De moderne mens tolereert geen littekens meer
Doe net alsof het je niet overkomt, joh

In 1800 stierf een op de twee kinderen voor zijn vijfde verjaardag.
In 2025 krijgt een vrouw een zwemverbod omdat ze haar littekens na een kankerbehandeling niet verbergt.
We zijn beter geworden in overleven. Maar slechter in geconfronteerd worden met de harde realiteit van het leven.
Ik durf zelfs te beweren dat daarom relativeren ons steeds minder goed afgaat.
Niet goed.
Oké.
Om met de vrouw met littekens te beginnen.
Er is een vrouw (Jacky) die geen borsten meer heeft door borstkanker. Om haar borstkas te laten herstellen is ze gaan zwemmen. Ze draagt daarbij alleen een broek.
- Er valt niks meer te bedekken. Ze heeft geen tepels of borsten meer.
- De plek waar de borsten zaten, is nu gevoelloos geworden. Alles eromheen trekt en doet veel pijn.
Maar twee zwembaden hebben haar een verbod opgelegd, na klachten van andere gasten.
Een zwembaddirecteur zei: “Mensen willen niet geconfronteerd worden met ziekte.”
En dat is precies het probleem in onze huidige tijd.
We worden te weinig geconfronteerd met de harde realiteit van het leven. Zoals de gevolgen van kanker.
Of erger: de confrontatie met de dood.
Begrafenis van een vriend
Ik voel me altijd een ander mens tijdens en na een begrafenis.
Opeens kan ik hoofd- en bijzaken in mijn eigen leven beter scheiden. Niet zo gek. Ik ben niet alleen geconfronteerd met het plotselinge verlies van iemand die me dierbaar is, maar de afscheidsdienst is ook het moment waarop je in vogelvlucht stilstaat bij iemands leven. De hoogte- en dieptepunten.
Je ziet opeens wat echt belangrijk was in iemands leven.
Dat is niet het cv. Niet een cijferlijst. Niet de auto die voor de deur staat. Maar hoe mensen zich jou herinneren. Wie je was en wat je voor ze deed.
Wat ik nu ga zeggen, klinkt misschien gek. Ik weet ook niet zo goed waarom dit in mijn hoofd gebeurt.
Maar ik fantaseer bijna mijn hele leven al regelmatig over wat ik zou zeggen op de begrafenis van mijn vrienden of familie.
Zo’n scenario ontstaat opeens in mijn hoofd. Welke anekdote zal ik delen? Welk gevoel wil ik overbrengen? Hoe wil ik iemand eren?
Daarbij komt ook een schuldgevoel opzetten. Alsof ik iemands aanstaande dood jinx door dit te denken. Want ik wil niet dat ze sterven. Natuurlijk niet. Waarom denk ik het dan?
En toch motiveert het me ook, deze donkere fantasieën, om ze een berichtje te sturen en een afspraak met ze te maken.
Het leven gaat soms zo snel dat ik mijn vrienden een jaar lang niet zie.
Niet goed.
Niet goed.
Toen was de dood nog heel gewoon
Ik denk dat we onze problemen in het leven overdramatiseren. Omdat we te weinig met de dood worden geconfronteerd.
Mijn favoriete eeuw is de 19e eeuw.
Waarom?
Omdat in 1800 de oude wereld nog bestond. In 1900 is de wereld van anno nu al zo goed als zichtbaar.
In 1800 was de dood overal.
In 1900 waren de eerste tekenen van onze moderne samenleving zichtbaar.
In 1800 stierf bijna de helft van alle kinderen vóór hun vijfde levensjaar.
Een vrouw had een kans van vijf tot tien procent om te sterven bij de bevalling.
Tuberculose, de pokken en de tyfus hielden flink huis in de samenleving. Het waren dodelijke ziekten. En als je het overleefde, hield je er littekens of een zwakke gezondheid aan over.
De dood was overal.
Rond 1900 wisten we van het bestaan van bacteriën, legden we gegevens van dorpen en steden naast elkaar en begonnen we steeds meer wetenschappelijk te onderzoeken.
De dood is nu langzaam naar de uithoeken van de samenleving gedrukt.
In welk dorp leggen ze nog een begraafplaats midden in een woonwijk aan?
In welk ziekenhuis zie je nog een net overleden persoon op een brancard door de gangen voorbij komen?
Het is net zoals met goede voornemens:
Als we er niet mee geconfronteerd blijven worden, zakt de urgentie weg.
We blazen veel van onze problemen op tot grote emoties, terwijl we er over een jaar misschien om kunnen lachen. En over tien jaar zijn we ze volledig vergeten.
Suzan en Freek zeiden dat je je baan moest opzeggen en die reis moest maken.
Ik denk dat dat een misvatting is. Er is een categorie mensen die bij een ongeneeslijke ziekte nog een droomreis maakt. Maar er zijn ook veel mensen die gewoon hun leven blijven leven zoals ze altijd deden.
De dood relativeert.
Niet elk probleem is een slapeloze nacht waard.