🪐 De essentie van liefde is dat je de ander nooit bezit
Daphne en Apollo hadden ook hechtingsproblemen
Sommige mensen trekken zich terug wanneer liefde te dichtbij komt.
We leven in een tijd waarin bijna al ons gedrag direct gepsychologiseerd wordt. We geven de ander meteen een label.
Zet een stap achteruit en je hebt al een ‘hechtingsstoornis’.
Maar is dat wel terecht?
Is die stap achteruit niet gewoon een instinctieve reactie?
Vluchten voor intimiteit hoeft geen stoornis te zijn. Het kan net zo goed een manier zijn om jezelf te beschermen.
Misschien willen we dit gedrag graag afdoen als ‘abnormaal’. Dan hoef je de afwijzing niet bij jezelf te zoeken. Het ligt immers ‘aan de ander’.
Maar eerlijk gezegd: misschien is het tegenovergestelde wel vreemder.
Liefde zelf is abnormaal.
De last van verwachtingen in de liefde
Het is fascinerend hoe we liefde het hoogste podium in ons leven hebben gegeven.
Hoe we verwachten dat die ene persoon je beste vriend moet zijn, een goede ouder, een minnaar en iemand met wie je over alles kunt praten én plezier hebt.
Liefde dwingt ons in een strak keurslijf. Vaak blijft er nauwelijks ruimte over voor het zelf.
Geen wonder dat dat sommige mensen afschrikt.
Liefde is intens. Dat maakt het aantrekkelijk, maar het heeft ook iets manisch.
De kracht ervan is enorm.
- Je kunt jezelf compleet verliezen in iemand anders.
- Je kunt een leven opbouwen en alles vernietigen in naam van de liefde.
- Je kunt het contact met jezelf totaal kwijtraken door de drang naar liefde.
- Je kunt gek worden van verlangen naar die ene bevestiging.
En dan is er nog dat ongemakkelijke moment, wanneer je in de ogen van de ander ziet hoeveel die van je houdt. Hoe die zich volledig aan je overgeeft.
Iemands hart krijgen, dat is echt een zware verantwoordelijkheid.
Het lijkt me niet meer dan normaal dat sommige mensen daar zenuwachtig van worden.
Dat ze afstand nemen om zichzelf te behouden.
Daphne en Apollo
Thomas Moore (met dubbel o), een van mijn favoriete spirituele denkers, gebruikt vaak de mythe van Daphne om deze neiging te illustreren.
Daphne is een vrouw die zich niets aantrekt van de maatschappij. Ze leeft het liefst alleen, midden in de natuur.
Maar dan ziet Apollo haar. Hij wordt verblind door verlangen en wil haar bezitten. Voor Daphne is dat het laatste wat ze wil. Ze vlucht. Apollo voelt zich daardoor nog meer aangemoedigd om haar te veroveren.
Uiteindelijk smeekt ze om hulp en dan verandert een god haar in een boom.
Een laurier.
En daar staat Apollo. Een boom te omarmen (en te berijden, stel ik me zo voor, de smeerlap).
Volgens Moore staat dit verhaal symbool voor de menselijke behoefte om zich terug te trekken, als een statige boom die standhoudt.
Niet iedereen wil zich overgeven aan de liefde, of zin vinden in een relatie. Sommige mensen willen gewoon een vast, onbeweeglijk bestaan.
Ik zie er een paradox in van verlangen en onbereikbaarheid.
Apollo krijgt niet wat hij wil. En Daphne offert haar vrijheid op om haar autonomie te behouden.
Ironisch genoeg vereert Apollo haar alsnog. De laurierbladeren worden een symbool van overwinning, eer, prestatie. Tot op de dag van vandaag is het een teken van respect bij het uitreiken van prijzen en prestaties.
Maar die laurierkrans vertelt ook iets bitters. Het is een eerbetoon aan iets dat je nooit volledig kunt bezitten.
Misschien zit er iets troostends in. Daphne geeft toch iets van zichzelf aan Apollo – de bladeren. Niet haar hele wezen, maar een klein gebaar.
Dit is de essentie van liefde.
Je kunt de ander nooit volledig bezitten.
Er blijft altijd iets ongrijpbaars, iets dat buiten je macht ligt.
En daarom houden sommige mensen de liefde graag op veilige afstand.
Zoals Daphne.
Nu een vraag aan jou:
Herken je jezelf meer in Apollo’s verlangen of in Daphnes drang naar autonomie?
Herken je jezelf meer in Apollo’s verlangen of in Daphnes drang naar autonomie?
Liefs,
Tomson