressie en dwangmatigheid. Ik vond het vroeger altijd leuk, de deur uit gaan.

De nachten konden nooit lang genoeg duren. Altijd op zoek naar dat magische wat de avond legendarisch maakte. Ik heb het honderden keren gezocht en enkele malen gevonden. Ik vond dat het toen allemaal waard. Al die verspilde tijd was het leven.

Maar nu, doordrenkt van angst, vond ik het vooral akelig teleurstellend en ook erg leeg, deze avonden. De feestjes, de concerten, de festivals. Ze waren me te druk. De mensen te dronken. Ik wist niet zo goed wat me nu moest vermaken. Mijn lijf leidde me continu af met gekke signalen: misselijkheid, droge keel, bonzend hart, gevoel van controleverlies. Hoe dichterbij de ochtend kwam, hoe vreemder de gesprekken werden.

Omdat ik zelf nauwelijks nog alcohol dronk, viel het me nu pas op dat gesprekken niet filosofisch of dieper werden. Ze daalden af naar een niveau dat wat weg had van de middelbare school. Seksueel gefrustreerde grootpraat die alleen grappig is omdat minstens twee mensen meelachten als lachband, wat iedereen aanstak om ook mee te lachen. Alcohol is voor de humor wat spiritus is voor een kampvuur.