Bedenk dit als je de volgende keer de McDonald’s binnenstapt (vreetzak)

Bedenk dit als je de volgende keer de McDonald’s binnenstapt (vreetzak)

Of je nu in Amsterdam, New York of Kaapstad de McDonald’s binnenloopt, je krijgt wat je verwacht. De gele M. De counter waar je je BigMac met dunne frietjes en ijsklontjes met klein beetje cola bestelt.

De medewerker met McDonald’s-cap legt het voor je klaar op je dienblad.

Je loopt naar een tafeltje toe, schuift ongemakkelijk de bank op en je eet met je ongewassen handen je maaltijd op alsof je al dagen niet gegeten hebt.

Servetje om de vettigheid weg te vegen bij je lippen.

Een vuilnisbak om je afvalresten in weg te mieteren. Om vervolgens iets dikker en licht versuft van alle suikers het pand te verlaten.

Dit is wat McDonald’s wil.

Dat je overal en altijd dezelfde ervaring hebt. Elke keer weer.

Ze willen je niet verrassen. Ze willen je niet blij maken, hoewel dat jarenlang een slogan van ze was. In tegendeel.

Ze willen je vooral zekerheid geven. Ze geven je waar je voor komt.

Het is saai, voorspelbaar, middelmatig.

McDonald’s is geen uitzondering. Het is de gouden formule voor een kapitalistisch bedrijf: maak mensen verslaafd aan je product en geef ze altijd dezelfde ervaring.

Het is eenheidsworst.

Kunst daarentegen...

Kunst is het tegenovergestelde van het corporate kapitalisme.

Kunst is ongemakkelijk, die confronteert, die laat je twijfelen. Zelfs als je elk jaar hetzelfde schilderij in een museum bezoekt, loop je toch weg met een andere ervaring. Omdat jijzelf je anders voelt, heeft hetzelfde kunstwerk een ander effect op je.

Dat is de essentie van kunst. Die doet iets met onze geest, wat een Amerikaans bedrijf niet kan.

Dichter en acteur Ramsey Nasr vergeleek in het NRC in april 2020 het coronavirus met kunst. Deze tekst is later opgenomen in zijn boekje De fundamenten.

Ik citeer Ramsey:

'Kunst deelt een onverwachte eigenschap met het coronavirus. Ze heft ons normale, veilige bestaan op, gooit al onze zekerheden overhoop, doorbreekt elke routine. Met dus dat ene grote verschil: het virus houdt ons binnen, kunst brengt ons naar buiten.

Er wordt vaak beweerd (en ook nu weer) dat kunst in tijden van crisis schoonheid en troost kan bieden. Dat lijkt me Dille & Kamille-filosofie. Kunst is veelal ongemakkelijk, weerbarstig, afstotelijk, schokkend.

Ze confronteert ons niet zelden met een gitzwarte kant van onszelf die we in het dagelijks bestaan liever afdekken of vergeten.

Kunst toont ons hoe complex de wereld is, maakt die niet gemakkelijker maar gelaagder en meerduidiger, ze doet ons twijfelen aan onze waarheden, ontregelt in plaats van pasklare antwoorden te bieden, en gedijt veeleer op een gevoel van vervreemding dan op bevestiging.

Kunst biedt geen zekerheid.'

Daar heeft Ramsey een goed punt. Kunst biedt geen zekerheid.

Je zou bijna kunnen zeggen dat kunst chaos is.

Maar daar zijn Schopenhauer en Nietzsche het niet mee eens. De wereld is chaos. De kunstenaar schept orde. Die vangt iets wat niemand anders ziet. Het 'normale' wordt in een kunstwerk abnormaal of andersom.

Ik moet regelmatig aan Andy Warholes red explosion denken. Een kunstwerk uit 1963.

Je ziet een foto van een ontploffende atoombom afgebeeld. Die bekende paddenstoelpluim.

Maar dan 25x. Linksboven het helderst. Rechts onder het vaagst.

Het geeft een vervreemdend effect. De herhaling 'normaliseert' de atoombom.

Terwijl de atoombom het meest onmenselijke wapen ooit gemaakt is.

Hoe kom je erop om een bom te droppen die in enkele seconden een hele stad van de aardbodem veegt? Wat is het nut daarvan?

Warhol maakt zo het abnormale normaal. Of hij bedoelt misschien het tegenovergestelde.

Dat wij een atoombom 'normaal' zijn gaan vinden, terwijl het niet 'normaal' is.

Warhol was sowieso een kunstenaar met een scherpe blik.

Hij was het trouwens eens met mijn observatie over de McDonald’s. Hij zei ooit dit (toen de muur er nog stond en China de landsgrenzen had gesloten):

“The most beautiful thing in Tokyo is McDonald’s. The most beautiful thing in Stockholm is McDonald’s. The most beautiful thing in Florence is McDonald’s. Peking and Moscow don’t have anything beautiful yet.”

Als je benieuwd bent naar hoe Warhol eruitziet. Hier eet hij in ongeveer 4 minuten een hamburger van Burger King als onderdeel van een Deense film genaamd 66 scenes from America.

Warhol probeerde kunst en consumentisme samen te brengen. Wat natuurlijk een kunstwerk op zich is.

Waarom mag een kunstwerk van een kunstenaar maar bij enkele mensen in de huiskamer staan? Je kan het ook voor de massa maken, dacht hij. Dus dat deed hij. In zijn studio, die hij The Factory noemde. Via zeefdrukmachines massaal kopieën maken van zijn schilderkunsten.

Deze kunstvorm heet popart.

Critici wisten het niet zo goed in de jaren '60.

Maakten de popartkunstenaars nou het consumentisme belachelijk? Of omarmden ze het kapitalistisch denken volledig en zetten ze dat in om kunst te verspreiden?

En dat is natuurlijk de essentie van kunst: ontregelen.

Kunst laat je twijfelen, maakt je onzeker of troost je.

McDonald’s is het laatste wat mij troost. Maar ik ben ook beetje een rare als het op eten aankomt.

De term comfort food komt niet in mijn woordenschat voor.

Comfort art daarentegen...

Leestip. De fundamenten van Ramsey Nasr. Een pijnlijke analyse wat het corona-virus met onze Nederlandse samenleving doet. Door de ogen van een kunstenaar.

Deze tekst is als e-mail op 16 augustus 2021 gedeeld als onderdeel van de woensdage-mail.