#10.1 Schreeuwen helpt niet tegen sadisten

#10.1 Schreeuwen helpt niet tegen sadisten

1. Broederliefde bestaat niet

Mijn broer was een vreemd wezen. Hij lag elke zaterdag en zondag tot 15.00 uur in bed. Als hij uit bed was gestapt, bewoog hij zich sloom en duf door het huis richting de koelkast of de televisie. De enige vorm van communicatie tussen ons was me een klap of een schop verkopen als ik hem in de weg stond.

2. Schreeuwen helpt niet tegen sadisten

In het begin schreeuwde ik nog wel eens hard, of riep ik de naam van mijn moeder als antwoord op een klap. Het enige wat het me opleverde was een nog grotere blauwe plek of een knietje tegen mijn stuitje. Nathan wilde mij domineren. Hij was een sadist. Hij wilde me de pijn in mijn stuitje laten voelen.

3. Hij hield niet van me

Geen idee waarom hij niet van me hield. Het enige wat ik misdaan had, was in zijn leven verschijnen. Alsof ik invloed had gehad op mijn geboorte.

4. Mijn moeder kon me niet helpen

Mijn moeder zat met haar ziel op een plek waar niemand bij kon komen. Ze was een teruggetrokken vrouw die in stilte om 7.00 uur vertrok naar haar werk en in alle rust om 18.00 uur terugkeerde. Ze maakte zwijgend voedsel, zette het voor ons neer zonder een vraag te stellen of wat te vertellen. De rest van de avond las ze een boek of keek ze van die nutteloze RTL4-programma’s. Echt praten als familie deden we niet met elkaar. We waren het gezin van de stilte.

5. Beegees en een overbuurman

Als mijn moeder vrolijk was, zong ze vals mee met een cassettebandje van The Beegees. Op haar slechte dagen zei ze dat alles de schuld was van mijn vader, maar dat ze daarmee niet de intentie wilde wekken dat ik zo over hem moest denken. Ze had een grote interesse in de overbuurman. Op zaterdagavond, met een fles rode wijn en kaasblokjes op een broodplank sloot ze zich op in de studeerkamer met de lampen uit. Dan zat ze in de stoel met een verrekijker uren te turen naar de overbuurman. Ik durfde nooit te vragen waarom ze het deed. Te bang dat ze ging zeggen dat ik het allemaal niet begreep. Dat klopte ook. Ik begreep weinig van haar.

6. Puberteit

Toen ik naar de middelbare school ging, fleurde haar humeur wat op. Ze beleefde een soort van tweede jeugd. Met haar altijd dronken vriendin ging ze regelmatig de stad in. Het deed haar humeur goed. Ik zag haar nauwelijks meer thuiskomen.

7. Muizen stampen op tafel op deep house

Nathan begon in deze periode het huis langzaam aan als zijn eigendom te zien. Ik had niet veel te willen. Ik mocht mijn vrienden niet uitnodigingen. De televisie was zijn bezit geworden. Net als de chips- en popcornzakken die mam voor ons had klaargezet. In het begin kwam ik nog wel eens in verzet. Zijn reactie was altijd die van de vuisten. En van zijn knieschijf.

8. Ik wilde graag gedomineerd worden

Ik ontliep hem vaak. Ik spendeerde mijn tijd buiten op straat of op mijn kamertje achter mijn computer. En heel soms wilde ik graag gedomineerd worden. Dan treiterde ik hem net zo lang tot de vuisten op mijn lichaam kwamen. Ik hield van dat verstompte gevoel dat ik daar aan overhield. Soms.

9. Wie was hij in godsnaam?

Maar mijn blik naar hem toe veranderde voor altijd toen hij thuiskwam met drie goddelijke chicks. Drie. Chicks. En hij deed gewoon normaal en zo.


Mis niets. Ontvang het volgende verhaal direct in je mailbox


Volg Psycho killer op Facebook, Twitter, Instagram