#8.1. Oppervlakkige gesprekken

Ik was daar een beter mens geworden. Sterker. Individualistischer dan ooit. Ik zal nooit meer in de val trappen dat ik de bevestiging nodig had van mijn bestaan. Vriendschap was me niets waard.

#8.1.	Oppervlakkige gesprekken

Vervolg op Episode 8 Volume 1


Terug in Utrecht zette ik het op een feesten. Elke halve uitnodiging pakte ik aan. Elke dag was ik wel ergens dronken. Tuinfeestjes, in de kroeg, in de club, in het bos, op het strand. In amper 10 dagen zag ik al mijn 230 Facebookvrienden in het echte leven terug.

Ik lulde een eind weg. Ik danste erop los. Ik wisselde e-mailadressen en telefoonnummers uit. En elke keer als ik dacht dat Hein op het feestje zou komen, besloot ik naar een ander feestje te gaan.

Nik had het in de gaten dat er iets was gebeurd in Groningen. Maar ik wilde er weinig over kwijt. Hij kon het toch niet begrijpen als burgerlijke lul. Als Hein-aanhanger.

Bovendien: Hij vroeg er ook nauwelijks naar.

Ik wilde het met niemand delen. Het was te puur. Te kwetsbaar. Ik zou niet weten welk woord ik er voor moest gebruiken. Hoe alleen ik me die middag en avond had gevoeld? Dat ik zo verstompt was dat zelfs twee lekkere wijven die met elkaar aan het zoenen waren geen erectie teweeg hadden gebracht?

Mijn brein bevond zich dagen in mijn schaamstreek. Ik probeerde het te vergeten door me kapot te zuipen en te feesten. Maar als ik broodnuchter was en loeichagrijnig van de katers en dodelijk vermoeid van de korte nachten, kwam het gevoel tien keer zo hard terug.

BAM.

Dat ik er niet bij hoorde. Dat ik geen echte vrienden had. Dat ik alleen maar op aarde was gezet om met stomme meiden naar bed te gaan waar ik niets van wilde weten.

Ik vond mezelf zo zielig dat het me elke nacht die volgde meer en meer moeite kostte om in die fantastische roes te komen. Ik wilde in die roes komen. Het moest.

Vergeten. Ik wilde het allemaal vergeten. Ja. Gewoon vergeten.

Ik wilde helemaal niets vergeten. Het moest een monument worden van mijn bestaan. Die nacht in Groningen was mijn memento mori. Mijn ‘dit zal me nooit meer overkomen’ game changer of my life. Dit liet ik me niet nog een keer gebeuren. Dit was de grens die daar in Groningen was ontstaan.

Ik was daar een beter mens geworden. Sterker. Individualistischer dan ooit. Ik zal nooit meer in de val trappen dat ik de bevestiging nodig had van mijn bestaan. Vriendschap was me niets waard.

Ik moest Hein en Chuck eigenlijk op mijn blote knieën bedanken.

Ja.

Bedankt gasten.

Toch ging dat gefrustreerde onderbuikgevoel niet weg. Zelfs niet na tien dagen lang elke dag dronken zijn.

Toen ontmoette ik haar: Puk.

Volgend bericht >