#9.2. Conversaties in de kroeg

#9.2.	Conversaties in de kroeg

Kurt trok zijn zwarte stropdas recht en deed de kraag van zijn witte overhemd goed. Toen stak hij een sigaret op. De laatste kroeg in Utrecht waar dit nog kon.

Hij had de gave om zijn geldloos bestaan te maskeren met zijn kledingkeuze op avonden als deze. Zijn lange haren zaten strak in de gel achterover gekamd. Hij wist exact hoe hij verzorgd en zelfverzekerd moest overkomen.

‘Ik vraag me wel eens af waar we naar streven met Psycho killer,’ zei hij, ‘Dan zie ik al die dansende lichamen. Die strakgetrokken kaakspieren. Die pretoogjes. En dan de gedachte dat ik in het begin dacht dat wij, Psycho killer-organisatoren, verantwoordelijk waren voor hun geluk en plezier.’

‘Het is gewoon de xtc’, zei ik.

Twee jonge meiden liepen langs ons tafeltje. Ik zag ze beiden naar Kurt kijken. Hij zag het ook, maar negeerde het op een arrogante manier.

‘Als ik ze niet gelukkig maak. Waarom organiseer ik dan Psycho killer? Ik ben niet op aarde gezet voor het algemeen nut. Ik ben niet verantwoordelijk voor andermans genot.’ Kurt zuchtte diep. ‘Als je diep in mijn hart kijkt is het enige wat ik wil seks en slaap. Eten geeft me geen plezier. Drinken is een noodzakelijk kwaad. Schijten is tijdrovend. Neuken en slapen. Vergeet de rest maar.’

Kurt gaf de sigaret aan mij. Hij schoof zijn benen languit onder de tafel en liet zich al zuchtend verder op zijn stoel zakken. De ongeïnteresseerde gast zonder levenslust. Hij was al een tijdje zo. Sinds het uit was gegaan met Sacha. Meer dan een jaar geleden. (Zie episode 5). Ik kende hem bijna niet meer terug.

Een vriend van hem (Hugo) zei me eens dat vrouwen de duivel zelf waren.

Ik wist niet zo goed of dat waar was. Wat ik wel wist was dat vrouwen een duivelse invloed hadden op mannen zoals Kurt. Ze deden iets met zijn verstand en motivatie.

Kurt ging iets overeind zitten en keek me bedenkelijk aan: ‘De vraag der vragen. Maakt Psycho killer mensen blij of waren ze al gewoon blij toen ze naar Psycho killer kwamen?’

‘Als wij niet bestonden, waren ze ergens anders blij’, zei ik.

Kurt zakte weer terug in zijn stoel en keek somber naar de rand van de tafel. ‘Dat maakt ons overbodig. Toch bezoeken ze ons feest en niet dat van een ander. Soms hoop ik wel eens dat mensen over tien jaar terugdenken aan Psycho killer. Dat we een verschil hebben gemaakt in hun leven. Dat we staan voor een tijd waarin zij jong en blij waren.’

‘Ze denken niet aan Psycho killer. Ze denken aan zichzelf,’ zei ik. Toen besefte ik me dat ik de mening van iemand anders aan het verkondigen was. De mening van een gast die ik in Berlijn was tegengekomen. (Zie episode 6).

‘Charlie. Jij sterft jong met je verbitterde gedachtes.’

‘Je overschat de invloed van Psycho killer.’

Kurt pakte de sigaret over, nam een hijs en drukte ‘m toen uit in de asbak en knikte naar de lege bierglazen.

‘Betaal jij de rekening?’

‘Waar gaan we heen?’

‘Waar die twee jonge meiden zo heengaan.’

Mis niets. Ontvang het volgende verhaal direct in je mailbox


< Vorig bericht Volgend bericht >


Volg Psycho killer op Facebook, Twitter, Instagram